Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
(1972)–Gerrit Paape– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
Negende hoofdstuk
| |
[pagina 76]
| |
572vergaderende Aapenhoofden verstrekte; wordende mij een derge- 573lijke knoest aangeweezen, waarop ik mij nederzettede, met oogen- 574bliklijk gevaar, van den hals te breeken. 575De Vergadering voltallig zijnde, opende de President, (zijnde ditGa naar voetnoot575 576thans nommer 3.) die op de grootste knoest zat, dezelve met deeze 577aanspraak: 578Mijne Aapen! 579Thans heb ik het zonderling genoegen u Aapagtigheedens ander-Ga naar voetnoot579 580maal bij elkander op uwe aanzienlijke knoesten vergaderd te zien; 581ongetwijffeld met het heilzaame oogmerk, om het heerlijkste ont- 582werp met alle kragt ter uitvoer te helpen brengen; om dus eerlang,Ga naar voetnoot582 583uit den verägtlijken staat van aapägtigheid tot den glorierijken stand 584van Mensch onze koppen optebeuren. 585Onze bijeenkomst heeft thans bepaaldlijk ten onderwerp, om 586uittevinden; wat er, ten opzigte van onze uitterlijke gedaanten, 587noodzaaklijk hervormd moet worden? 588Deeze vraag is zo klaar en duidlijk, dat zij geene opheldering 589behoeft. Ik zal daarom, maar aanstonds overgaan, om op dat 590gewigtig artikel de Advisen van deeze illustre Vergadering in teGa naar voetnoot590 591neemen. 592Mag ik daaromtrent nommer een verzoeken zijne gedagten te 593zeggen!
594Nommer een
| |
[pagina 77]
| |
603het eerst met het uitwendige beginnende, daaräan zo veel te doen 604vonden, dat zij geen tijd hadden, om aan de verbetering van het in- 605wendige te denken. - Dus, bij voorbeeld, zijn veele Stervelingen 606in de daad Aapen, of nog veel dommer Dieren gebleeven, in weerwil 607van de Menschlijke gedaante, die zij zig aangesmeerd en aangeplakt 608hebben. 609Mijn advis derhalven is, deeze vraag te bespaaren, tot dat wij metGa naar voetnoot609 610de inwendige verbetering gereed zijn.
611Nommer twee
622Mijn advies is dus, deeze vraag in reserve te houden, of, zo men 623hierin kon treeden, dezelven te declineeren.Ga naar voetnoot623
624Nommer drie
| |
[pagina 78]
| |
632en eerlijkheid van hart verëischt werd, hadden zijne verlichting nietGa naar voetnoot632 633noodig, want in eene Vergadering moest men kunnen vooronder- 634stellen, dat elk Lid verstandig en eerlijk ware; ten minsten dit moest 635van de Aapenbijéénkomsten waarheid weezen, enz. 636Ingevolge deeze en meer andere gewigtige redenen, excuseerde hij 637zig van een advies uittebrengen. - (Eene nederigheid en wijsheid 638waarlijk, die bij menschlijke Presidenten zeer zelden gevonden 639word.)
640Nommer vier
651Ik begrijp dus, dat men deeze vraag wel kan uitstellen, doch dat 652zij eindlijk wel deeglijk in overweeging moet komen.
653Nommer vijf
656Ingevolge hiervan zal ik daadlijk overgaan, om regelregt de voor- 657gestelde vraag te beantwoorden. 658Ten opzigten van onze uitterlijke gedaanten verschillen wij, 659hoofdzaaklijk in twee artikels van de Menschen, voorëerst in deGa naar voetnoot659 660hairigheid, en ten tweeden, in onze lange staarten. 661Het is bekend dat de Menschen, (uitgezonderd eenige weinige 662lighaamsdeelen,) glad en kaal zijn, en dat de zulken, die hairiger 663vallen dan gewoonlijk, in een kwaad blaadje staan.Ga naar voetnoot663 | |
[pagina 79]
| |
664Ten opzigten dan van dit Artikel moeten wij Aapen eene nood- 665zaakelijke hervorming ondergaan, dat is, wij moeten ons kaal laaten 666scheeren. 667Dit is zelf niet nieuws! - Onder de Menschen heeft het zelfdeGa naar voetnoot667 668plaats. - De oprigters van Maatschappijen of Gemeenebesten 669hebben meest altoos ten oogmerk, om in de eerste plaats altoos 670hunne Onderdaanen, - (een zeker soort van Aapen,) kaal te schee- 671ren, om dat ze dan beter te regeeren vallen. 672Wat onze Staarten betreft; het is kenlijk, dat de menschen metGa naar voetnoot672 673dergelijke Aanhangzels niet voorzien zijn; dat men voorbeelden 674heeft van menschen met staarten, die door de Natuurkundigen totGa naar voetnoot674 675den rang der Aapen zijn verweezen geworden, of, dat nog erger is, 676die door de Schilders en Tekenaars als Voorbeelden zijn gebruikt,Ga naar voetnoot676 677om er den Duivel naar af te schilderen. Vraagt aan een kind slegts, 678wat men verbeeld, door eene menschlijke Gedaante, waaraan een 679staart gehegt is? en zonder zig te bedenken zal het u antwoorden, 680den Duivel. 681Ook hier moet volstrekt eene hervorming plaats hebben, - dat 682is, - wij moeten onze staarten laaten afhakken.
* * *
683Het woord afhakken werd door Nommer Vijf met zo veel forcieGa naar voetnoot683 684uitgesprooken, dat al de presente Leden eene pijnlijke huiveringGa naar voetnoot684 | |
[pagina 80]
| |
685door hunne staarten gevoelden, en den Voorstelder van de Afhak- 686king, gansch niet vriendlijk aanzagen. 687Nommer zes vattede daar op het woord, en betoogde met zeer veel 688kragt en klem, (want hij had een groote staart,) dat soortgelijke 689voorstellen nergens anders toe dienden, dan om verwijdering, ver- 690bittering en verdeeldheid te veroorzaaken. Immers, zei hij, begrijpt 691men van zelf, dat men nooit het Aapendom tot afhakking zijner 692staart zal overhaalen. - Het Menschdom zelf, hoe wenschlijk eene 693volkomenheid het ook bereikt hebbe, zou immers nooit te beweegen 694zijn, om zijn staart te verliezen, al kost het daardoor tot den rang 695der Engelen opklimmen! 696Ik gevoelde de kragt van dit bewijs. 697Nommer Vijf voer wel met hevigheid hier tegen uit: Zeggende, 698dat hij anders niet begrijpen kon, waarom men deze vergadering 699belegd had, en voorbeelden aanvoerende van zeer voornaameGa naar voetnoot699 700Volksbeschaavers en Maatschappijstigters, die altoos bezig waren 701met het afkappen van eenige Ledemaaten, die, zo zij dagten, het 702fatzoen van den staat bedierven, - doch dewijl alle de Leden Staar- 703ten, en wel zeer gevoelige Staarten hadden, konden zij niet tot zijne 704Sentimenten overgehaald worden. 705Deeze twist begon vrij hoog te loopen. De President kon de order 706niet meer bewaaren. Elk een sprak, zonder zijn beurt aftewagten; 707en vermits ze alle gelijk spraken, was het zo goed als of er in 't geheel 708niet gesproken werd; want de meesten verstonden op het laatst zig 709zelf niet meer. 710Eindlijk klopte de President zo geweldig hard met zijn hamer, 711dat er noodwendig stilte kwam, anders waren zij allen doof ge- 712worden. 713Toen rees Nommer Zeven bedaardlijk op. | |
[pagina 81]
| |
714Nommer zeven
720Dit voorstel geaccepteerd zijnde, scheidde de Vergadering op 721Reces. |
|