Mengelzangen
(1717)–Andries Pels– Auteursrechtvrij
[pagina 11]
| |
meent dat de zége niet wéch is te
draagen, Dan als ge een slaaf doet in
zyn kluisters klaagen; Is 't een blyk
van uw ge-bied? Ach! Fi-lis, ach,
zo vat ge uw voordeel niet. Ach!
Fi-lis, ach, zo vat ge uw voordeel niet.
| |
[pagina 12]
| |
2.'t Is eerder belachchelyk,
Ten minsten zeer hachchelyk,
Zo gy behoudt
Een hart dat op u bouwt.
Gy moet u érinneren, dat groote Heeren
Die al te stréng zyn, niet zeer lang regeeren;
Gaat het zo in eenen staat,
Weet dat het in de Min niet anders gaat. ://:
| |
3.Wil dan na my luist'ren;
Myn hart liet zich kluist'ren,
Door de édle vlam,
Die uit uw' oogjes kwam;
Het bouwde op uw goedheid, maar wordtge tierannig,
Ligtelyk dat het muit, én wordt wéêrspannig;
Handel dan wat zacht met my,
En ik blyf eeuwig in uw' slaaverny. ://:
|
|