2. Bubu Fu Dungru
Vaak gebeurt het dat een kind geen mooie, maar angstige, slechte dromen heeft als het slaapt. Overdag is het ongehoorzaam, vrijpostig, zeurt, wil dingen vernielen. Masra Fu Stari Kondre merkt het wel op, maar weet dat iemand anders dan aan het werk is: Bubu Fu Dungru. Dit monster woont heel, heel ver van Masra Fu Stari Kondre vandaan. Hij woont diep, diep onder de grond in een donker, smerig hol. Hij is niet mooi als Masra Fu Stari Kondre. Hij is vormloos. Hij is alleen maar een grote, vette, dikke brok klei met een paar gemene ogen en een vals grijnzende bek. Zijn donkere hol heeft een gang die naar boven, naar de mensen, leidt. Mooi zingen als Masra Fu Stari Kondre kan hij niet. Het enige geluid dat hij maakt is een dreigend gegrom. Hij is omringd door lelijke kleine didibri. Zij alleen kunnen hem verstaan. Net als Masra Fu Stari Kondre heeft ook Bubu Fu Dungru toverkracht. Ook hij merkt het op als een kind eenzaam is en graag een vriend of vriendin wil. En hij gebruikt zijn toverkracht dan voor een van de lelijke kleine didibri die hem omringen.