Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendScheemda.De gemeente omvat de kerkdorpen Eeksta, Nieuw-Scheemda met de buurschapGa naar margenoot+ 't Waar, Scheemda met Scheemderzwaag en Westerlee. | |||||
Eeksta.De NED. HERVORMDE KERK is in 1871 gesticht ter vervanging van eenGa naar margenoot+ rijpe romano-gotische kruiskerk gelijk te Zuidbroek. De Commissie uit de Koninklijke Academie van Wetenschappen, tot het opsporen, het behoud en het bekendmaken van de overblijfsels der Vaderlandsche Kunst uit vroeger tijden liet dit gebouw voor de afbraak opmeten door den Waterstaatsopzichter A.J.H. Bauer, wiens teekeningen thans berusten op het Rijksbureau voor de Monumentenzorg. Vgl. verslagen dier commissie over 1871, blz. 24/6 en 1872, blz. 9/19, overgedrukt uit het Jaarboek der Academie; voorts peters, Stad en Lande, blz. 41/2 en pl. 53/5 en van der aa, IV (1843), blz. 41. | |||||
[pagina 112]
| |||||
De huidige kerk bezit uit den inventaris van haar voorgangster:
Ga naar margenoot+ Preekstoel (1636, blijkens jaartal op het klankbordfries; trap nieuw), de kuip versierd door ingelegde paneelen tusschen vrijstaande Ionische zuiltjes, het achterschot door boogpaneelen en gezaagde vleugelstukken, en het fries van het met een koepel bekroonde klankbord door bandwerk. Avondmaalstafel (XVII A) met fleschpooten. Twee koperen kaarsarmen (XVII), op den preekstoel. Ga naar margenoot+ Orgel met eenvoudig front (XVIII, gewijzigd). Ga naar margenoot+ Gegraveerden beker, in 1764 gekocht doch in stijl XVII, op gedreven voet en met gevlochten benedenband, hoog 21,3 cM.; in den bodem het wapenstempel van den ambtman Sebo Ockens (Vgl. avm. zilver, blz. 11/2). Ga naar margenoot+ Een aantal fraaie zerken lag omgekeerd, als kerkpad, op het kerkhof (Vgl. grafschr., blz. 75/80), doch is nu opgeruimd. Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, in middellijn 136 en hoog 101 + 23 cM., met opschrift: me fecit c. en i. seest amstelodami, en in omranding: 't karspel eexta anno 1796/wt 2580 lb.
Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE PASTORIE is een stemmig gepleisterd dwarshuis, afgesloten door een hoog zadeldak met schoorsteenen op de afgewolfde einden, waarachter een schuurachtige aanbouw. Ze is opgetrokken in moppen van 32 × 16 × 9 cM., waarbij de muren in den door tongewelven gedekten en met gele plavuizen van 21 × 21 cM. bevloerden kelder 1 M. en ter hoogte der bekapping nog 65 cM. dik zijn. Overigens draagt het gebouw thans uiten inwendig een vroeg 19de eeuwsch karakter. | |||||
Nieuw-scheemda.Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE KERK is een rechtgesloten zaalgebouw met spitsboogvensters uit 1661 (voorgevel 1906), inwendig gedekt door een balkzoldering op sleutelstukken. Haar stichting was het gevolg van de vestiging eener afzonderlijke gemeente in 1659, die op haar beurt haar ontstaan te danken had aan de indijking van aangeslibden grond (Litteratuur onder Scheemda). De totstandkoming is vastgelegd op een gedenksteen, hoog 88 en breed 73 cM., in den vernieuwden voorgevel met opschrift: sestynhondert sestigh en een / is hyr an lecht den eersten stieen / als daniel eylshemius / en joannis herdenbergius / pastoren weren in der tijdGa naar voetnoot1) / door drie kerckvoogden sorg en vlijt / hyr na genoemt mee in dit vers / eltio popkens evert peters / en ayso tjabbens in wiens stee / quam daernae ubbo tjapkens mee / voleindigden dit tot gods eer / tot voortganck van syn reine leer. Te weerszijden staan de wapenemblemen der zes genoemden. | |||||
[pagina 113]
| |||||
De kerk bezit:
Eenvoudigen geverfden preekstoel (XVII B, trap XVIII B), de kuip metGa naar margenoot+ velden tusschen getorste zuiltjes en het door een volutenkroon afgesloten klankbord met gezaagde bandwerk-opzetstukken. Twee bolkroontjes, acht-lichts (XVIII), hoog 64 cM.; twee dubbele kaarsarmenGa naar margenoot+ op den preekstoel (XVII B); verscheidene bankkandelaars (vermoedelijk XVII). Eenige grafzerken, waaronder twee rijke (1762) in Lodewijk XV-stijl.Ga naar margenoot+ Zilveren schotel, die in 1752 werd geschonken en gemerkt is: AE aaneenGa naar margenoot+ (Arnoldus van Essen). In den dakruiter hangt een klok, in middellijn 71 en hoog 56 + 14 cM., metGa naar margenoot+ opschrift: laudate d omnes gentes laudate eum omnes populi. f. hemony me fec. amsteloda. ao. 1661.
| |||||
Scheemda.De NED. HERVORMDE KERK, eertijds R.-K. kerk en haar vrijstaandeGa naar margenoot+ toren behooren aan de Ned. Hervormde gemeente. literatuur. joosting, blz. 63. - Beekman, voorm. zeeboezems, blz. 73. -Ga naar margenoot+ brucherus, blz. 227/8. - Teg. Staat, blz. 225. - van der aa, X (1847), blz. 123/5. - vinhuizen, Kroniek, blz. 289 en 393. - Grafschr., blz. 307/18. - Avm. zilver, blz. 67/8. | |||||
[pagina 114]
| |||||
Afb. 41. Scheemda. Ned. Herv. kerk. Plattegrond, situatie, detail, doorsneden en toren.
| |||||
[pagina 115]
| |||||
en aan den oostergevel boven 't koor herplaatst. de hoofddeur aan de zuidzijde verwijderd en de tegenwoordige deuren daargesteld. het bestaande gewelf onder den zolder gemaakt, en met drie rozetten versierd. negen vensters veranderd, ieder in drie steenen ramen, waarin negen inscriptien, van negen voorname familien uit 't dorp aan de kerk cadeau gegeven. in 1850 de vensters weer verhoogd, en met ijzeren ramen en groote glazen voorzien. in 1874 het oude orgel verkocht, en eene nieuwe vervaardigd door r. meijer van veendam, toen t.e. ten have, mr. m.j. ter haseborg en f.h. buseman kerkv. waren, ingewijd 1 nov. door u.p. goudschaal pred. in 1888 is de westelijke gevel voorzien met een venster in ouden stijl, waaronder het beeld eener bijbellezende vrouw. thans de vensters van binnen met geprofileerde lijsten versierd, en de muren verfraaid. scheemda, den 10 juli 1896 g.p. ter haseborg, f.h. buseman, h. meder. De met een afwijking van 11½% naar het Noorden georiënteerde kerkGa naar margenoot+ (afb. 41) ligt midden in het dorp, met slechts terzijde noemenswaardige kerkhofgedeelten. De toren staat ten N.W., met de zuidelijke zijde aan den rijweg. De kerk is gedekt met een (sedert 1792) afgewolfd zadeldak van niet al teGa naar margenoot+ steile helling; de bekapping is oud. De toren wordt sinds de wijziging van 1887 gedekt door een O.-W. loopend zadeldak, waarbij lagere N.-Z. loopende dakjes aansluiten. Het kerkgebouw (afb. 41) vormt in plattegrond een langgerekten rechthoekGa naar margenoot+ met flauwe driezijdige sluiting, voorzien van een rechthoekig uitgebouwden traptoren in het westelijk deel van den noordwand. Binnenwerks is de kerk in de as 26,65 M. lang en 8,40 M. breed. De murenGa naar margenoot+ zijn ± 1 M. dik, doch de westmuur 1,60 M. Het muurwerk reikt tot 10,50 M. boven den vloer, de nok ligt op ± 17 M. hoogte. De vrijwel vierkante toren heeft zijden van 8,80-8,90 M. De tot 12,40 M. rechtopgaande muren zijn beneden ± 1,45 M. dik; ze hebben inwendig een aanzienlijke versnijding op 5,50 M., bij de aanzetten van den klokkezolder. De hoogte tot de windvaan bedraagt 25 M. Kerk en toren zijn opgetrokken in baksteen, bij de eerste groot 29 à 30 ×Ga naar margenoot+ 9 cM., 20 lagen 1,99 M. en bij den laatste 29 à 32 × 9,3 cM., 20 lagen 2,02-2,04 M. Van natuursteen is alleen gebruik gemaakt voor de sierdeelen der later aangebrachte ingangspoorten van kerk en toren. Aan het vrij sterk met klimop begroeide kerkgebouw zijn geen moeten vanGa naar margenoot+ beeren meer waarneembaar. Wel geven de spitsboogvensters duidelijk blijk hooger te zijn geweest, en daardoor een aannemelijker vorm te hebben gehad, mede in verhouding tot de hoogte der kerk. Van de gedichte ingangen aan den westkant der langszijden spreekt de westelijke nog uitwendig. Beide vormen inwendig thans nissen. De Toskaansche pilasterpoorten met rondbogige doorgangen tegen den westgevel - waarboven het | |||||
[pagina 116]
| |||||
venster met beneden beeldnis uit 1888 - en den zuidelijken sluitingswand zouden in 1792 aangebracht kunnen zijn. De traptoren is thans van buiten door een deur aan de westzijde toegankelijk; de oorspronkelijke toegang uit het kerkruim is gedicht met steen van 26 × 5,5 cM. Ga naar margenoot+ In het westelijk kerkgedeelte zijn nog slechts de toppen der muralen van de vroegere overwelving te vinden, aan de sluitingszijde geheele muraalbogen of aanzetten daarvan op kolonnet-stukken. Het huidige gedrukte, koofvormige houten tongewelf, dat met drie rozetten is versierd, blijkt gespijkerd tegen een vroegere zoldering met balken op gesneden sleutelstukken; deze is evenmin oorspronkelijk doch van veel vroeger dagteekening. De op het gedenkbord eveneens met zolder aangeduide galerij, die van de noordzijde naar den koorgevel verplaatst zou zijn, staat inderdaad wat voor de sluiting. Dit laatste kerkgedeelte is beneden door achterschotten van banken en deuren in het gangpad afgescheiden. De strook langs den westwand schuin onder de orgeltribune is eveneens afgeschoten. Ga naar margenoot+ De uitwendig vlakopgaande torenmuren (afb. 41 en pl. XXXVIII, 2) worden afgesloten door topgevels met zadeldakvormig gedekte trappen aan oost- en west-, en door puntgevels aan noord- en zuidzijde. Uit het dak rijst een zeskant houten klokkespitsje op, bestaande uit een open koepeltje op gesloten onderbouw. Het bouwwerk is toegankelijk door de zandsteenen Ionische pilasterpoort met Lodewijk XVI-vazen op het fronton aan de wegzijde, doch oorspronkelijk door een gedichten ingang in den westwand. Aan elke zijde bevinden zich twee flauw-spitsbogige galmgaten, in de trapgevels een spitsbogig spaarveld. Het benedengedeelte is overkluisd door een koepelachtig gemetseld kruisgewelf met vier, in een sluitring samenkomende ribben van rechthoekige doorsnede.
De kerk bezit:
Ga naar margenoot+ Preekstoel (XVII A), in den trant van dien te Eeksta, de kuipvelden met ingelegde paneelen tusschen vrijstaande Korintische zuiltjes, het klankbord met gezaagde opzetstukken en gezwenkte bekroning. De stoel wordt omgeven door een gewijzigd doophek met boogpaneelen uit denzelfden tijd. Ga naar margenoot+ Tribune met kanselvormig uitspringend middengedeelte (pl. XXXIX, 1) van het vroegere, naar het Rijksmuseum overgebrachte orgel, versierd met laatgothische barokke briefpaneelen, traceerwerk, driepasranden enz. Onder den druiper van het middendeel is een lint met twee lussen aangebracht, waarop schijnt te staan johannes emedensis anno m d iii en terzijde eveneens anno mccccciii. De zijvoluten zijn een latere toevoeging. Ga naar margenoot+ Bank met versierd fronton op de overhuiving (XIX A) en een groot aantal oude eiken banken (XVIII); koorgalerij met zuiltjes en snijwerk op de borstwering (XVII), waaronder draperierand-Lodewijk XVI (blijkbaar uit jaar van verplaatsing 1792). | |||||
[pagina 117]
| |||||
Onder vloer verborgen zerk met wapen voor Albert Horenken († 1598) enGa naar margenoot+ talrijke zerken op het kerkhof. Twee dubbele kaarsarmen (XVII; pl. C, 2), op den preekstoel, lang 43 enGa naar margenoot+ hoog 28 cM. Bolkroontje, zes-lichts, met opschrift: vereert aan de kerk van de scheemda door w.h. folkers predikant en s. stheeman ouderling dezer gemeente in den jaare 1792; soortgelijk kroontje en grooten bolkroon, met twee kransen van zes armen, hoog met ring 91 cM., beide met opschrift: (Gemaakt als) j. pelinck predikant a.e. stheeman en h. eppens kerkvoogden in de scheemda (waren) in den jaare 1810 (pl. CI, 3). Ouden zilveren beker (herkeur: gekroonde O, IG), hoog 20,4 cM.; tweeGa naar margenoot+ schotels (1821) en een grootere (1840); kan (1850). In de torenbekroning hangt een klokje, in middellijn 50 en hoog 36 +Ga naar margenoot+ 13 cM., met opschrift: verbum domini manet in eternum 1571; op den klokkezolder een klok, in middellijn 142 en hoog 111 + 31 cM., waarop staat: ao. m dcxxv als henricus a freden pastor wypcko hitiens end epcko hayens kerckvoogden waren in den schemt. klaes sickmans me fecit.
Onder Scheemderzwaag een watermolen op den polder ‘Scheemderzwaag’,Ga naar margenoot+ gebouwd in 1879. Achtkante bovenkruier met schroef, geasphalteerd hout op veldmuren, gelijke houten kap. | |||||
Westerlee.De NED. HERVORMDE KERK en haar toren behooren aan de Ned. Herv.Ga naar margenoot+ gemeente. literatuur. joosting, B I. - brucherus, blz. 235/6. - Teg. Staat, blz. 224. -Ga naar margenoot+ van der aa, XII (1849), blz. 309. - Grafschr., blz. 404/10. - Avm. zilver, blz. 89. - Groninger Volks-alm., 1840, blz. 140/6.De kerk, die ondanks het bouwjaar is georiënteerd met een afwijking. van 8oGa naar margenoot+ naar het Noorden, bestaat in een Afb. 42. Westerlee. Ned. Herv. kerk. Plattegrond.
zaalgebouw met een bescheiden westtoren. Ze vormt in plattegrond (afb. 42) een rechthoek van 20,60 bij 8,30 M., met muren van 60 cM. dikte. De 4,18 M. voor de kerk uitspringenden toren is aan de voorzijde 4,70 M. breed en heeft muren van 70/80 cM. | |||||
[pagina 118]
| |||||
Ga naar margenoot+ De in kruisverband gewerkte baksteen van kerk en toren meet 27 × 6,3 cM., 20 lagen 1,455 M. Van natuursteen is gebruik gemaakt voor de sierdeelen en met name het bovenstuk van het torenpoortje, en verder slechts voor de afdekkingen van de lisenen der kerk. Ga naar margenoot+ De vlakopgaande, onversierde toren heeft een laag ietwat inspringend bovendeel met aan elken kant een rondbogig galmgat. Hij wordt afgesloten door een gerekt afgeknot pyramidaal dak, waarop een open spitsje. Het eenvoudige pilasterpoortje in den noordwand draagt een rijk met Lodewijk XVI-motieven versierd opzetstuk. Binnen een ovaal staat op dit laatste het opschrift: tot eer van god in het jaar 1776 toen abraham zuidema beroepen predikant michiel berents en luppe freriks kerkvoogden, de zijlvest derk daniels en de e. albert berents hyrtoe volmagten waren is dese kerk en toren gebouwt; hierboven de figuur van St. Joris, die den draak verslaat. Ga naar margenoot+ De kerkmuren worden verzwaard door aan den voet uitgezwenkte lisenen. De spitsboogvensters bevatten thans ijzeren ramen. Het zadeldak is aan beide korte zijden afgewolfd. Ga naar margenoot+ Het interieur heeft het aspect uit den bouwtijd vrijwel behouden (pl. XXXIX, 2). Het wordt overdekt door een houten tongewelf, dat boven het hoofdgestel der wandpilasters aanvangt.
De kerk bezit, meest uit den tijd van den bouw:
Ga naar margenoot+ Rijkgesneden gelakten preekstoel in Lodewijk XVI-stijl, met allegorische vrouwefiguren binnen versierde omramingen op de kuippaneelen. De trap en het achterschot vertoonen nog Lodewijk XV- of althans vrijere motieven.Ga naar margenoot+ Sierlijk staand tinnen doopschaaltje, hoog 10 en met grootste middellijn van 18,2 cM. Ga naar margenoot+ Opengewerkte afsluiting der doopruimte met balusters, en gesneden lezenaar in overgangsstijl. Ga naar margenoot+ Orgel (1817, volgens van der aa), het front met rijke Lodewijk XV-achtige vleugelstukken, doch met strengere bekroningen van muziekinstrumenten.Ga naar margenoot+ Twee koperen bolkronen, tweemaal zes-lichts, hoog 65,5 cM. Gegraveerden beker, met voorstelling der Annonciatie, Geboorte en Beweening aan het Kruis, op gedreven voet (pl. XCVIII, 3). Deze werd uit particulier bezit in 1715 geschonken, doch vertoont den stijl van het middenGa naar margenoot+ der 17e eeuw en is inderdaad gemerkt: 3/D (Groningen 1659) P? D. In den toren hangt een klok, in middellijn 85 en hoog 72 + 18 cM., met het provinciewapen. Op de hals staat: de provincie van stadt en lande j. borchhardt fudunt enchusae, op den slagring: 1760 door besorginge van de heeren raatsheer j. van hooren en willem alberda gedeputeerde staaten; voorts onder het wapen, op banderolle: iure et tempore. In de spits bevindt zich een kleine klok, in middellijn 47 en hoog 37 + 11 cM., met opschrift: abraham zuidema pastor luppe freriks en albert bee- | |||||
[pagina 119]
| |||||
rents kerkvoogden 1784. c. fremy m. fremy heidefeld me fecerunt.
Korenmolen, gebouwd in 1852, ter vervanging van een standerdmolen uitGa naar margenoot+ 1651. Achtkante bovenkruier met stelling, hout op steenen tusschen- en onderstuk, houten kap. |
|