Reize in de binnen-landen van Zuid-Africa
(1965)–W.B.E. Paravicini di Capelli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 111]
| |
vroegtydig in ons Camp,Ga naar voetnoot418 een menigte brieven voor den Gouverneur mede brengende: de Generaal ontving er van de Commissaris Generaal, van des zelfs famille ook uit de Republiek; door den Procureur Generaal Belaerts mede gebragt;Ga naar voetnoot419 deeze gaf ook by eene missive aan den gouverneur kennis van zyne aankomst. Den Commandant Henry deed Rapport van het aankomen in de Falsebaay van twee Compagnien van het 22e Bataillon Infanterie. Alle deze depeches zoo als ook de Couranten uit ons Vaderland deden een groot genoegen. Ten 8 uuren omtrent ging onze tocht weder aan; de wagens, handpaarden, etc. wierden de naaste weg na de Groote Visch Rivier op de hoogte van KookhuisGa naar voetnoot420 gezonden, het welk een afstand van vier niet groote uuren voor de ossewagens was; terwyl wy met ons gezelschap een groote omweg deden om het land te bezichtigen en wel voornamenlyk de plaats waar men van gedachten was dat het stichten van een BailluwschapGa naar voetnoot421 om de districten te verkleinen, nuttig zoude kunnen zyn.Ga naar voetnoot422 De weg werd over de bergen genomen van welke de eerste zeer klipachtig en ongemakkelyk te beryden was; evenwel verzekerde de landlieden, dat de grond goed voor vee was. De eerste plaats welke wy aantroffen, en gelyk vele anderen verwoest en verlaten legd, was die van den Veld Cornet Erasmus.Ga naar voetnoot423 | |
[pagina 112]
| |
Alhier vonden wy de famille van de geamnesteerde Prinsloo, juist den ochtend aldaar ook aangekomen;Ga naar voetnoot424 schoon de bewooners van het platte Land meest al ongevoelig zyn, was deze famille en die welke hun omringden zeer aangedaan op het wederzien der oorden die zy bewoond hadden, en in welke zy na een reeks van wederwaardigheden te hebben ondervonden, thans weder terug gekeerd waren. Zy schenen by uitstekenheid vergenoegd den gouverneur en zyn gevolg te ontmoeten. Deze nam de gelegenheid te baat de menschen met hunne terugkomst geluk te wenschen, en tevens minzaamst onder het oog te brengen, aan welke oorzaken de rampen van het land en van hunlieden in het byzonder toeteschryven waren; hun ter zelver tyd de goede inzichten van het bestuur voor het vervolg lerende kunnen; algemeen verzekerden zy dat het ongeluk hun wyzer had gemaakt, en bekende oprechtelyk schuld, wenschende voortaan niets meer dan tot welzyn met hunne Wettige Regeering mede te werken. Het is te hoopen dat de indruk van het voorledene en de voornemens voor het toekomende duurzaam zullen zyn, als kunnende dit alleen rust en voorspoed aan deze geteisterde districten terug brengen. Van deze plaats wegrydende, hielden wy den weg na de Boschberg, de gantsche dag door een zeer schoon en vruchtbaar land loopende. Aan de voet van deze berg op de vernielde plaats van Trigard,Ga naar voetnoot425 zagen wy weder antilopes en een gezelschap aardige kleine aapjes; de vlugheid der paarden en het goede, handig beklimmen der boomen, maakte dat men drie van deze trop vong, welken den gouverneur aangeboden wierden, en de reis verder mede zullen doen. Deze aapenjagt behaagde ons uytermaten; zy waren in groote menigte by elkanderen, lopende met ontzachlyke gezwindheid over de vlakte tot een alleenstaande boomtje; ik was juist in de nabyheid en toen hy my zag aankomen ryden, strekte de slimme gast zich zoo lang als hy was over een dikke tak om niet bemerkt te worden. Ik had hem tog op de boom zien klouteren en wist dus zeker dat hy in myn buurt was; meer dan een quartier zogt ik vergeefs toen ik hem ontdekte; ik klom in de boom, en het diertje was zoo beangst dat hy in stede van weg te loopen of zich te verweeren zig geduldig in de nek liet grypen en met my te paard na myn tent reed. Kort daarna ontmoette men een kudde quachas maar het hout en de struiken belette dat men er konde schieten: het land heeft hier zeer veel het aanzien van | |
[pagina 113]
| |
eene colossale stout aangelegde Engelsche tuin; het voornaamste woud dat aan den Boschberg legde en in een breede groote kloof extra schoon hout voortbragt, is voor het meerder gedeelte afgebrand; de zwart verzengde boomen staan nog en geven een veel somberer aanzien, als het hout in het noorden van Europa des winters doet. Evenwel heeft dit land nog overvloed van hout, wyl de meeste kloven van die berg er zwaar mede bewasschen zyn. De plaats van Trigard koomt als zeer geschikt tot plaatsing van een Bailluwschap voor, en wel omdat het land in dien omtrek vrugtbaar en by uitstekenheid goed voor runderen, schapen en paarden is. De Kleine Visch Rivier kronkeld er langs, en werd heden viermaal door ons overgetrokken. De Bosch Rivier welke geen verre loop heeft (als uyt die berg ontspringende) in de Kleine Visch Rivier vallende, heeft evenwel gestadig goed water. Niet ver van daar, langs de plaats van (den bovengemelden) Martinus Prinsloo loopt de Naudé Rivier, over een bed van klippen zeer snel, voort (men weet eens voor al dat Africaansche rivieren Europesche beekjes zyn). Uit dit alles ziet men dat deze oord ruim bewaterd is; het hout in de nabuurschap staande konde van goed nut voor ambachtslieden als wagenmakers enz. zyn, terwyl het den aanbouw van huyzen zoude begunstigen, zoo dra eens betere reglementen omtrent de uitgave van plaatsen daargesteld zullen zyn, want zoo lange ieder huis een uur afstands van een ander af staan moet, is geen groote bevolking zoo min als groote industrie mogelyk. De Leeningsplaatsen leggen (schoon thans verlaten) de eene aan de andere; in deze fraaye oord werd onze maaltyd gehouden na het welk de weg door een bergachtig dog tevens vruchtbaar land naar het Kookhuis werd voortgezet. Hier had men de bergen van het Cafferland reeds in het gezicht, leggende aan de overzyde der Groote Visch Rivier, welke alleen in naam groot is, en op deze plaats byna droogvoets te doorwaden is; by onze aankomst vonden wy het camp opgeslagen, hetgeen de tevredenheid van deze dag vermeerderde. |
|