Zij greep hem bij zijn neus; en trok hem halverwege van het Rustbed af; de Dominé bromde zonder wakker te worden.
Laat hem in Gods naam stil leggen! riep ik, want als hij ontwaakt, -
Hij kan niet ontwaaken, antwoorde ze mij, en met een gaf zij hem een stoot, dat hij te midden, op de vloer rolde, alwaar de Verklaarder van Judicum Negen bleef slaapen en ronken als van te vooren.
Ik stond met verbaasdheid deezen wrevelmoedigen Man te beschouwen, zonder dat er echter de minste wraakzugtige gedagten in mij opkwam.
En gij wreekt u niet? vroeg de Schoone, die den Slaapenden reeds verscheiden schoppen met den voet gegeeven had.
Hij verdiende mijn wraak, antwoorde ik haar, - Maar - de wraak past geen Jothamist! - Het eenigste dat ik, - maar, neen!
Neen! spreek helder uit. - Gij moogt mij alles zeggen!
Het eenigste dat ik zou willen doen bestaat hier in, - dat ik op een briefje zou schrijven: