[II]
Bernard IJzerdraat woont sedert een paar maanden in Schiedam. Hij was 48 nu, al vele jaren getrouwd, had twee bijna volwassen zoons - de oudste was in dienst - en een dochtertje van bijna elf. Rust had hij nooit kunnen vinden. Eerst was hij onderwijzer geweest in Zwolle, vervolgens een jaar of tien leraar handenarbeid aan de kweekschool in Rotterdam. Daarna had hij in Hilversum en Laren gewoond, had zijn oude hobby van het kunstweven tot zijn beroep gemaakt en een eigen weefschool gesticht.
Elke vrije minuut had hij zoekgebracht met wat je ‘prutsen’ zou kunnen noemen: experimenteren met weefgetouwen en weefmachines, met kleurbaden voor garens, met nieuwe vindinkjes om het weven gemakkelijker en sneller te doen verlopen - hij was altijd zowel technicus als artist gebleven.
Maar een zakenman was hij niet. En zakelijk was de weefschool geen succes. In het voorjaar van 1938 moest hij de strijd opgeven en trad hij in een adviseursfunctie in dienst bij een tapijtfabriek in Dinxperlo.
Al die drukte van werk en hobby had hem toch niet verhinderd ook aandacht voor andere dingen te hebben. Hij was een vechter, die graag zijn eigen lot bepaalde en bij voorkeur niet afwachtte wat anderen voor hem zouden beslissen. Zo stond hij ook tegenover de problemen van maatschappij en staat. Bij geen enkele politieke partij had hij zich thuis kunnen voelen. Toen het nationaal-socialisme de kop opstak, had hij al heel snel zijn houding bepaald: onverzoenlijk stond hij er tegenover. In 1936 was hij lid geworden van Eenheid door Democratie en hij moet zich, met zijn fel en strijdbaar karakter, vaak wel geërgerd hebben aan de voor hem te rustige, te nette, te academische toon, die men in die kringen - al was hij het van harte graag met de uitgangspunten eens - soms aansloeg. In Dinxperlo had hij dicht genoeg bij de Duitse grens gezeten om er zo nu en dan eens overheen te kijken, en wat hij gezien had was meer dan voldoende voor hem. Bij het uitbreken van de oorlog, in september 1939, was hij ervan overtuigd, dat het mis zou lopen, ook voor Nederland. En in december verhuisde hij naar Schiedam, ver van de Duitse grens, dicht bij de familie van zijn vrouw. Hij vatte zijn oude beroep