Ze knikken wat. Van Kralingen heeft misschien wel gelijk. Wie van hen heeft, wat dat laatste betreft, geen boter op het hoofd? Maar hoe nu nog, in dit stadium, tot een deugdelijker, geheimer organisatie te komen? Bovendien, zo reageert de onverbeterlijke optimist, de altijd in iedereen het goede ziende Ary Kop, wie zou er nu in Vlaardingen in staat zijn om naar de Duitsers te lopen en hen te verraden? Meer nog: wat is er eigenlijk te verraden? Wat hebben ze eigenlijk gedaan, behalve plannen gemaakt, voorbereidingen getroffen voor later? Zelfs van die sabotage weet niemand iets af. En wat dat betreft, hij wil het dan wel zeggen: we kunnen toch al zo weinig uitrichten op het ogenblik, laat ieder doen wat hij kan; niet meer maar vooral ook niet minder!
Dat lucht op. Ary heeft weer het verlossende woord gesproken. Van Kralingen pruttelt nog wat na, maar het gesprek neemt een andere wending. Het inlichtingenwerk loopt goed. Verschillende Geuzen hebben het zelf ervaren: je geeft een inlichting door en binnen een week verschijnen er Engelse vliegtuigen om het betreffende object te bombarderen.
‘De ijscoman is weg’, merkt iemand op. De ijscoman. Dat verhaal kennen de meesten. Hij stond met zijn karretje bij de ingang van het vliegveld Waalhaven. Het was zo'n mooi ijskarretje, met twee versierde nikkelen deksels erop, zoals de meeste ijskarretjes. Onder het voorste zat het ijs, dat wist ieder kind. Maar onder het tweede deksel, waar andere ijscomannetjes hun voorraad wafels, lepeltjes en soms een handdoek hadden, daar had dit mannetje heel wat anders. Zo nu en dan, als er niemand bij zijn kar stond, lichtte hij dat tweede deksel even op en dan was het net of hij in dat gat stond te praten. Dan was het net? Hij praatte er in! Aan het vliegveld werd voortdurend door honderden arbeiders gewerkt om de startbanen die in de meidagen vernield waren, weer in orde te krijgen. Als na een paar weken het werk bijna voltooid was, lichtte het ijscomannetje zijn deksel weer eens op... en de volgende dag verschenen de Engelse vliegtuigen en maakten van de startbanen weer puree. Dat ging zo om de paar weken, steeds op dezelfde manier. Aldus het verhaal. En nu was het ijscomannetje verdwenen?