Dat stomme economenvolk met zijn heilige koeien
(1976)–J. Pen– Auteursrechtelijk beschermd40. OverbevolkingGa naar voetnoot*Er verschijnen op het ogenblik in de Nederlandse kranten allerlei commentaren over bevolkingsgroei, waarin beweerd wordt dat de aangroei van het aantal Nederlanders erg meevalt. Die berichten zijn geinspireerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat een nieuwe prognose heeft gemaakt, en door een artikel van het NIDI (het Nederlands Interuniversitair Demografisch Instituut) in het eerste bulletin van die instelling. De toon van kranteartikelen hierover is meestal sussend: het geboortencijfer loopt aardig terug, we naderen de nul-groei van de bevolking, dat gaat wel goed zo. Ik vind dat misplaatst optimisme. En het lijkt me ronduit verkeerd dat het NIDI in dat eerste bulletin gewaarschuwd heeft tegen het krachtig verder terugdringen van het geboortencijfer. Een snelle stabilisatie van het aantal Nederlanders zou een ‘desatreuze’ bevolkingsopbouw vereisen. Naar mijn mening is de overbevolking in Nederland nu al een ramp, en dat gaat nog erger worden. Het NIDI heeft een opinie ten beste gegeven die in hoge mate bestrijdbaar is, een politieke opinie bovendien die met wetenschap weinig te maken heeft. Ik ben niet vies van politieke meningen - dit stukje staat er vol van - maar ik vraag mij af of het NIDI nu heus is opgericht voor het maken van averechtse propaganda. De kwestie is deze. Het geboortencijfer is de laatste tijd opvallend gedaald; dat komt door de pil, een ‘rationeler voortplantingsgedrag’ (zo heet dat), en andere voor de hand liggende oorzaken. In 1965 was het cijfer nog ongeveer 20 per duizend inwoners, in 1971 was het gezakt tot ruim 18 per duizend, en in 1972 zal het waarschijnlijk onder de 17 terechtkomen. Die daling is op het eerste gezicht niet zo erg indrukwekkend, vooral niet omdat het sterftecijfer in de buurt van de 8 per duizend ligt. Wil de bevolking stationair blijven, dan moeten uiteraard geboorten- en sterftecijfer gelijk zijn. Maar op het tweede gezicht is de daling van het geboortencijfer wel indrukwekkend, omdat we een bevolkingsopbouw hebben met veel jonge echtparen. Hadden we een ‘normale’ bevolkingsopbouw, dan was, bij de huidige huwelijksvruchtbaarheid, de nul-groei al in zicht. Waar we eigenlijk op moeten letten is het aantal kinderen per gezin; | |
[pagina 165]
| |
als dat gemiddeld in de buurt van de 2,2 komt krijgen we een stationaire bevolking. Het ziet er naar uit, dat we, bij de huidige daling van het geboortencijfer inderdaad naar die toestand toegroeien. Het zal nog wel even duren voor we er zijn - dat komt door al die jonge gezinnen -, maar zo ergens in de volgende eeuw zullen we een nietgroeiende bevolking kunnen begroeten. Zouden we de bevolkingsstabiliteit op korte termijn willen forceren, dan zouden we een gemiddeld kindertal van 1,2 moeten zien te bereiken. De grote vraag is, of we moeten zeggen: de stabilisatie is op komst, dus hoeven we weinig meer tegen de overbevolking te doen, het probleem lost zichzelf op. Dit is zo'n beetje de opvatting van het NIDI, met daaraan gekoppeld: een kindertal van 1,2 gemiddeld is rampzalig. Mijn mening is heel anders. Als we naar de nul-groei toegroeien volgens de prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek zullen we in het jaar 2000 weliswaar lager aanspoelen dan de aanvankelijk voorspelde 17 miljoen Nederlanders, maar het worden er toch gauw een 15 miljoen. Dat is naar mijn mening veel te veel. We hebben met 13 miljoen al een tastbare overbevolking, en hoe eerder we de mensenmassa stabiliseren, hoe beter. Een dalende bevolking mag van mij ook. En een gemiddeld kindertal van 1,2 vind ik best. Het heeft weinig zin om hier nog eens uitvoerig uit te leggen waarom er mijns inziens overbevolking in Nederland heerst. Het is nog niet eens een kwestie van wat minder welvaart, wat minder huizen (de woningnood is goeddeels toe te schrijven aan de snelle bevolkingsgroei), en wat minder onderwijs per kind: het is vooral een kwestie van ruimtegebrek. De overbevolking wreekt zich in het westen van het land in volte, agressie, geen speelruimte voor kinderen, zenuwtoestanden. Ik weet wel dat daar ook andere oorzaken aan meewerken: het jachtige leven, het streven naar steeds méér en méér. De milieuvervuiling komt óók niet uitsluitend op rekening van de overbevolking, maar toch wel voor een stuk (mijns inziens ongeveer voor een kwart). Dit alles is wel bekend.
Minder bekend zijn de bezwaren tegen een krachtig omlaag drukken van het geboortencijfer, en daar heeft het NIDI het dan vooral over. Relatief veel ouderen, vergrijzing, dure oudedagsvoorzieningen, een relatief geringe beroepsbevolking, werkloosheid bij de onderwijzers en in de kinderwagenindustrie, kleine gezinnetjes met gemiddeld minder dan 2 kinderen. Die bezwaren zijn misschien reëel, en het valt het NIDI niet kwalijk te nemen dat het er op wijst. Maar zijn ze desastreus, zoals het NIDI zegt? Welnee. Het is althans een kwestie van smaak, en naar mijn smaak is het bijzonder smakeloos om de veroudering zonder meer als iets heel verwerpelijks te beschouwen. Een van de meest respectabele mensen die ik ken (hij is zelf inderdaad vrijwel witharig) hoorde ik, met enige ironie maar niet zonder treurigheid, zeggen: ‘Wat hebben | |
[pagina 166]
| |
ze toch tegen vergrijzing?’ Op dat moment dacht ik: dat NIDI appelleert aan de laagste sentimenten, zo van een Jong Gezond Volk, om een kwaaie zaak te dienen: de overbevolking op haar beloop laten. Zeer omstreden is voorts de kwestie van het kleine gezin. Een gemiddeld kindertal van onder de 2 lukt alleen als er veel kinderloze huwelijken bestaan. Iemand kan menen dat de maatschappij zo moet worden ingericht dat vrouwen die keus moeten hebben: dat is de bevrijding van de vrouw uit de slavernij van de voortplanting. Iemand anders kan menen dat een vrouw nooit gelukkig kan worden zonder een paar kinderen te hebben gekregen - het moederschap is de diepere zin van haar leven. Ik heb het gevoel dat het NIDI in deze kwestie stelling heeft genomen zonder het duidelijk te zeggen. Veel belangrijker dan deze kleine uitglijder van het Nederlands Interuniversitair Demografisch Instituut is natuurlijk de vraag wat er tegen de nog steeds doorgaande bevolkingsgroei kan worden gedaan. Er is een lange lijst van maatregelen denkbaar, die de meeste lezers wel ongeveer kennen: meer voorlichting over anticonceptie, vooral op scholen; propaganda; legale, gratis abortus, enz. In het lijstje komt maar heel zelden de afschaffing van de kinderbijslag voor (en eventueel de vermindering van de fiscale kinderaftrek), omdat dat een politiek taboe is van de eerste orde, en verder omdat sommige sociologen beweren dat de kinderbijslag niets, maar dan ook helemaal niets te maken heeft met de neiging tot het krijgen van kinderen. Welnu, als ik de baas was in Nederland, wat gelukkig niet zo is, zou ik de kinderbijslag in de kortste keer uit de wereld helpen, wat de sociologen er ook van zeggen, want zij weten het als het erop aan komt ook niet precies en je kunt beter het risico niet nemen. Ik wacht nu maar op de boze brieven van de lezers en op een gegriefd telefoontje van het NIDI. |
|