te lopen. Er zullen zich wel
een paar hier in de bossen schuilhouden.’
Noortje was op haar knieën gaan zitten. Ze keek tussen de
braamstruiken door het donkere sparrenbos in en huiverde. Daar was de kuil, een
zwarte rechthoek in de aarde.
‘Laat mij eens voelen,’ zei ze, ‘houden jullie die nare takken
weg...’ en ze stak haar hand al omlaag.
‘Ik voel iets zachts,’ zei ze. ‘Kleren. Een jas of zo.’
‘Ga staan,’ zei Theo en zijn stem klonk boos. ‘Laat mij maar voelen.
Hou die tak vast, Noor.’ En hij ging zelf vlug op zijn hurken zitten en duwde
Noortje opzij.
Soms is het net of hij niet wil dat je bij hem bent, dacht Noortje
verdrietig. Maar ze kon niet weten dat Theo opeens bang was geworden. Hij had
gedacht: wie weet wat er in die kuil ligt. 't Kan wel een dooie mof zijn, je
kunt alles verwachten. En ik, idioot, laat dat kind erin grijpen.
Hij voelde ook iets zachts. Ja, het was een kledingstuk. En hij
pakte het eruit en gooide het op de grond in de sneeuw. Het was een jas, een
Duitse soldatenjas.
‘Wacht even, jongens, er is nog meer!’ riep hij, en even later vloog
er een tas door de lucht en kwam in de sneeuw terecht. Noortje liet van
opwinding de tak los, die ze vast moest houden. Het was zo'n mooie tas, een
ransel eigenlijk. Ze hadden alle drie wel eens gezien dat Duitse soldaten zo'n
ransel op hun rug droegen, wanneer ze op mars waren. Ze hadden ze wel eens zo
in colonnes langs de weg zien marcheren. De klep van de tas was van bont, mooi
ruig lichtbruin bont. Jammer, er zat alleen een stukje zeep en een kluwentje
wol in.
‘Van welk dier zou dat bont zijn?’ vroeg Noortje aan Evert.
Maar die luisterde niet. Hij keek naar Theo, die overeind was
gekomen met nog iets in zijn hand. Een groot mes hield Theo vast, een glanzende
zilverkleurige bajonet. Theo stond in elkaar gekrampt met een hand voor zijn
borst. Plotseling draaide hij zich om, deed een paar stappen van hen af en
begon vreselijk te hoesten.
Het hoesten duurde lang, er leek geen eind aan te komen en het klonk
zo akelig en benauwd. Ze zagen Theo's schouders schudden, zijn hoofd hield hij
voorover gebogen. De ene arm