Ben je nu tevreden?’
Marisa is meer dan tevreden.
‘Maar er is één ding dat we nog niet hebben gedaan’, zegt Surisa geheimzinnig.
‘We moeten de uitkijktoren nog beklimmen. Dat doen we tot besluit, oké?’
Marisa vindt het prima, ze heeft zoiets nog nooit gedaan en het lijkt haar een bijzonder avontuur. Daar gaan ze dan, hand in hand, strikken dansend van plezier.
Behalve de wenteltrap is er ook een lift om naar boven te gaan. Naast de lift staat een clown.
‘Als ik me niet vergis’, zegt hij vriendelijk, ‘dan hebben we hier de dames Ri-Ra-Regel en Zi-Za-Zuurgoedverkoopster.’
‘Dat klopt, heer Cli-Cla-Clown’, ‘en als u het goed vindt gaan we even naar boven.’
Surisa schijnt de clown te kennen.
Hij draagt een rare paarse broek met gele stippen die veel te wijd is. Er is een touw om zijn middel gebonden om te voorkomen dat de broek op zijn enkels zakt. Zijn bovenlijf is bloot en hij heeft vuurrode borstharen. Ook zijn hoofdhaar is rood, maar dat lijkt een pruik. In zijn oren heeft hij grote koperkleurige ringen. Uit zijn kapotte, veel te grote schoenen steken zijn blote tenen. Zijn gezicht is spierwit gepoederd met in het midden een ronde, rode neus die met elastiekjes achter zijn oren op zijn plaats gehouden wordt.
‘Hoe wensen de dames naar boven te gaan: met de lift of met de trap? Ik waarschuw jullie wel hoor, er zijn honderd treden, dat weet je toch hè, dame Ri-Ra-Regel?’
Marisa kijkt haar vriendinnetje vragend aan.
‘We nemen de trap, heer Cli-Cla-Clown, onze strikken willen graag blijven dansen!’
Ze beklimmen de trap met de honderd treden. Toch is Marisa helemaal niet moe als ze er eindelijk zijn. Boven op de uitkijktoren is er rondom een terras vanwaar ze een goed uitzicht hebben op de verlichte stad. Het is grontapu... schitterend... prachtig...!
Alweer iets dat Marisa nog nooit heeft beleefd. Een echt avontuur. ‘O..., wat is dat mooi’, zucht ze. ‘Dit moet dan toch wel de laatste verrassing zijn. Ik geloof niet dat er nog iets mooiers dan dit bestaat.’
‘De laatste verrassing... de laatste verrassing...’ Surisa zegt het op een geheimzinnige toon. ‘Wacht maar eens af wat de laatste verrassing is...’
En ze laat afwisselend haar sterretjes schitteren en haar spiegeltjes glimmen.
Opnieuw bekijkt Marisa zichzelf in de glimmende spiegeltjes. Wat ze ziet is een gelukkig meisje met een rose feestjurk en een rose strik.
Opeens horen ze lawaai op de trap... De schoonheid en de rust worden op een wrede manier verstoord. Ze horen iemand roepen, roepen, roepen, de stem klinkt opgewonden... Het lijkt de stem van de gekke clown die beneden bij de lift stond. Ja, klep-klap-klep-klap-klep-klap klinkt het..., dat zijn de kapotte, te grote schoenen die ze horen op de traptreden. Hijgend bereikt hij het terras.
‘Pas op, pas op’, roept hij luid. ‘De pesterige neefjes Ji-Ja-Jimmy en Ri-Ra-Reggie komen er aan! Ze zitten in de lift met een groot bekken vol water. Ze zeiden dat ze op zoek waren naar de Zi-Za-Zuurgoedverkoopster. Ik probeerde ze nog tegen te houden, maar ze gaven me een duw en smeten de deur van de lift voor m'n neus dicht. Volgens mij zijn ze iets heel slechts van plan. Pas op, pas op!’ Dan kan hij niet meer en valt buiten adem, hijgend, languit op het terras.