Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[27 Juni 1803]MAANDAG den 27e JUNY. Zeer vroeg in de morgen zadelden wy en vervolgden onze reize. De weg liep door een menigte losse klippen. Wy hielden meest cours naar het noord-ten-westen; onderwegen vonden wy een menigte landlieden met hunne huishoudingen, vrouwen, kinderen en een ontelbare menigte vee. Deze lieden trokken alle naar hunne verlatene plaatsen en hielden zich thans by troepjes aan onderscheidene riviertjes gelegerd.Ga naar voetnoot524 Het maakte ons alle een aangenaam gevoel weder onder de menschen te komen. Het gezicht van deze terugkeerende, de legging hunner legers en de verzameling van een menigte vee, gaven ons een byzonder genoegen. Zy onthaalden den Gouverneur welke met zyn gezelschap aan allen een bezoek deed, zeer heusch op melk, versch brood, en wat zy maar konden. Des avonds kwamen wy weder by eenige dezer lieden en wel by Jacobus Erasmus,Ga naar voetnoot525 welke met zyn gezin aan de Kromme Rivier was leggende. In de nabyheid dezer stroom sloegen wy ons leger neder. Den burger Johannes Bezuydenhoudt van welke voorens is gesprooken, bevond zich hier en kwam op verzoek van den Generaal in zyne tent. De Gouverneur onderhield hem over de tegens hem ingebragte beschuldigingen nopens de moord aan een Kaffer gepleegd, maar hy ontkende ten sterkste in die zaak de hand geleend te hebben.Ga naar voetnoot526 Wy vonden hier ook een Engelsche Deserteur, sints acht jaren by de boeren in het land zwervende, dog aangezien deze man zich thans wel gedroeg, en met de dochter van een Colonist getrouwd was, gaf den generaal hem verlof zig in de Colonie optehouden mits zich aan den Land Drost van het district Graaff-Reinet aangevende.Ga naar voetnoot527 |
|