uit de diepe stilte, die er heerschte, besloot ik, dat de Bewoonders of een middagslaapje naamen, of in de Kerk waren, of wel beiden te gelijk deeden, om dat ik zeer dikwijls gezien, en zelf ondervonden heb, dat men nooit gemaklijker en aangenaamer slaapt, dan onder een nademiddagspredikatie, het zij dan een vrije text, maar vooral een verklaaring over den Catechismus.
Vermits de Kerkdeur openstond, besloot ik, dat het den tijd van den Godsdienst was. Ik vertoefde er niet op, maar ging in de Kerk.
Ik verwonderde mij niet weinig de Kerk zoo opgepropt vol menschen te zien, dat, gelijk de oude wijven zeggen, men er geen hond met de staart zou hebben kunnen uithaalen, en dat alle deeze menschen zo wakker en zo aandagtig waren, als ze immer in een Schouwburg konden zijn,
Zekerlijk, dagt ik, moet hier een intressante stof verhandeld worden.
Ik vroeg aan iemand, die naast mij stond, wat de text was.
Zie het zelf! was zijn antwoord, terwijl hij mij zijn Bijbeltje overgaf. Bij dat vouwtje moet gij zien.
De Man had het zo druk met luisteren, dat hij mij verder niets zeggen kon.