stelling, dagt ik, bij een geheel Volk, hoe is dat mooglijk, daar een huiswettige Herstelling, voor elk manlijk wezen zo onmooglijk is?
't Is hier de plaats niet, om reden te geeven, waarom ik een Patriot werd. Ik werd het, - en mijn Wijf stelde zig daadlijk regt tegen mij over.
Hier opende zig een nieuwe en rijke bron van huislijke onéénigheeden.
Uit hoofde van den geweldigen tegenstand, die ik van haar hand ontmoetede, werd ik hoe langs hoe vaster in mijn geloof. Wij knorden er daaglijks om, en verbitterde hoe langer hoe meer tegen elkander: want, (ik beken mijn zwak,) wij twisteden en kaakelden, niet om malkander met reden te overtuigen; maar om elkander te overschreeuwen en volstrekt gelijk te hebben! - een lelijk gebrek, waarlijk, dat, God dank! in de geheele Republiek tusschen niemand anders, dan mij en mijn Wijf plaats vond.
Geheel Holland weet, dat ik mij altoos als een stille in den Lande, wat publique bedrijven aangaat, gedraagen heb. - Niet zo zeer, om dat ik vreesagtig, afhanglijk, vroom of iets dergelijks was, - neen! maar om dat ik de waereld nooit anders beschouwd heb, dan als een vertwijffelde zieke, waaraan geen zalf te strij-