zonder dat ik zulks geweeten had. Denklijk was hij aldaar in slaap geraakt.
Ik, gedeeltlijk uit noodzaaklijkheid, en gedeeltlijk uit naarvolging greep ook naar mijn zakdoek, en maakte uit dien hoofde een kleine beweeging.
Het zij nu, dat ik, een weinig agter uittreedende, den hond op zijn staart of pooten trapte, of dat een ander hem eenige smart veröorzaakte, - het Dier althans schoot al knorrende op, en gaf mij een beet in mijn linkerbeen, - gelukkig voor mij, dat ik laarzen aan had, zo dat de beet op zig zelve van geen belang was.
Dan, het gevolg was erger.
De wraakzugt is een hartstogt, even zo blind als de Liefde. In haar hevigste beweeging ontziet zij geen plaats, geen voorwerpen en rekent in 't geheel niet op het geen agter aan komt.
In mijn woede gaf ik den Hond een vehemente schop.
De Hond bleef mij niet schuldig maar beet wederom, doch, niet wel mijn beenen van de veele honderden beenen die om de mijnen stonden, kunnende onderscheiden, beet hij in het been van een Burgemeester, die uit, de Stad gekomen was, en terloops eens was komen luisteren.