Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd[21 Juni 1803]DINSDAG den 21e JUNY. Wy zouden heden morgen onze reis weder voortgezet hebben tot aan de plaats met Koning Gaicka tot de byeenkomst bestemd, maar men berigtte ons dat de togt weinigstens nog zeven goede uuren met de ossewagens verder was, en men voor af door de doornen eene weg moest kappen; dit gevoegd by de vermoeide staat in welke zich de ossen van de meeste lieden bevinden, deed den Generaal besluiten op deze plaats de komst van den Kafferkoning aftewagten, zendende Coenraad de Buis en KriegerGa naar voetnoot467 na hem toe om hier van kennis te geven en zyn komst herwaerds zoo veel mogelyk te bespoedigen. 's Avonds kwam den burger Krieger terug, berigtende dat Gaicka tot op een paar uuren was genaderd, maar dat zyne moeder uit hoofde haarer zwaarte, onderwegen van vermoeidheid was blyven leggen waarom zy verzogd op morgen eene wagen of karre te mogen hebben. |
|