Dat stomme economenvolk met zijn heilige koeien
(1976)–J. Pen– Auteursrechtelijk beschermd41. Keerpunt '72: niet zo smakelijkGa naar voetnoot*Ik lees ‘Keerpunt 1972’, het concept voor het progressieve regeerakkoord, en ik denk: wat irriteert mij toch zo. Dit programma lijkt immers heel sympathiek, het staat vol voornemens waar ik het altijd mee eens ben geweest, en die paar ideeën die me niet bevallen zijn te vergelijken met de wratten en de rimpels van de beminde: ze stimuleren eerder dan ze remmen. (Zo spreekt het regeerakkoord over een gezinssubsidie, en bij mij rijst de vraag: wat moet dat, valt dat te rijmen met een anti-overbevolkingspolitiek? En dan is er de intrekking van het collegegeld - een heel lelijke wrat op een strategische plek.) Maar in hoofdzaken: 'n smakelijk plan, waarin van alles wordt ‘aangepakt’. We krijgen er 170.000 woningen per jaar bij, het minimumloon stijgt sneller dan het gemiddelde loon, allemaal aanvullend waardevast of welvaartsvast pensioen, er komt een inkomenspolitiek, | |
[pagina 167]
| |
de inflatie zal eindelijk doeltreffend worden bestreden, het milieu wordt gered, de werkloosheid gaat weg, de steden worden vernieuwd, werkende jongeren en oudere werknemers komen beter aan hun trekken, studenten worden van staatswege onderhouden, en vooral: de fundamentele ongelijkheid wordt aangepakt. En iedereen participeert in alles. Schitterend, en waarom dan dat sjagrijnige gevoel?
Nu, een eerste oorzaak van mijn ergernis is te traceren door dit programma te vergelijken met het rapport van de commissie-Mansholt. Daar hadden mensen van dezelfde progressieve drie, tot redding van het milieu, een beleid van zweet en tranen uitgezet, en wel in zodanige mate dat ik ongeveinsde verbazing aan de dag legde over politici, die zich mijlenver hadden verwijderd van wat de meeste mensen willen. Dat was een moedig stuk, al kon men twijfelen aan de realiseerbaarheid. Vergelijk dat grimmige rapport met dit concept-regeerakkoord: hier krijgt haast iedereen zijn zin. Alle kiezers wordt honing om de mond gesmeerd. Sinterklaas pakt uit of het niet op kan. Toegegeven, ‘Keerpunt 1972’ bevat ook enkele lastenverzwaringen, speciaal op auto's, maar de nieuwe belastingen worden toch maar heel vaagjes omschreven, en ze drukken allemaal op de hogere inkomens (terwijl iedereen weet dat de progressie nauwelijks kan worden verhoogd) en op de vermogens (terwijl iedereen behoort te weten dat de reële inkomens van de meeste beleggers thans al bijna negatief zijn, en nominaal nog slechts enkele procenten van het nationale inkomen belopen). Volgens dit document gaat weliswaar ook de BTW omhoog, maar dat was Van der Louw gisteravond alweer vergeten toen ik hem op de tv hoorde zeggen dat het nu juist zo schandelijk is van de KVP dat ze aan dit soort gemene belastingverhogingen meedoet. In grote trekken is dit een beleidsplan dat geeft, geeft, geeft, en nauwelijks iets neemt. Sinterklaas rijdt bijna gratis. Een ander woord daarvoor is: consumptieverhoging, of ook wel: inflatie. (En hetzelfde regeerakkoord gaat dan óók de economische groei in twijfel trekken, terwijl al deze plannen niet anders zijn dan juist economische groei. Van consistentie gesproken!)
Toch is de vrijgevigheid van dit programma niet mijn voornaamste ergernis. Die wordt opgewekt door de toon van de inleiding. Daar heet het: er gaat een keerpunt komen, in 1972, en dat is hoog nodig want Biesheuvel en de zijnen hebben heel wat op hun geweten. De inflatie, de werkloosheid, het milieu - dat gaan de progressieve drie héél anders regelen. Er staat ook ‘Kenmerkend voor de afgelopen periode was de grote vervreemding tussen burger en politiek. Het gevoerde regeringsbeleid heeft zich steeds verder verwijderd van de inzichten en de behoeften van de werknemers en hun organisaties, de laagstbetaalden, de bewoners van oude stadswijken, werkende jongeren, studenten en scholieren’. Als ik dit lees word ik misselijk. | |
[pagina 168]
| |
Want: de grote vervreemding (en de inflatie) zijn vooral ontstaan doordat de mensen méér willen - meer dan er is. Ze hebben bovendien de verkeerde neiging om de regering de schuld te geven van hun beperkte inkomens, en deze neiging wordt door de huidige oppositie handig uitgebuit. De vervreemding is dus door de progressieve drie (en door de Volkskrant, het Vrije Volk, Vrij Nederland, de Haagse Post) stevig in de hand gewerkt. Systematisch wordt de reële loonstijging ontkend; systematisch wordt verzwegen dat, ook onder het kabinet-Biesheuvel, een lichte teruggang van de hogere salarissen optreedt; systematisch wordt gelogen over de feitelijke beperkingen van het beleid. Dit is mijns inziens niet alleen onwaardig, maar het is ook een ernstige politieke fout. Deze kortzichtigheid zal zich namelijk wreken op de progressieve drie, mochten zij ooit aan de macht komen (wat ik persoonlijk hoop). Zij zullen dan een heel korte beleidsperiode voor zich hebben, net als Labour dat in Engeland had. Ook Labour had de mensen wijsgemaakt dat vanaf heden alles anders werd, en toen dat op een teleurstelling uitliep gingen ze weer op de conservatieven stemmen. Zo wordt een land onregeerbaar. Want als de progressieve drie, samen met wie dan ook, gaan regeren houdt de inflatie rustig aan. Als de loonsverhogingen doorgaan met de rendementen plat te drukken - en in het programma staat niets wat deze tendentie tegengaat - zal er werkloosheid blijven. De woningnood zal niet als bij toverslag verdwijnen. De steden zullen voorhands wel vol en onaangenaam blijven, vraag maar even na bij Han Lammers. Intussen zal het publiek steeds verder vervreemden van de publieke zaak. De rechtse oppositie krijgt een schitterende kans er gretig op te wijzen dat het kabinet-Den Uyl het land naar de bliksem helpt, en de mensen zullen het geloven. De oplaag van De Telegraaf stijgt en we maken ons zelf onregeerbaar.
Nu beweer ik niet dat er geen verschillen bestaan tussen de linkse en de rechtse beleidsvoornemens (maar ze zijn geringer dan je uit ‘Keerpunt 1972’ zou afleiden). Ik beweer evenmin dat het beleid geen speelruimte heeft, maar het is duidelijk dat die speelruimte beperkt is. Wat een fatsoenlijke politieke partij doet is de kiezer opvoeden tot inzicht in die beperkingen. Dat heeft niemand beter gedaan dan Den Uyl zelf, in zijn realistische pamflet over de smalle marges van de democratische politiek. Maar dat pamflet werd twee jaar geleden gepubliceerd, en het ademt een volstrekt andere geest dan deze tekst, die eerder de indruk wekt door gewetenloze reclamejongens bij elkaar te zijn geschreven. Gewetenloos - ik zeg het na koele overweging. Want hier wordt de democratie ondermijnd. Hier worden de mensen opgevoed in de politiek van de illusie: Sinterklaas bestaat. Hier wordt een solide grondslag gelegd voor politieke vervreemding en politiek extremisme, te zamen ook wel polarisatie geheten. | |
[pagina 169]
| |
Dat zie ik ongaarne, speciaal als het gebeurt met medewerking van een partij waar ik eigenlijk wel op zou willen stemmen, maar waar ik, om meer dan één reden, steeds meer moeite mee krijg. |
|