de hij bij de politie. Daar kon je de macht laten gelden die hij heimelijk ambieerde. In een vechtpartijtje met zijn schoolmakkers had ie zich nooit gemengd. Hij nam liever de vlucht dan het risico van een bloedneus, maar was ie eenmaal inspecteur van politie, later misschien zelfs commissaris, dan kon hij zich laten gelden en anderen bevelen, die zijn orders hadden op te volgen...
Tot de feestdagen behoorde zijn bezoek aan het circus, waarop ook oom Felix verzot was. Deze voornamelijk omdat hij, de notabel, in het oog viel en minzame groetjes kon uitdelen aan de naburige logés waarin zich kennissen van rang en stand bevonden.
Guido stelde hoofdzakelijk belang in de zweepknallende onverschrokkenheid van de dierentemmers en de levensgevaarlijke toeren van de in de nok van het gebouw aan hun trapezes zwevende acrobaten.
Voor de dames daaronder had hij een speciale bewondering. Van de opwindende componenten dezer bewondering gaf hij zich nog geen rekenschap. Het ging er niet alleen om dat ze haar manlijke collega's in stoutmoedigheid evenaarden, maar haar uitzonderlijke kledij, de nauwsluitende maillots en hun sierlijke en uitdagende bewegingen, wekten een blos in zijn wangen, waarvoor hij zich een beetje schaamde.
Toch had oom Felix het in de gaten. Na afloop vroeg hij met een ietwat spottend lachje: