Beatrijs. Het middeleeuwse verhaal van de verliefde non(2007)–Anke Passenier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Tweede Deel Ontmoeting achter tralies Hoor nu hoe het verderging: Zij schreef de schone jongeling Die haar dierbaar was en lief Een uitnodigende brief Ze verzocht hem: Alsjeblieft Als het jou niet erg ontrieft Kom dan hier in snelle draf Je geluk hangt ervan af Een bode reed toen in 't geheim Naar waar de jongeling moest zijn En overhandigde de brief Die hem gestuurd was door zijn lief De jongen nam hem aan en las Wat er door haar geschreven was Hij was het lange wachten moe En wou meteen naar 't klooster toe Want al sinds hun twaalfde jaar Beminden deze twee elkaar Ze moesten dus van toen af aan Veel verdriet en pijn doorstaan [pagina 18] [p. 18] Hij deed precies zoals zij zei En reed met spoed naar de abdij Waar hij bij het raampje plaatsnam En wachtte tot zijn lief eraan kwam 't Duurde niet lang tot zij verscheen En door de ijzeren tralies heen Probeerde ze zijn blik te vangen Hevig smachtend van verlangen Vaak zuchtten zij toen diep en luid Ze hielden het haast niet meer uit Omdat hij buiten en zij binnen zat En liefde hen gevangen had Zo zaten ze daar lange tijd En waren helemaal de kluts kwijt Ze bloosden om de haverklap En werden dan weer bleek en slap O God, zei zij, het doet zo'n pijn Hoe kan ik zo ellendig zijn? O allerliefste, troost me dan Ik word er zo wanhopig van! De liefde heeft mij diep verwond 'k Word nooit meer vrolijk en gezond En nooit zal ik gelukkig wezen Alleen jij kunt mij genezen [pagina 19] [p. 19] Mismoedig antwoordde hij toen Och vriendin, wat kan ik doen? Je weet hel toch, al zoveel jaar Voelen wij liefde voor elkaar Maar ach, wij hadden nooit de tijd En nimmer de gelegenheid Om elkaar een keer te kussen Altijd kwam er wel iets tussen God moet Venus maar verdoemen Die zulke wondermooie bloemen Laat verwelken en vergaan Zij heeft ons dit aangedaan! Als je 't habijt maar af wou leggen En mij de juiste tijd zou zeggen Om je hiervandaan te halen Heus, dan kwam ik zonder dralen Ik pakte al mijn koffers vol Met mooie kleren van zuiver wol Mantels, rokken en warme stola's Met bont geveerd van vos en haas En wat er ook gebeuren zal 'k Verlaat je nooit - in geen geval Ik stort mi in dit avontuur Voor lief en leed, voor zoet en zuur [pagina 20] [p. 20] Zo zwoer hij haar voor eeuwig trouw Daarop zei de schone jonkvrouw: Graag neem ik je woorden aan Liefste, ik zal met je meegaan Zo ver, dat niemand in d'abdij Te weten komt waarheen je mij Hebt weggevoerd en in 't convent Geen mens nog mijn verblijfplaats kent Kom dan over een nacht of acht 't Is 't beste dat je op me wacht In de kloosterboomgaard hier Bij de wilde egelantier Blijf daar staan. Ik kom de poort uit En dan word ik graag je bruid Die met je meegaat overal Wat er ook gebeuren zal Als er geen problemen zijn Door ziekte, koorts of erge pijn Dan zal ik zeker bij je komen Daarginds onder de appelbomen Ik hoop toch zo, mijn liefste man Dat ik jou dan vinden kan En dat jij daar in de nacht In het maanlicht op me wacht Vorige Volgende