Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendWinschoten.Kerkelijke gebouwen.1. De NED. HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan den H. Vitus,Ga naar margenoot+ en haar vrijstaande toren behooren aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, B.I. - blaeu, Toonneel der steden (449/50). - Teg. Staat,Ga naar margenoot+ blz. 217/8. - van der aa, XII (1849), blz. 496-502. - vinhuizen, Kroniek blz. 418. - peters, Stad en Lande, blz. 53 en afb. 220/3, 462 en 507. - De Opmerker, 1903, blz. 120; 1905, blz. 336. - Gron. Volksalm., 1903, blz. 119; 1908, blz. 1-29 (geschiedenis der restauratie enz. door c.h. peters); 1926, blz. 185; 1932, blz. 211/3. - Grafschr., blz. 422/7. - Avm. zilver, blz. 93/4. - Staatboek der kerkvoogdij i.v. kerkgebouw. | |||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||
Ga naar margenoot+ De kerk ligt, omgeven door een smalle strook plantsoen, midden op het marktplein, dat oudtijds het kerkhof vormde. Zij is georienteerd met een afwijking van 18o naar het Noorden. De toren staat op 23,75 M. ten N.W. Ga naar margenoot+ Het langgerekte kerkgebouw (afb. 82) vormt een rechthoek van vijf gewelfvakken, waarvan de westelijke is afgeschoten, beneden te weerszijden van het middenpad voor consistoriekamer en verwarmingshok, en boven voor het orgel. Ga naar margenoot+ Binnenswerks is de kerk 41 M. lang en 8,65 M. breed. De muurdikte bedraagt 1,25 M., doch bij den westgevel, waarin twee trappen zijn uitgespaard 1,50 M. De toren vormt in omtrek een vierkant met zijden van 9 M. Zijn muren hebben benden een zwaarte van om en bij de 2 M., bij den derden zolder bedraagt de muurdikte nog 1,82 en bij den vierden, vroegeren klokkezolder onder de galmgaten wordt ze 1,10 M. Ga naar margenoot+ De kerk is opgetrokken in diep-roode baksteen uit de streek zelve van 29,3 × 8,8 cM., 20 lagen 2 M. Bij de restauratie, waarbij de westgevel geheel is beklampt, werd paarsige steen van elders gebruikt. Aan het oude deel van den toren is in verloop van tijd zooveel vernieuwd, dat het baksteenformaat niet nauwkeurig is na te gaan. Zoo moest bij de laatste restauratie de buitenhuid van den ouden romp grootendeels vernieuwd worden met steen van de oude afmetingen, en is ook inwendig het benedendeel der wanden al eens nieuw bekleed, behalve van de uitgespaarde trap in den noordoosthoek. In hoofdzaak was oorspronkelijk baksteen van 28 à 30 × 8 à 9 cM., 10 lagen 1 M. toegepast, doch van den klokkezolder af steen van 26,5 × 73 cM., 20 lagen 1,62 M. | |||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||
Afb. 82. Winschoten. Ned. Herv. kerk. Plattegrond, doorsneden en situatie.
De zware bekapping der kerk is in 1906 door een veel lichtere vervangen, waarbij stukken eiken spant der voorgaande zijn verwerkt. Eveneens werd Afb. 83. Winschoten. Toren bij de Ned. Herv. kerk.
een aantal der afkomende zwarte geglazuurde pannen gemengd onder de nieuwe op de schilden van het zadeldak. De kerkmuren (plaat LXXXIII, 2) wordenGa naar margenoot+ versterkt door steunbeersgewijs verzwaarde lisenen. Het gebouw is toegankelijk door den genoemden ingang in den westgevel en spitsbogige ingangsnissen in de vierde travee v.h.W.; de gelijke ingangen in de tweede travee zijn gedicht. | |||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||
De muurvlakken toonen uitwendig nauwelijks meer een verdeeling in twee zônes. De traveewanden worden telkens alleen geleed door twee lange en smalle, van kraalprofielen voorziene spitsboogvensters tusschen gelijke nissen met verschillend gevormde vlechtingen. Bij de sluiting zijn echter drie zulke vensters aanwezig, en daaronder, evenals bij de zijwanden van het oostelijk kerkgedeelte, omkraalde ronde nisjes, die bij de restauratie tot vensters zijn geopend. De zijmuren herkregen toen een afsluitend spitsboogfries; in de eerste travee Zz. gaf men de beide, voor de kerkekamer ingebroken laagzittende vensters een archaistischen vorm. De sluitingstop is gevuld met een netwerk van door kolonnetten gescheiden en door klimmende boogjes gedekte velden. Daarbinnen bevinden zich nissen met vlechtingen, waarvan de drie groote middelste met kraalprofiel klaverbladbogig- en de twee kleinere terzijde spitsbogig gesloten zijn. Boven de middelste nis volgt nog een rond veld met inbeschreven vierpas. Ga naar margenoot+ De vierkante torenromp (afb. 83 en pl. LXXXIV, 2) heeft in den westwand aan de straat een segmentvormig overtoogde ingang en aan elke zijde twee binnen een rondboognis gevatte galmgaten, die bij de restauratie zijn gewijzigd. Toen is tevens een afsluitend boogfries aangebracht. De nieuwe bovenbouw bestaat uit twee achtkante geledingen in beton, waarvan de benedenste met baksteen bekleed is en de bovenste koepelvormig is afgeslotenGa naar margenoot+ Het inwendige der kerk (afb. 82 en pl. LXXXIV, 1) toont wèl een decoratieve muurbehandeling in twee zônes. De door kolonnetten gescheiden en met twee spitsboogjes gedekte spaarvelden onder de vensters waren vrijwel bewaard gebleven; alsook de deze laatste flankeerende, omkraalde nissen met vlechtingen, welke wegens de spitsbogige muralen schuin zijn afgesneden. Met behulp der muralen en van de gevonden grondslagen der muurpijlers werden in 1906 koepelachtige gewelven met acht ribben aangebracht, waarvan de diagonale van kolonnetten opgaan. Ze worden gescheiden door spitsbogige, door kralen begeleide gordelbogen op muurzuilen. Bij het afbikken der pleister- en witsellagen zou gebleken zijn, dat de wanden oorspronkelijk als schoon werk behandeld waren geweest, welke toestand weer werd hersteld; gezien de beschadiging door de verwijderde lambriseering zijn echter de spaarnissen onder de vensters weer gepleisterd. Op een betrekkelijk vroege bepleistering en beschildering wijzen intusschen enkele toen in het koor te voorschijn gekomen roode wijdingskruisen binnen een bruin- en geelkleurigen cirkelrand. Het westelijk kerkgedeelte is thans toegankelijk door het bovengenoemde poortje met geblokte en van ijspegels voorziene pilasters, gemerkt b. coender steenhouwer. Op de kroonlijst staan Lodewijk XV-hoekvazen en een cartouche met opschrift: vernieuwd int jaar 1772 onder directie van de kerkvoogden d'heer docter h.r. hoeth en d'eerentveste coopm. h. post ten tijde de heeren j. werumeus en c. smit predikanten waren. In den toren bevinden zich eenige deuren met oude ijzeren sloten en traliewerk. | |||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||
De kerk bezit: Een aantal bij de restauratie onder den koorvloer voor den dag gekomenGa naar margenoot+ 17de en 18de eeuwsche grafzerken, welke tegen de koorwanden zijn geplaatst; de oudste is die voor den eersten (1582-1607) predikant Gerhardus Wemhof. Twee bekers, hoog 32 cM., in 1732 vervaardigd en gemerkt: A F, alsmede tweeGa naar margenoot+ uit 1838; twee schotels, gedateerd 1804, doch gemerkt 7/P (Groningen 1765) HF en ADS; een schotel, twee kannen, alsook doopbekken (alles 1838). De bij de restauratie opgeruimde preekstoel uit 1695 bevindt zich thans in de GrooteGa naar margenoot+ kerk te Monnikendam. In het Museum te Groningen worden de vier met Vredeman de Vries-bandwerk versierde standvinken der vroegere oostgalerij bewaard. De koperen bolkronen zijn, tengevolge van het aanbrengen in 1858 der vroegere gasverlichting, in 1868 verkocht aan de Ned. Hervormde gemeente te Tjum (Fr.). In de eerste achtkante geleding van den toren hangen thans de twee oudeGa naar margenoot+ klokken: 1, in middellijn 140 en hoog 108 + 30 cM., versierd met afbeelding in reliëf van ‘sinte fiet’ en met opschrift: j. borchhard fudit enchusae 1773. gegoten in het jaar 1773, toen docter hindrik rudolf hoeth en de erenveste koopman hindrik post kerkvoogden en docter derk mestingh eligeerde te winschoten waren; en 2, in middellijn 42 en hoog 32 + 12 cM., met opschrift: vernieuwd toen e.k. groeneveld j.j. meder s. stheeman j. takens en l.h. ludens kerkvoogden waren te winschoot anno 1826. a.h. van bergen me fecit.
2. In de NED. HERVORMDE PASTORIE, Binnenvenne no. 2, bevindtGa naar margenoot+ zich in een voorkamer een gesneden houten schoorsteen (XVIII A), beneden breed 1,62 en hoog 3,29 M. De boezem heeft in het midden een paneel met lofwerk enz. boven draperie met opschrift: laudabo jehovam per omnes dies vitae meae laus eius etiam semper in ore meo erit; bovenin staat in Hebreeuwsche letterteekens: hallelujah.
3. De EVANG. LUTHERSCHE KERK aan het einde van den VisschersdijkGa naar margenoot+ is eigendom der Evang. Luth. gemeente. literatuur. p.j.v. dusseau, Leerrede, gehouden ter inwijding van het nieuweGa naar margenoot+ kerkgebouw voor de Ev. Luth. Gem. te Winschoten. - van der aa, XII (1849), blz. 500. - b.c. helbers in Gron. Volksalm., 1939, blz. 65-84 m. afb. De kerk is een vrijliggend rechthoekig baksteenen zaalgebouw met rondboogvenstersGa naar margenoot+ onder een hoog tentdak, dat eenvoudige classicistische vormen vertoont. In het fronton der natuursteenen ingangspoort aan de wegzijde staat het stichtingsjaartal 1836. De bouw met provinciale subsidie naar ontwerp van den Waterstaatsopzichter W. Raammaker vond plaats ter vervanging van het tegelijkertijd gesloopte voorgaande kerkje der gemeente te Winschoterzijl uit 1695. De daar vroeger boven den ingang aanwezige gedenksteen met Latijnsch opschrift binnen een door rankwerk versierd ovaal is nu ingemetseld onder het rechter gevelvenster. De kerk bezit voorts uit den inventaris van haar voorgangster: | |||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||
Avondmaalstafel (± 1700), met als blad een Bremersteenen altaarsteen. Ga naar margenoot+ Preekstoel, de met boogpaneelen tusschen gewonden zuiltjes versierde kuip blijkbaar uit 1695, doch het klankbord blijkens opschrift uit 1713 (voet en trap 1836). Ga naar margenoot+ Kabinet-orgel (± 1750, doch versieringen front ± 1850), aangekocht te Hallum in 1909, op de door vier gemarmerde zuilen gedragen galerij tegen den westgevel. Vier en twintig eenvoudige banken (± 1695). Ga naar margenoot+ Verguld zilveren beker, hoog 25 cM. De door een eenvoudigen hoogen voet gedragen, rijk gedreven kelk heeft voorstellingen van het Laatste Avondmaal, de Kruisiging en de Bediening van het Avondmaal door predikanten. Er bij behooren een schoteltje, in middellijn 17 cM.; en een hostiedoos, in middellijn 13 cM., met op het deksel gegraveerd het Lam Gods. Deze alle zijn gemerkt: Dantzig, RIH in klaverblad, en in 1695 geschonken door de ‘Reinholdts Banck’ te Dantzig. Zilveren zegelstempel (± 1695), vervaardigd en geschonken door den Winschoter zilversmid Gerrit Timmerman.
Ga naar margenoot+ 4. De NED. ISR. SYNAGOGE (1854) bezit o.a. twee koperen kandelaars, in 1798 bij de stichting van het eerste gebouw geschonken, twee kleine siertorens (1824), een zilveren leeswijzer (1840) en beker (1847), en een achtarmigen koperen kandelaar (XIX A). | |||||||||||
Particuliere gebouwen.Ga naar margenoot+ De thans aan de Gemeente behoorende HUIZE OUDEWERF bezit een gelukkig gelegen klassicistischen tuinkoepel (± 1800; pl. LXXXIII, 1) op kunstmatigen heuvel, met door Toskaansche zuilen gedragen omgang en hoog, door een peervorm bekroond tentdak.
Ga naar margenoot+ Aan het Winschoterdiep staan:
|
|