Onder aanvoering hunner beproefde voormannen Pieter Uijs en Hendrik Potgieter trokken de Boeren tegen Dingaan op, om het onschuldig verraden bloed te wreken.
De jonge Boeren uit Kloppers' lager sloten zich bij den tocht aan, doch Gert Kloppers en de andere huisvaders bleven, daar het gevaar van overrompeling niet gering was, ter verdediging in het lager achter.
Dingaan zou van twee kanten worden aangevallen: door de Engelsche kolonisten, die aan de kust woonden, en die voor de Zoeloe's even beducht mochten zijn als de Boeren, van de Zuidzijde, en door de Boeren van de Westzijde.
De Engelschen openden den veldtocht, doch door de Zoeloe's overvallen, werden zij vernietigd.
Het Boeren-kommando bestond uit ongeveer 500 man. Daar kon Dingaan 20000 soldaten tegenover stellen, krijgers, gehard in den strijd. Wel hadden de Boeren geweren, doch tegen één geweer stonden veertig assegaaien!
De Boeren rukten recht op Dingaan's hoofdstad aan. 't Was verwonderlijk, hoe weinig tegenstand zij ondervonden. Maar 't was nog verwonderlijker, dat de aanvoerders der Boeren geen achterdocht kregen.
De afstand, die de Boeren van de hoofdstad scheidde, werd al kleiner; 't waren slechts enkele mijlen meer.
Zij wenschten elkander geluk met den zeldzamen voorspoed.
Nu nog door die nauwe kloof - en dan snel op de hoofdstad aan!
Ze zijn reeds in die nauwe kloof - maar wat is dat? Waarom verbleeken de dappere Boeren? Ziet ge dan niet, dat als door een tooverslag de bergen aan weerskanten door duizende Zoeloe-soldaten zijn bezet, en dat de terugtocht door een levenden Kaffermuur wordt afgesloten?
De Boeren zijn verloren, want zij zijn omsingeld. Ze zitten in den val, die hun vijand heeft opengezet; zij zitten vast.
Maar God geeft den moedigen Joh. de Lange een reddende gedachte in het hart.
‘Wendt de paarden,’ roept hij met luide stem; ‘schiet een bres in dien muur, en dan er door heen!’
De muur van Zoeloe's wankelde voor een oogenblik onder den hagelslag van kogels, en de sporen diep in de zijden hunner vlugge paarden drukkend, renden de Boeren snel op de Kaffers in.
Zoo iets was de Zoeloe's nog nooit overkomen. Verbaasd