De plaats van het hulpwerkwoord, verleden deelwoord en infinitief in de Nederlandse bijzin(1953)–Anita Pauwels– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina *1] [p. *1] [Boek 2: kaarten] 1. De jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu dood. Vorige Volgende