Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog
In de 2de wereldoorlog werd Suriname's bauxiet van groot belang voor de Amerikaanse en Europese vliegtuigindustrie. Na Jamaica werd Suriname de grootste bauxietproducent ter wereld. ALCOA ging uitbreiden door exploitatie van het gebied bij Paranam. Er werden zelfs Amerikaanse troepen in Suriname gelegerd om de bauxietvoorraden te beschermen. In 1941 begon ook de Nederlandse maatschappij Billiton met de exploitatie van bauxiet op de plantage Onverdacht.
Suriname's export bestond nu voor 87 procent uit bauxiet. Het was een monokultuur geworden, geheel in buitenlandse handen, 30 procent Billiton, 70 procent ALCOA. Een grove roof van onvervangbare grondstof, waarbij slechts aan 7 procent van de beroepsbevolking werk wordt verschaft. De verwerking van de grondstof vond in Amerika plaats. Van 4 ton bauxiet (waarvan Suriname alleen maar plusminus f 32,- belasting kreeg) werd 1 ton alluminium gemaakt, die f 2000,- opbracht op de wereldmarkt. Zo verdwenen de winsten naar het buitenland, Suriname bleef berooid achter. Door de oorlog waren de koloniale machten in Europa verzwakt. Vele onderdrukte volkeren in Afrika en Azië (waaronder Indonesië in 1949) verwierven door strijd na de oorlog de onafhankelijkheid. Dit kon ook in de koloniën in het Caraibisch gebied gebeuren.