6. De stondoifi in De Lichtboom
Welkom in De Groenwereld', klinkt de stem van Yandabitana. ‘In De Steenwereld zagen jullie enkele beelden uit jullie leven, goede en minder goede, maar zo is het nu eenmaal. Het kan geen kwaad er een keer vanaf een afstand naar te kijken.’ ‘Wat zullen we nu gaan zien, Heer Yandabitana?’ durft Ed te vragen. Hij heeft het ‘Heer Yandabitana’ overgenomen van Vriend Wachter Van De Groenwereld, want hij heeft begrepen dat hun begeleider belangrijk is en met respect moet worden aangesproken.
‘Allereerst natuurlijk veel groen’, is het antwoord, ‘bomen, kort gras en lang gras met pluimen, planten, bloemen, alles dat groen is, behalve...-en weer is er in de donkere ogen iets dat op een lach lijkt-, behalve de groenkoppige watergeesten. Die hebben we allang achter ons gelaten. Wacht maar af wat we verder nog zullen zien.’
Het is minder donker om hen heen. De hoge bomen aan beide kanten van de weg zijn duidelijk te zien. Even later is er ook gras tussen de bomen: prachtig groen gras, zoals Yandabitana heeft verteld. Kort gras en ook lang gras met pluimen die heen en weer wuiven alsof ze elkaar boodschappen doorgeven. Ze maken ruisende geluiden. De planten en de bloemen verschillen van de planten en de bloemen die de jongens kennen. Ze hebben vreemde vormen en kleuren. Net als de graspluimen wekken ze de indruk dat ze voortdurend met elkaar in gesprek zijn. Er is gesjirp van krekels, gezang van vogels en af en toe grote nachtvlinders en torren, aangetrokken door Yandabitana's licht.
Plotseling worden ze gedwongen stil te staan. Behalve Yandabitana's licht waaraan ze gewend zijn geraakt, is er vóór hen, midden op de weg, een ander groot licht. Als de ogen van Rik en Ed gewend zijn aan deze nieuwe lichtbron, onderscheiden ze opnieuw een enorme boom. Hij verspert hen de weg en ook deze is prachtig groen. Een frisse geur als van pas gevallen regen en vochtige bladeren waait hen tegemoet. Er klinkt een meerstemmig koekoeroeoe... koekoeroeoe....
En dan: diep uit de lichtgevende boom een stem die elk woord langzaam en duidelijk, bijna zingend, uitspreekt: ‘Mijn Heer en Vriend Yandabitana, wat brengt u op het pad van De Lichtboom? En wie zijn de twee mensen uit een andere wereld die bij u zijn? Voor zover ik het kan beoordelen, horen die niet bij ons.’
‘Dat is waar, Vriend Lichtboom’, is Yandabitana's antwoord. ‘Ze zijn mensen uit een andere wereld dan de onze, zoals u reeds opmerkte, maar ik beloof dat ik, Yandabitana, er persoonlijk op toezie dat zij zich onderwerpen aan mijn leiding gedurende hun tijdelijke verblijf bij ons.’
Evenals De Wachter Van De Groenwereld antwoordt Vriend Lichtboom: ‘Ik vertrouw op uw wijsheid, mijn Heer en Vriend Yandabitana. U mag verdergaan op het pad van De Groenwereld.’ Na die plechtig uitgesproken woorden heft Vriend Lichtboom langzaam zijn takken omhoog.