Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non(2007)–Anke Passenier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Tiende Deel De terugkeer Toen deed ze snel haar kleren uit Om stilletjes, zonder geluid Daarmee haar kinderen toe te dekken Want ze wilde hen niet wekken Ze kuste ze zachtjes op hun mond En zei: Ach kinderen, blijf gezond 'k Laat jullie hier in het vertrouwen Op Maria, Onze Lieve Vrouwe Had zij niet voor me ingestaan Dan had ik zoiets nooit gedaan Voor al het geld ter wereld niet! Toen ging ze weg in groot verdriet... In tranen, moederziel alleen Rende zij naar 't klooster heen Ze kwam de boomgaard ingelopen En daar stond de poort al open Ze ging erdoor, gezwind en snel En zei: Maria, dank u wel 'k Ben nu al hier binnen de muren Laat mijn geluk nog even duren [pagina 54] [p. 54] Waar ze ook kwam, steeds vond ze daar De deur wijd openstaan voor haar Tenslotte kwam zij in de kerk Daar deed ze ooit haar kosterswerk Zachtjes zei ze toen: O Heer Zorg toch dat ik mijn habijt weer Terugvind op Maria's altaar Al is het ook na veertien jaar Toen vond ze, ook al klinkt het gek Haar kleren op dezelfde plek Waar zij ze ooit had uitgedaan En haastig trok zij ze weer aan Maria, bad zij, schoonste der bloemen Overal moet men U roemen U, die het kind droeg zonder pijn Dat voor altijd Heer zal zijn Onvergelijkelijk is uw waarde Want uw Zoon schiep hemel en aarde God zelf bewees U deze eer Die verliest U nimmer meer God de Heer, ons aller broeder Hij gehoorzaamt U als moeder En U mag zijn dochter heten 't Is een troost om dat te weten [pagina 55] [p. 55] Ieder die bij U zijn nood klaagt En U om genade vraagt Zelfs op 't einde van zijn leven Zult U hulp en redding geven U bent een toeverlaat in nood Al was mijn leed onzegbaar groot - U wilde het ten goede keren En met recht mag ik U eren Toen zag zij ook meteen daarna Haar sleutels hangen voor Maria Op dezelfde plek waar zij Ze achterliet in de abdij Zij stak ze bij zich en liep door Naar het felverlichte koor Waar aan alle hoge wanden Vele lampen helder brandden Vervolgens ging ze naar de boeken En zorgde snel zonder te zoeken Dat zij op hun plekje lagen Net zoals in vroeger dagen Ze bad tot Maria de hele tijd Om hulp uit alle narigheid Ook voor de kinderen die zij verliet Die achterbleven in groot verdriet [pagina 56] [p. 56] De dag was intussen voorbijgegaan De klok van middernacht sloeg aan Ze hoorde het en greep toen gauw Het uiteind van het klokkentouw Ze luidde de klokken toen het net De tijd was voor het nachtgebed De nonnen hoorden 't allemaal En kwamen haastig uit de slaapzaal Geen van de zusters had het door Dat iemand anders in het koor De klokken luidde dan daags tevoren - Niemand had het kunnen horen Toen is de non in 't klooster gebleven Geheel zonder schande haar verdere leven Maria had in haar plaats gewerkt En niemand had het ooit gemerkt Zo was de zondares bekeerd Dankzij Maria, hoog geëerd Die trouw haar vrienden bijstand biedt Als zij in nood zijn of verdriet *** Vorige Volgende