7. Het Magische Meer en De Hoge Berg
Ze lopen verder over een weg die niet meer alleen verlicht wordt door Yandabitana, maar ook door de vele stralende sterren. De weg begint langzaam te stijgen. Aan beide kanten groeit er nu alleen maar hoog gras met lange pluimen. Die buigen zich onder zacht gefluister voortdurend naar elkaar toe, zodat Ed en Rik er nu zeker van zijn dat ze een gesprek voeren of elkaar boodschappen doorgeven. Nu en dan vangen ze zelfs hoge klanken op.
Yandabitana heeft niet de minste moeite met de steeds steiler wordende weg. Ed en Rik doen hun best om hem bij te houden. Rik fluistert zijn broer toe: ‘Ed, heb je opgemerkt dat Yandabitana niet loopt over de weg, zoals wij? Let maar op zijn voeten: die zweven boven de grond.’ Ed kijkt naar de voeten van Yandabitana. Rik heeft gelijk. ‘Alweer een wonder in deze wereld vol wonderen’, zegt hij zachtjes. En wat luider: ‘Heer Yandabitana, waarheen brengt u ons nu?’
‘We zijn op weg naar De Hoge Berg’, klinkt de stem uit de lichtkring die vóór de jongens zweeft. ‘Nadat we De Hoge Berg hebben beklommen, gaan jullie spoedig daarna terug naar jullie eigen wereld. Maar let op: zoals De Knarsende Deur toegang gaf tot De Steenwereld, Het Houten Hek tot De Groenwereld en De Lichtboom opzij stapte om de verdere weg voor ons vrij te maken, is ook daar een hindernis die genomen moet worden om De Hoge Berg te mogen beklimmen.’
‘En mogen we u vragen welke die is, Heer Yandabitana?’ zegt Ed.
‘Het is Het Magische Meer en evenals bij de voorgaande plaatsen is er iemand die de wacht houdt en beslist of we verder mogen gaan.’
Korte tijd later houdt de weg op en staat het drietal voor een groot meer waarin zich vele stondoifi-sterren weerspiegelen. Aan de overkant rijst een enorme berg op. Hoe moeten ze bij De Hoge Berg komen om hem te beklimmen? Er is nergens een boot te zien. Zouden ze de afstand zwemmend moeten afleggen? Zowel Ed als Rik zijn goede zwemmers. Ze hebben al tweemaal meegedaan aan de jaarlijkse marathon Domburg-Paramaribo, maar dat was in de Surinamerivier waar tientallen volgbootjes op de zwemmers letten.
Het water van Het Magische Meer ziet er niet bepaald aanlokkelijk uit. Het is pikzwart en af en toe lijkt er met een bbbllluppp - geluid iets griezeligs naar de oppervlakte te borrelen. Stel je voor dat ze worden opgewacht door sidderalen of roofvissen...
Opnieuw leest Yandabitana hun gedachten: ‘We gaan in geen geval zwemmend naar de overkant. Het Magische Meer is niet te vergelijken met de Surinamerivier. Op de bodem leven de familie Sidderaal en een reus van een anjumara die niet zoals de Groenkoppen eerst waarschuwen als ze gestoord worden, maar meteen en zonder pardon aanvallen. Ze zijn boos op alles en iedereen omdat ze lang geleden voor straf werden opgesloten in Het Magische Meer. Dat is echter een lang verhaal, te lang om nu te worden verteld. De sidderalen geven je een flinke electrische schok en de anjumara gebruikt zijn scherpe tanden maar al te graag.