Reize door het aapenland (onder pseudoniem J.A. Schasz)
(1972)–Gerrit Paape– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
Tweede hoofdstuk
| |
[pagina 58]
| |
116Dan! wanneer men een haat op iemand heeft, en hem met geweldGa naar voetnoot116 117den voet poogt dwars te zetten, dan doet de beste redeneering en het 118schoonste bewijs niets af. - Vooral heeft dit plaats, wanneer de 119Heer, de Schout, Dominé en Voorleezer van een Dorp uwe vijandenGa naar voetnoot119 120zijn, zo als bij mij het geval was: want de Heer had zin in mijn paard, 121dat ik weigerde hem te verkoopen; de Schout had zin in mijn Dienst- 122maagd, die mij veel liever had dan hem; de Dominé had zin in een 123Legaat, het welk mijn Vrouw hem gaarne maaken wilde, doch waar 124tegen ik mij verzettede, en de Voorleezer had zin in mijn hond, ver-Ga naar voetnoot124 125mits hij een liefhebber van jaagen was, en waartoe ik mijn beest hem 126nimmer wilde leenen. 127Deeze vier, alrede op mij verbitterd, werden nu mijne Dood-Ga naar voetnoot127 128vijanden, want het water had hunne hoop en hunne uitzigten voor 129altoos verzwolgen. 130Weldra werd ik in 't vertrouwen onderrigt, dat het Gerecht bezigGa naar voetnoot130 131was, met informatien tegen mij intewinnen; dat men er bereids een 132hoope verzameld had, en dat er binnen weinige uuren een aprehensieGa naar voetnoot132 133op mijn perzoon stond verleend te worden. 134In een plaats, dagt ik, waar men de handtastlijke onschuld derGa naar voetnoot134- | |
[pagina 59]
| |
135wijzen durft aanvallen, ben ik niet veilig. Ik nam derhalven het wel- 136beredeneerd besluit, om mij liever in de open lugt, dan onder het dak 137van zulk een Vierschaar te verdeedigen.Ga naar voetnoot137 138Ik had geen tijd, om beschikking op mijn zaaken te kunnen stel-Ga naar voetnoot138 139len, want mijn rok pas half aangetrokken hebbende, stonden SchoutGa naar voetnoot139 140en Dienders reeds voor mijn deur; ik wipte over een heining en teeg,Ga naar voetnoot140 141door slooten en moerassen, op de vlugt. |
|