Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
(1972)–Gerrit Paape– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
Vijftiende hoofdstuk
| |
[pagina 95]
| |
1101Ik wil de Leezers niet lastig vallen met een verhaal van de plegtig- 1102heeden, die er bij deeze geleegenheid werden gebezigd. Weinige 1103hunner, die soortgelijken niet gezien hebben, of gemaklijk er zig 1104een verbeelding van maaken kunnen. 1105Ik zal alleen kortlijk het essentiele deezer illustre bijéénkomst 1106aanstippen. 1107De President, zijnde een lange, zwaarlijvige, forsche Beeren- 1108leider, opende de Vergadering met deeze aanspraak:
1109Mijne broeders!
1116Ik heb ook dertien Aapen bij mij gehad, die naar mijn oogen om-Ga naar voetnoot1116 1117keeken, en zo volmaakt in alle kunsten en weetenschappen waren 1118afgerigt, dat Koningen en Vorsten, jandome! er naar kwamenGa naar voetnoot1118 1119kijken, en van verbaasheid in hunne handen sloegen. 1120En nu, - ter bliks! - nu komen die helsche Aapen en willen zigGa naar voetnoot1120 1121tot den rang van Menschen verheffen! - Maar bij mijn ziel! - dat 1122nooit! 1123Wat zegt gij er van Mannen? 1124Wij zeggen! dat gij zegt, riep de gansche Vergadering, zo dat 1125er de aarde van dreunde. 1126Welk een schade, dus vervolgde de ruige president, zouden wij 1127daar niet mede lijden! Zo dra zouden zij geen Menschen weezen, 1128of zij zouden er de galg van geeven, om langer naar onze pijpen teGa naar voetnoot1128 1129danzen; om op onze Honden of Beeren te rijden; om langer, met 1130een ketting om hun naars, op onze Theaters of kwakzalverstafeltjesGa naar voetnoot1130 | |
[pagina 96]
| |
1131te zitten! - Zij zouden ons zelf in rechten betrekken, voor deGa naar voetnoot1131 1132affronten, die zij vermeenen zouden van ons geleeden te hebben! -Ga naar voetnoot1132 1133En zuikerduivels! hoe vervloekt grootsch zouden zij ons dikwilsGa naar voetnoot1133 1134tegenkomen stappen! - Zij zouden naauwlijks den hoed van hun 1135kop voor ons afneemen, - en hoe verdoemd hard zou het ons 1136vallen, om tegen den een of anderen Aap, (die voorheen trilde en 1137beefde, wanneer wij slegts onze pingen opligteden,) s'il vous plait!Ga naar voetnoot1137 1138te moeten spelen. - 1139Neen! dat verzeg ik. -Ga naar voetnoot1139 1140Wij ook! riepen al de Vergaderingsleden. 1141Dan zijn wij het eens! zei de President. Maar wat nu gedaan?
1142Een kwakzalver
1143Een hansworst
1144Een aapenman
1145De president
| |
[pagina 97]
| |
1147Een beerenleider
1148Een marionnettespeelder
1151Een aapenman
1152En nu verbeelde de Leezer zig, dat dit, ik ook! van mond tot 1153mond gehoord werd, en dat de President, ten einde van dit, ik ook, 1154volstrekt niet meer wist, hoe nu verder de Vergadering te diri- 1155geeren. - Hij keek met een zekere verleegenheid in de rondte, even 1156gelijk een danzende beer, die zijn lesje vergeeten heeft. 1157Eindlijk vond hij er dit op, dat hij, met een houding van voldaan- 1158heid, zei: dan is het wel! 1159En hier mede scheidde de Vergadering; zijnde de eerste sessie. |
|