een razzia op ongewenste vreemdelingen is het op dinsdag 27 november 1742 in de woning van Mathias Ponts opnieuw prijs. De justitie arresteert Anna Gertrudis Ponts. Deze vrouw heeft zich lange tijd in het huis van Mathias Ponts opgehouden. Anna Ponts is afkomstig uit het Guliks gebied. Zij is getrouwd met Joannes Ponts en is zodoende een halve nicht van haar man. De schepenbank weet, dat Anna de vorige zomer in de gevangenis te Gulick heeft gezeten.
Haar man is uit de gevangenis te Eschweiler ontsnapt. Na verhoor van de vrouw en Mathias Ponts eisen de schepenen, dat Anna de Bank binnen 24 uur verlaat en er nooit meer mag terugkomen. Mathias Ponts wordt verboden de vrouw ooit nog eens onderdak te verschaffen.
Op 28 november wordt Mathias Ponts veroordeeld. Hij moet de kosten van het proces betalen.
Uit het huwelijk van Mathias en Barbara worden negen kinderen geboren, 5 jongens en 4 meisjes. Op 7 februari 1716 wordt het gezin, dat al twee kinderen heeft, uitgebreid met een tweeling Peter en Gertrudis.
Het eerste meisje, Ida geheten, wordt op 17 februari 1712 gedoopt. Op 26 maart 1713 aanschouwt Joannes het levenslicht in huize Ponts. Met regelmatige tussenpozen worden de andere kinderen geboren: Hendrik op 28 februari 1718, Maria op 15 januari 1721, Anna Margaretha op 11 oktober 1723, Mathias op 19 augustus 1726 en Reinerus op 18 maart 1729. Reinerus sterft op jeugdige leeftijd.
De andere kinderen zijn samen met hun vader en moeder lid van de Bokkerijders. In het kort volgen hier de lotgevallen van de kinderen. Ida Ponts trouwt met een lid van de beruchte vildersfamilie Honnoffs, Joannes geheten. Joannes en Ida worden door de justitie van Echt gevangen genomen. Ze sterven beiden op 29 januari 1744.
Joannes Honnoffs wordt levend verbrand. Ida wordt opgehangen. Bij hun dood laten zij twee jonge kinderen achter, een drie maanden oud jongetje en een tweejarig meisje. De kinderen worden op kosten van de schepenbank groot gebracht, totdat zij de achttienjarige leeftijd bereiken. Het jongetje, ook Joannes geheten, aardt naar zijn ouders. Zijn naam duikt later op in de tweede bende van de Bokkerijders. Hij is vilder geworden en woont op de Lommelenberg bij Valkenburg. Na een reeks misdrijven is Joannes Ponts, het tweede kind van Mathias, gevlucht. De justitie van Rekem (België) spoort hem echter op 3 april 1743 op. In de zomer van 1743 sterft ook hij aan de galg in Rekem. Tegelijk met zijn zonen Peter en Hendrik wordt kapitein Mathias Ponts aangehouden. Dat gebeurt op 10 april 1743. Mathias Ponts senior krijgt geen gemakkelijke dood. Op dinsdagmorgen 12 nov. 1743 wordt hij door vier paarden levend uit elkaar getrokken.