Bauxiet-Alcoa
Omstreeks 1900 werd in Suriname bauxiet ontdekt. Dit mineraal kan, na zuivering tot aluinaarde, verwerkt worden tot aluminium. Dankzij aluminium, dat licht is en niet roest, kon de vliegtuigindustrie zich ontwikkelen. Ook in N. Amerika en Europa werd bauxiet gevonden.
Amerika wilde de eigen voorraden sparen. Het haalde deze grondstof daarom goedkoop uit het buitenland en verwerkte het in de Amerikaanse fabrieken tot het dure eindprodukt. Op die manier streek de Amerikaanse aluminiumindustrie de winsten op van het bauxiet uit andere landen en de Aluminium Company of America (ALCOA) had al gauw het monopolie. In 1914 brak de 1e wereldoorlog uit.
Hierdoor kon Amerika geen bauxiet meer uit Frankrijk en Italië halen, maar er viel nu aan aluminium nog meer te verdienen i.v.m. de bouw van oorlogsvliegtuigen. Daarom zocht de ALCOA naar nieuwe gebieden om het bauxiet vandaan te halen. Zij ontdekte, dat het erts in Suriname een hoog aluminiumgehalte heeft. In 1916 richtte de ALCOA daar dan ook een dochtermaatschappij op, ‘de Surinaamse Bauxiet Maatschappij’ (S.B.M.). Voor een schijntje aan belasting en heffingen deed het Gouvernement Surinames rijkste bodemschatten van de hand aan de S.B.M. Een gebied van 123.000 ha. kreeg deze Amerikaanse maatschappij in koncessie voor een periode van 60 jaar, dat is tot 1989.