Kroniek van Alkmaar in de Bataafs-Franse tijd, 1787-1797
(2015)–Jan van Panders– Auteursrechtelijk beschermd[rechterbladzijde]1793Den 1 february verklaarde de Nationaale Conventie in Frankonij den oorlog aan de koning van Engeland en stadhouder van Nederland. Het Corps Revolutien of Bataven, gewaapend op de grenzen leggende, gaf een en ander manifest in 't licht aan 't volk van Neederland om hun zijde te kiezen &c. Den 20 february werd Breda door de Franschen opgeeist. In den Haarlemsche na Courant van den 23 february werd het mannifest gezien van de Fransche generaal Dumoner, met eene weerlegging van de Staaten van Neederland. 27 february eerste der veertiendaagsche bedestonden, 's avonds half 7 in alle kerken der verschillende gezintheden. Den 25 february is Breda bij kaputilatie overgegeven. Het alhier sints een groot half jaar ingekwartiert zijnde detachiment voetvolk van het regiment Orange Nassauw (welk regiment zelve te Amsterdam legt) was zeer braaf bescheide volk. Daareenteegen was de compagnie ruiters even voor nieuwe jaar hier mede geinquartie[r]t, meest los volk, dronken drinkende en twist zoekend. Den maart is de Klundert stormenderhand ingenoomen. Den... dito is Geertruidenberg bij capietulatie overgegaan. Den 8 maart is het geschut hier weder gelost, 's morgens te 8, 's middags 12 & 4 uuren, telkens 21 schooten van 't Kenmerbolwerk. Van de Groote Kerk, Waag & Accijns waiden vlaggen. | |
[lnkerbladzijde]In den aanvang van maart 1, 2 à 3 dito, zijn de Pruissen & Oostenrijkers op verschillende plaatsen, als door 't Guliksche en bij Roermond over de Maas opgemarscheerd en, na de Fransche een gevoelige slag toegebragt te hebben, meester geworden van Venloo, Luik & Aaken, wordende Mastrigt daardoor ontzet. De Franschen hebben daarop het Land van Kuik, alsmede de Mijerery van Den Bosch, moeten verlaaten. Den 16 maart ontving men tijding dat de Willemstad, na een langduurig bombardement en 2 stormen, door de Fransche verlaaten was, alsmede Den 4 maart is er bij Staaten van Holland een 100e penning, twee jaaren agtereen te betalen, gearresteerd. De differente gevegten, inzonderheid Men heeft in deze maand maart alom in ons land zeer sterk geworven, zo voor de zee- als landdienst, zijnde ook in deze stad differente maalen daartoe de trom geroert. Den 7 april kreeg men aanschrijving van op de eerstkoomende woensdag een dank- | |
[rechterbladzijde]uur te houden weegens de gelukkige verandering voor het vaderland en verder met de bedestonde voort te gaan tot nader order. Den... april is het Fransche garnison bij caputilatie uit Breda & Geertruidenberg uitgetrokken met alle krijgseer, wordende door Oostenrijksche, Pruissische & Hollandsche troepen vergezeld tot de Franse grensen. Dus is in ruim 2 maanden, dat is van den dag der Fransche oorlogsverklaaring tot aan de geheele verlaating van ons grondgebied toe, deze oorlog afgeloopen. Toen de Fransche generaal Dumorier zijn mannifest aan het Neederlandsche volk in 't licht gaf, dachten zeer veelen dat hij zijn woord zoude houden en in weinig tijd in Den Haag zijn om het Stadhouderlijke Huis te verjaagen, de teegenwoordige regeeringsform weg te neemen en een ander op vrijheid & gelijkheid &c. gegrond, in te voeren, even of zo omtrent als in Frankrijk plaatshad. 2 maanden daarna verlaaten deze Franschen niet slegts het geheele grondgebied van den staat, maar hebben zelfs de geheel door hun overwonnen Oostenrijksche Neederlanden verlaaten, nevens Luik, Aaken en alles wat verder door hun was weggenoomen. Dit zo verbaazend verschijnzel mag men grootdeels aan de oorzaak toeschrijven dat genoegzaam alle de Europische vorsten tegen Frankrijk waaren opgekoomen (Zweden & Denemarken uitgezonderd) en ook daaraan dat de verdeeltheeden in dat rijk op veelen plaatsen zeer hoog stijgerden, | |
[linkerbladzijde]hebbende Dumorier zelfs de gedeputeerdens der Fransche Nationaale Conventie afgevaardigd om hem te ontslaan en naar Parijs te voeren, niet alleen in arrest genoomen, maar dezelve de Oostenrijkers in handen gesteld, geschiedende dit den... maart.
Schoon moogelijk de helft van het Nederlandsche volk met de komst der Franschen herwaards was ingenoomen, zo hebben daarnaar zeer waarschijnlijk allen verheugd geweest dat de Fransche niet verder als nu in Holland doorgedrongen zijn, en waarlijk met reeden! Want daar van agteren beschouwt het niet moogelijk was dat zij zig op zo veele plaatsen tegen zoveel magten staande konden houden, zo zou hunne verdere inrukking tot niets anders gestrekt hebben als om de verwoesting en verwarring te vermeerderen. De Alblasserwaard en andere polders bij Gorkum waaren geinundeert geworden, overal had men de Hollandsch frontiersteeden versterkt en nieuwe versterkinge aangelegt om de Fransche van stad tot stad, van voet tot voet, het voortrukken te betwisten, 't geen niet anders als op een geheele verwoesting zoude uitgeloopen hebben. Op alle de toegangen naar Amsterdam daar de patriottische partij in 1787 batterijen had aangelegt, waaren dezelve thans weder opgerigt, tot zelf aan deze zijde halfweg Haarlem & Amsterdam en men zou zeeker ook verder geinundeert hebben tot rondsomme en verder | |
[rechterbladzijde]nog als deze stad, en wel gelukkig dus dat deze Fransche niet verder hebben voort kunnen gaan. Er is in deze tijd ook een natuurlijk verschijnsel geweest, dat men zonder tot eenige dweepagtigheid over te slaan, kan aanmerken als een gelukkige toevalligheid, namentlijk dat toen de Fransche gereed stonden om van bij Geertruidenberg met een groot aantal ligte scheepen een landing te doen bij Dordrecht of elders, er zulk een geweldige oostewind begon op te steeken, dat daardoor het water werd weggejaagt en deze scheepen aan de grond gezet. Een gelijke stijve oostewind begon op te wayen en dagen aaneen voortduuren, toen men de geinundeerde polders oordeelden te kunnen ontlasten, met dat gevolg dat in zeer weinig tijd alle deze landen weder droog geraakte. In den aanvang van juny geraakte Alkmaar ontslaagen van de compagnie ruiters, waarvan veele leeden overlast hadden geleeden, gaande dezelve na De Helder. Den 29 juny (saturdag) 's avonds 6 uuren kwam in deze stad Zijn Hoogheid Willem de Vijfde, vergezeld van den vies-admiraal Kindsbergen en eenige anderen. Naar een gedeelte van den Houte doorgegaan te hebben, wandelde dit gezelschap, vergezeld van leeden der regeering, het voornaamste gedeelte der stad door, overal gevolgt worden van veel gemeen volk, 't welk dikwerf ‘hoezee’ riep, doch niet ‘Orange boven’. Den stadhouder liep met de hond in de hand, minzaam teegen elk burger groetende. | |
[linkerbladzijde]Deze wandeling geeindigt zijnde, is dat gezelschap weder voortgereisd naar De Helder om, zo men zeide, de revue te doen over de op de ree gereed leggende scheepen van oorlog &c. Den 1 july is mevrouw de prins met de mevrouw van de erfprins, insgelijks hier, daar naar De Helder gegaan, toevende dezen buiten de Schermeerpoort slegts zo lang als de verwisseling der paarden eischten. Den 4 july zijn alle deze personagien weder van De Helder teruggekeert, houdende weder buiten de Kenmerpoort zolang stil tot andere paarden waaren gereedgemaakt. Toen Zijn Hoogheid den 29 juny in de koets trad om voort te reizen, werd er vrij sterk ‘Orange boven’ geschreeuwd. Zulks geschieden ook toen mevrouw de prinses van paarden verwisselden buiten de Kenmerpoort en werd al vrij heevig en met brutaale uitdrukkingen geroepen toen het voornoemde gezelschap op den 4 july weder buiten de gezegde poort stilhield. Doch al dat roepen en schreeuwen geschieden door het gemeenste volk dat men in deze stad heeft. Lieden die gelegenheid gehad hebben de prins en prinses nabij te weezen, hebben mij gezegd dat Zijn Hoogheid gaerne meespreekt, doch niet zijne mevrouw, houdende deze zig altoos als op een verheevener afstand aanhoorende en buigende. Des van beider karakter geloovende dat de eerste meer goedig en gemeenzaam, doch minder schander of hooghartig dan de tweede is. Den 12 december is van hier na Amsterdam het dethasiment Orange Nassauw onder commande van den kapitein Kruissen. Dit volk heeft | |
[rechterbladzijde]zig voorbeeld stil en wel gedraagen in al den tijd dat het in deze stad verbleeven is. Daags voor derzelver vertrek is hier ingekoomen een compagnie voetvolk van Orange Friesland. Ter dezer tijde de gewoonelijke Of deze zo bijzondere nominatie oorsprong heeft uit gebrek aan voornaame persoonen, behoorende tot de partij des stadhouders in deze stad, of aan het over 't hoofd zien van vroegere partijschap of aan een andere reeden, is thans nog niet te bepaalen, schoon deze persoonsbenoeming aan veelen zeer vreemd was. Den 14 february 1794 kwamen in deze stad ter inquartiering 3 compagnieen van 't regiment Braakel Den 15 dito 's morgens vertrokken van hier naar Uitregt de compagnie Orange Friesland. 26 dito is hier ter inquarting gekoomen een corp ruiters op commando van Hoeuft van Oijen, sterk 40 à 50 man. De plaatsverwisseling van alle de Nederlandsche militie in deze tijd heeft verscheide maalen hier cavallarie & infanterie na en van De Helder doen doorpasseeren, alsmeede twee maalen een korps kanoniers. | |
[linkerbladzijde]Den 8 maart 1794 is van stadsweegen evenzo aangedagt als in 1793. Omtrent deze tijd werd de zeestrand met geschut voorzien, zijn er 2 stukken geplaast op Kamperduin, 2 te Egmond aan Zee &c. Den 7e july is het commando ruiterij van hier gegaan na Haarlem en de volgende dag in kwartier gekoomen de dragonders van Byland. Op de 21 daaraanvolgende kwam van De Helder binnen het 2e battaljon van het regiment van Braakel, gaande de 3 compagnie of 1e battallon van dit regiment, tot dusver hier geleegen, na Haarlem. Op den 15 dezer werd vanweegen de Staaten van Holland een premie van 1000 goude rijders beloofd aan de ontdekker of mede schuldige van een pasquil, in 's Hage gestrooit tegen de raadpersionaris S. van der Spiegel, een zeer sterk stuk om voornoemde Van der Spiegel in de haat van het volk te brengen. Den 3 august vertrokken van hier naar Haarlem. 3 compagnie van het op den 21 july hier ingekoomene voetvolk. Staaten van Holland & Westfriesland stelden in 't voorst van deze maand augustus vast een extra algemeene bedendag op den 10 daaraanvolgende, om de rampen die het vaderland opnieuw door der Franschen inval dreigden, af te bidden. |
|