Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendOnstwedde.De NED. HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan den H. Nicolaas, enGa naar margenoot+ haar toren behooren aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, II. - Grafschr., blz. 270. - De Opmerker, 1895, blz. 339. -Ga naar margenoot+ Gron. Volksalm., 1902, blz. 115/6. De kerk (afb. 39), die georienteerd is met een afwijking van 18o naar hetGa naar margenoot+ Noorden, telt vier rechthoekige traveeën en een vijfzijdige sluitingstravee. Voor de tweede travee staat aan de noordzijde een bij de restauratie vernieuwd portaal. Toen is tevens aan de zuidzijde tegen deze travee een verwarmingskelder en tegen den rechter muur der sluiting een consistorie aangebouwd. | |||||
[pagina 108]
| |||||
Afb. 39. Onstwedde. Ned. Herv. kerk. Plattegrond, doorsneden en details.
| |||||
[pagina 109]
| |||||
De kerk is binnenwerks in de as 31,85 M. lang en 9,28 M. breed; de muurdikteGa naar margenoot+ bedraagt 85 cM. De hoogte onder de kruin der gewelven beloopt 10,50 M., de daknok ligt op 16,50 M. Oost- en westzijde van den tennaastenbij rechthoekigen toren meten ongeveer 9,20 en 9,36 M., zuid- en noordzijde 8,50 M.; aan eerstgenoemde kanten zijn de muren 1,70 M. dik, aan de zijkanten 1,52 M. Het rechtopgaand muurwerk reikt tot 21,50 M., de totale hoogte beloopt 41,20 M. Kerk en toren zijn geheel opgetrokken van baksteen. Haar formaat is bij deGa naar margenoot+ kerkmuren 31 × 15 × 7,5 cM., 20 lagen 1,62 M., en bij de gewelven 25 × 12 × 6,5 cM. Slechts de aanzetstukken met onderkragingen en de sluitsteenen der ribben en bogen bestaan uit natuursteen. De steen van den toren meet 30,5 × 14,7 × 8,5 à 9 cM., 20 lagen 1,94 M., doch boven de galmgaten 30 × 14 × 8 cM., 20 lagen 1,88 M. en bij de mogelijkerwijs reeds oudtijds vernieuwde spits 30 × 14,5 × 7,8 cM., 20 lagen 1,78 M.; dit afgezien van latere inwendige beklamping en de recente vernieuwing van den top. De toren (afb. 39 en pl. XXXVI) zou blijkens een oorspronkelijk omgaandeGa naar margenoot+ waterlijst boven een versnijding op 7,25 M. aanvankelijk vrij gestaan kunnen hebben; de opening aan de oostzijde boven den eersten torenzolder kan een later ingebroken doorgang naar een vroegere galerij beteekenen. Het is een overigens vlakopgaand bouwwerk, dat door een van vier- tot achtkant ingesnoerde gemetselde naaldspits wordt afgesloten. Een toegang was alleen aan de oostzijde aanwezig; de ingang in den noordwand is van vrij jongen datum. Het bovendeel van den romp, die door tandlijsten wordt afgesloten, heeft aan west-, zuid- en noordkant een rondbogig galmgat. Het ten deele dichtgemetselde oostelijke galmgat geeft toegang tot den zolder der latere hoogere kerk; hierboven de moet van een ietwat steiler dak. De kerk (afb. 39 en pl. XXXVI) wordt versterkt door beeren met twee lichteGa naar margenoot+ versnijdingen. Zij heeft hooge spitsboogvensters, waarvan de gedichte noordelijke bij de restauratie zijn geopend. Het venster in de tweede travee Nz. is reeds lang geleden dichtgemetseld of nooit aanwezig geweest, vanwege het portaal. Onder de vensters loopt een baksteenen waterlijst, die rechthoekig is gevoerd om den gedichten korfbogigen ingang in de eerste travee Zz. De oude gedenksteen in het vernieuwde portaal draagt het opschrift: ernest molanus pastor anno 1713 den 14 julius is kerk en toren hersteld timen bertels werkbaas jan jacob fecit. De gepleisterde kerkruimte (pl. XXXVIII, 1) wordt overwelfd door eenvoudigeGa naar margenoot+ netgewelven en een stergewelf in de sluiting, gescheiden door spitsbogige gordelbogen. De 1,09 M. lange aanzetstukken der in het gezicht gelaten hol geprofileerde baksteenen ribben en bogen rusten op van kraagsteentjes opgaande korte kolonnetten met forsche kapiteelen. Het weinig beteekenende meubilair is bij de restauratie door een ander vervangen,Ga naar margenoot+ waarbij de preekstoel voor het sluitingsvenster in de as is gesteld in plaats van zooals vroeger tegen het midden van den zuidwand. | |||||
[pagina 110]
| |||||
Afb. 40. Onstwedde. Boerderij Smeerling G. 38.
| |||||
[pagina 111]
| |||||
De achtzijdige met maaswerkfriezen versierde kuip (pl. XXXVIII, 3) der uitGa naar margenoot+ de kerk afkomstige gothische doopvont dient als bloembak in den voortuin eener boerderij onder Veenhuizen. Het jaartal zal als 1324 te lezen zijn. In den toren hangt een klok, in middellijn 118,5 en hoog 96 + 22 cM., metGa naar margenoot+ opschrift: vernieuwd toen te onstwedde abel hindriks boels maire adamus oomkens predikant harm abels migchels, boele berents luiring en harm jarkes karskens kerkvoogden waren. door m. fremy a. van bergen en zonen h. van bergen en c. fremy anno 1812 mdccc xii.
Smeerling G 38. Beste voorbeeld ter plaatse van een oude WesterwolderGa naar margenoot+ boerderij (afb. 40; het woonhuis, dat mogelijk eens ook buitenmuren in vakwerk had, in karakter XVIII, de schuur verbouwd in 1867); terzijde een bakhuis. De beide woonkamers toonen de in deze omgeving gebruikelijke bedsteden- en kastenbetimmering, en betegelden haardwand, verlevendigd door sterpatronen; in de potstallen der schuur stonden evenzoo de koeien met de koppen naar binnen. Andere, soortgelijke boerderijen: E 58, met dwarsdeel; Havenstraat 4 (anker: 1778-SHS-HSS, doch achter ouder); met resp. geheel en deels ingebouwd voorhuis: E 113 (ankerjaartal 1840) en Dorpstraat 33 (anker: 1822). In de buurschap Mussel een open houten standerd-korenmolen uit 1e Exloërmond,Ga naar margenoot+ hier gebouwd in 1869 (pl. XXXVII); op het bovenrad: roelof popkes mulder anno 1827 den 1 july; popke roelofs mulder peize den 1 july 1827 en harm klasen de man molenmaker 1827.
|
|