Zijn mond staat niet stil. ‘Ik droomde..., ik droomde dat ik wakker werd,’ roept hij boven het geluid van het stromende water uit. ‘En toen ik in mijn droom ging zitten en naar buiten keek, zag ik opeens een ster uit de hemel vallen, een ster met heel veel licht!’ ‘Opschieten nu Arjuna, afdrogen en aankleden, je moet ook nog ontbijten. Je mag niet te laat op school komen.’ Intussen heeft Arjuna zich aangekleed en hij vertelt de rest van zijn verhaal over de ster: ‘Luister nou toch even ma. Die ster viel door de shutters en de klamboe op mijn bed. En toen zag ik opeens dat het helemaal geen ster was, maar... een meisje. Een heel mooi meisje!’ Zijn moeder luistert maar met een half oor. Ze is al gewend aan de verhalen van haar zoon. Maar Arjuna is nog niet klaar: ‘Ze heet Anuradha. A-nu-ra-dha..., mooie naam no ma? Ze heeft me verteld dat het “stralende ster” betekent. Ze is vanaf nu mijn vriendin. En ze is bij me komen blijven.’ Er komt een dromerige blik in Arjuna's ogen... ‘Anuradha is echt heel erg mooi. Haar jurk is van licht. En haar haren zijn van goud en haar slippers ook.’ Ma weet alweer genoeg. Eigenlijk vindt ze dat dit kinderachtige gedoe nu maar eens moet ophouden. Maar tegen Arjuna zegt ze: ‘Over je nieuwe vriendin zullen we het later nog wel hebben. Kom nu eerst maar je brood eten en je cacao drinken. Bovendien heb ik een verrassing voor je.’ Arjuna is meteen een en al aandacht. Hij is dol op verrassingen. ‘Je neefje Krishna uit Nickerie wil graag in Paramaribo, bij jou, Divali komen vieren.’ ‘Echt? O wat leuk!’ roept Arjuna blij verrast uit. ‘En dan nog iets’, voegt zijn moeder er glimlachend aan toe. ‘Oom Ram brengt niet alleen Krishna, hij brengt ook een pup mee. Hun hond heeft kleintjes gekregen. Dan heeft Ba Tigri ook een vriendin, want het is een vrouwtje.’ Arjuna is zo
opgewonden dat hij zich verslikt in zijn cacao. ‘O wat leuk ma, wat leuk, hoe ziet de pup er uit?’ ‘Net zulke strepen als Ba Tigri, heeft oom Ram verteld’, zegt ma. ‘O, dan weet ik al een naam voor haar’, roept Arjuna uit, ‘Tigora..., Tigora gaat Ba Tigri's vriendin heten. Vind je dat goed ma?’ Ma vindt alles prima.
Ridrie, die voortdurend in Arjuna's buurt is, heeft alles gehoord. Over de ster die uit de hemel is komen vallen. En dat er ook nog een neefje uit Nickerie komt. Hij is woedend! Het ging zo goed tussen Arjuna en hem. En dan nu die ster die een meisje is..., een jurk van licht en haren en slippers van goud nog wel. Toe maar, dat belooft niet veel goeds. Dat gaat alles bederven. Ze moet gestuurd zijn door die Masra Fu Stari Kondre, waarover hij zijn baas, Bubu Fu Dungru alleen maar slechte dingen heeft horen grommen. Met dat neefje zal hij misschien geen moeite hebben. Met Arjuna en ook met de buurjongen is het gelukt... Maar met een meisje dat eigenlijk een ster is, een jurk van licht draagt en haren en slippers van goud heeft... Ridrie ziet het somber in.