De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker
(1993)–Max Paumen– Auteursrechtelijk beschermdMax Paumen, De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker. L.J. Veen, Amsterdam / Antwerpen 1993
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 2063785
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De laatste gang. Het verdwijnen van de Europese mijnwerker van Max Paumen uit 1993.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 163, 164, 165, 166.
Pagina's 8 en 9 ontbraken in het voor digitalisering gebruikte exemplaar. Ze zijn aangevuld uit het exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1029 G 43.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (2, 8, 12, 160) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
DE LAATSTE GANG
[pagina 3]
Max Paumen
DE LAATSTE GANG
Het verdwijnen van de Europese mijnwerker
Uitgeverij L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen
[pagina 4]
Uitgeverij L.J. Veen maakt deel uit van uitgeverij Contact
© 1993 Max Paumen
Alle rechten voorbehouden
De uitgever heeft getracht de auteursrechten van de foto's naar behoren te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Omslagontwerp: Pieter van Delft, adm International bv
Typografie: John van Wijngaarden
D/1993/0108/580
cip-gegevens koninklijke bibliotheek, den haag
Paumen, Max
De laatste gang: het verdwijnen van de Europese mijnwerker / Max Paumen. - Amsterdam [etc.]: Veen. - Ill.
Met reg.
isbn 90-254-0136-8
nugi 641/836
Trefw.: mijnwerkers; Europa; geschiedenis/mijnbouw.
[pagina 5]
Inhoud
inleiding | 9 |
1. de laatste mijn in Belgie
De sluiting van de laatste mijn in Zolder in Vlaams België; de cijfers Europees en mondiaal; de Belgische mijngeschiedenis, de perikelen rond de sluitingen, het drama-Zwartberg 1966 (3 doden), het drama-Maurice de Wilde (regering verbiedt uitzending van tv-documentaire Het mijnalarm), de vermeende Waalse voortrekkerij ten opzichte van Vlaanderen; het optreden van crisismanager Thyl Gheyselinck, die uiteindelijk de mijnen zal sluiten, de gevolgen van de mijnsluitingen, die in Belgisch Limburg uiteindelijk minder dramatisch zullen zijn dan in eerder afgeschreven mijnstreken als het Luikse bekken en de Borinage; La Catastrophe van Marcinelle in de Borinage en hoe het afliep met een van de geredde mijnwerkers; Le Grand Hornu, een mijncomplex, staaltje van industriële archeologie; de vervoering van een gepensioneerde mijnwerker in Blegny in het Luikse bekken; de beschrijving van een van de typische mijnwerkerswijken: de cité van Eisden. |
13 |
2. applaus in nederland
De aankondiging van de mijnsluiting op 17 december 1965 in Nederlands Limburg; de geschiedenis in het kort van de Nederlandse mijnindustrie; de rol van de katholieke mijnwerkersleider Frans Dohmen, wiens patriarchale opstelling zorgde voor arbeidsrust en daarmee voor een goed investeringsklimaat; het ineenstorten van twee monoculturen (katholieke kerk en mijnindustrie); het leed dat er nog altijd is onder oud-mijnwerkers, de wijze waarop Nederlands Limburg het ingrijpende proces min of meer te boven is gekomen. Ook de kolenboer sterft uit. |
57 |
[pagina 6]
3. silicose
Een slopende, lang miskende beroepsziekte; over een ereschuld die uiteindelijk maar ten dele werd ingelost. |
76 |
4. de britse kolenoorlog
De toestand in Engeland begin 1993; de marathonstaking van 1984/1985 en de tweespalt door die staking veroorzaakt; de Britse plannen van oktober 1992 om 31 mijnen te sluiten, de verontwaardigde reacties daarop van het Britse publiek en de onrechtmatig-verklaring van de sluitingen door het Hooggerechtshof; wat er ten slotte van de sluitingsplannen terechtkwam; de mijnwerkers van Thurcroft vochten tevergeefs voor het openhouden van hun mijn; wél geslaagde particuliere initiatieven in Zuid-Wales. |
82 |
5. de mijn in
Een beschrijving van de 123 vierkante kilometer grote onderaardse stad in het Duitse Kamp-Lintfort. |
101 |
6. duitse kolen onder vuur
De situatie bij onze Oosterburen: te hoge subsidiëring, terechtwijzingen door de Europese Commissie. De mijnen als werkverschaffing, de kolen als strategisch wapen. |
108 |
7. de mijnwerkersaard
De mannen van staal met een hart van goud, hun kameraadschap, hun verknochtheid aan hun mijn, die altijd de beste is, de bitterheid onder de vergeten helden. |
115 |
8. de roemeense obsessie
Nederlands Limburg als voorbeeld voor de herstructurering van de mijnen in Roemenië; de mijnwerkers als obsessie voor ‘Boekarest’ en sussende woorden van een staatssecretaris. |
120 |
9. het milieu
Het stoken van kolen is belastend voor het milieu; West-Europa heeft het geld om er iets aan te doen, in Oost-Europa sterven niet alleen de bossen maar ook de mensen vroegtijdig. |
126 |
[pagina 7]
10. privatisering van de tsjechische mijnen
De mijnwerkers in Tsjechië verzetten zich op advies van Belgisch Limburgse collega's tegen privatiseringsplannen van crisismanager Gheyselinck; een vakbondsman vindt dat men de kolen beter in de grond kan laten zitten totdat er technieken zijn om ze mensvriendelijker te delven en milieuvriendelijker te gebruiken. |
130 |
11. zwaar weer in polen
De grootste kolenproducent van Europa aan de vooravond van een ingrijpende sanering, waarmee 170 000 arbeidsplaatsen zijn gemoeid; ondergronds met een ‘Hollandse’ ontmoeting; het optimisme over de terugkeer van de gouden tijden. |
136 |
12. de toekomst
De toekomst van de kolen ziet er voor de landen van de Europese Gemeenschap slecht uit, met uitzondering van Groot-Brittannië. Slacht men met de mijnsluitingen de kip met de gouden eieren? |
145 |
13. beschermheiligen en putheksen
Wereldwijde solidariteit, literatuur, muziek, putheksen, Kasper en de beschermheilige van de mijnwerkers Sinte Barbara. |
152 |
epiloog | 161 |
noten | 163 |
register | 167 |