3. De geheimzinnige stem
We moeten niet te ver gaan Ed', durfde Rik na enkele minuten voorzichtig te zeggen. ‘We zouden kunnen verdwalen.’
‘No man’, was het lakonieke antwoord, ‘als we de voorkant niet kunnen nemen, dan proberen we toch gewoon de achterkant? En de weg terug vinden we altijd. Kijk, die berg stenen daar lijkt me goed te beklimmen. Dan zijn we toch niet voor niks gekomen.’
Toen ze echter voor de steenmassa stonden, hoorden ze boven het ruisen van het water uit opeens een raar, knarsend geluid. Het leek wel alsof de stenen door twee reuzenhanden tegen elkaar werden gewreven. Voor hun verbaasde ogen ontstond er een opening tussen de rotsblokken, groot genoeg om een mens door te laten.
Rik en Ed deinsden terug voor het wonder dat ze voor hun ogen zagen gebeuren. Ze draaiden zich om om weg te rennen. Toen klonk ook hier een stem. Het was een zware stem, zo streng dat Rik en Ed als aan de grond genageld bleven staan. Hij klonk echter niet dreigend, zoals die van de groenkoppige watergeesten. Hij scheen uit de opening tussen de rotsblokken te komen. Of ze het wilden of niet, ze moesten luisteren naar wat de stem te vertellen had.
‘Twee jongens uit de stad, hierheen gereisd om de Raleighvallen te bewonderen..., zo, zo, zo...’, klonk het, niet onvriendelijk, ‘zo ver van huis en nog wel tegen hun zin, midden in het bos, nieuwsgierig naar de grote sula, maar niet bedacht op de groenkoppige watergeesten die de sula als hun eigendom beschouwen en geen indringers dulden. Ze zijn er in geslaagd jullie af te schrikken, de ijdele groenkoppen die alleen maar vanaf een afstand bewonderd, maar vooral niet gestoord willen worden. Ze zijn onbetrouwbaar. Jullie waren gelukkig verstandig en namen de zijkant, ademden de betoverende bosgeur in en ontdekten de toegang tot De Steenwereld Van Yandabitana.’
Terwijl Rik en Ed naar de indrukwekkende stem luisterden, kregen ze een eigenaardig gevoel... De bezitter van de stem leek alles over hen te weten. Toen hij hen vervolgens uitnodigde om door de opening naar binnen te komen, leek het hun de gewoonste zaak van de wereld om die uitnodiging aan te nemen. Met gesloten ogen en vooruitgestrekte armen liepen de broers als slaapwandelaars achter elkaar door de opening De Steenwereld Van Yandabitana binnen, het onbekende tegemoet. Toen ze opnieuw het knarsende geluid hoorden, begrepen ze dat de opening in de rotsen zich achter hen gesloten had.