3. Arjuna
Arjuna is een slimme, levendige jongen met heel veel fantasie. Hij is vijf jaar, bijna zes. Hij heeft geen broertjes of zusjes en ook geen vrienden of vriendinnen. Hij voelt zich vaak alleen. Hij gaat natuurlijk wel naar school. Hij zit in de kleuterklas B. Daar zijn natuurlijk ook andere kinderen. Maar Arjuna vindt die saai en hij verveelt zich. Ook de spelletjes en de liedjes die juf de kinderen leert, vindt hij stom. Vaak hoort hij 's nachts, als hij droomt, een stem die de prachtigste liederen zingt. Die liederen vindt hij mooi, ook al kan hij de woorden niet verstaan.
Wat Arjuna wel heeft is een hond, zijn enige vriend. Het is een mannetje met een mooie gestreepte vacht. Daarom hebben ze hem Ba Tigri genoemd. Arjuna speelt 's middags wel met zijn hond op het erf, maar Ba Tigri kan niet praten. Hij geeft geen antwoord als zijn baasje hem iets vertelt of iets vraagt. Hij kan alleen maar luid blaffen.
Er is een buurjongen die iets ouder is dan Arjuna. Maar aan hem heeft hij ook al niets. De buurjongen probeert Ba Tigri op te hitsen, noemt hem een lelijke, vieze hond en gooit soms stenen. Tegen Arjuna maakt hij bullebak. Die is niet zo verlegen dat hij geen bullebak terug durft te maken..., soms roept hij zelfs: ‘Wacht, ik kom je schoppen straks!’