Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendDelfzijl.De gemeente omvat o.m. de kerkdorpen Delfzijl, Farmsum, Heveskes,Ga naar margenoot+ Meedhuizen, Oterdum en Uitwierde. | |||||
Delfzijl.literatuur (plaats en kerk). t.r. streun, Kronijk van Delfzijl (tot 1858), GroningenGa naar margenoot+ (± 1860). - Blaeu, Tooneel der Steden. - Kronijk van 1743, m. plattegr. t/o blz. 243. - Brucherus, blz. 57/9. - Teg. staat, blz. 364/7. - Beantw. Vragen Comm. v. Onderwijs (Ms). - kremer-westendorp, blz. 374 e.v. - van der aa, III, blz. 247/53. - vinhuizen, Kroniek, blz. 113. - gevers leuven, blz. 214 e.v. - koster, blz. 71 e.v. - p.h.a. sabron, De blokkade van Delfzijl in 1813/4, Breda 1906. - ozinga, Prot. Kerkenb., blz. 26/7. - Grafschr., blz. 68. - Avm. zilver, blz. 7/8. - Gron. Volksalm., 1904, blz. 199-221; 1915, blz. 159 e.v. en 211; 1930, blz. 217 e.v. De WATERPOORT, op den hoek van Waterstraat en Markstraat, in 1833Ga naar margenoot+ gebouwd ter vervanging van eene uit 1719, is een eenvoudige doorgangsboog in den dijk, die het haventerrein afsluit, met natuursteenen imposten en sluitsteen, waarop aan de zeezijde: 1833. | |||||
SluiswerkenVoor de voormalige Farmsumerpoort liggen twee uitwateringssluizen, opvolgstersGa naar margenoot+ der DORPSTERZIJL en der SCHARMERZIJL, met welke laatste de Slochterzijl in later tijd vereenigd werd. | |||||
[pagina 58]
| |||||
Van het verleden spreken te weerszijden der eerste sluis natuursteenen eindstukken der borstweringen aan de zeezijde, welker benedendeel, breed 3,575 en hoog 1,08 M., versierd is met een cartouche, waarin een afbeelding der sluis, en waaronder anno 1716, jaar van vernieuwing der Dorpsterzijl. Hun bovendeel bestaat uit kuifstukken, breed aan de basis 1,96 en hoog 1,36 M., waarin boven de afhangende siertrossen anno 1752 te lezen staat, jaar van verbetering der Dorpsterzijl, onder leiding van den Amsterdamschen architect Willem van Dieden. Voorts bij de tweede sluis een brug met zandsteenen bogen, waarop aan beide zijden: anno 1748, bouwjaar eener nieuwe gemeenschappelijke sluis door van Dieden, en zandsteenen borstweringsstukken (XVIII B) aan de zeezijde met voorstelling der sluis. Ga naar margenoot+ Het nabijgelegen voormalig ZIJLVESTHUIS der reeds in 1217 bestaande ‘Drie delfsijlen’ is, blijkens een gedenksteen, een gebouw uit 1832. De achtergevel, die van ouderen datum is (1752, blijkens een gedenksteen met uitvoerig opschrift), wordt afgesloten door een ingezwenkten halsgevel. | |||||
Kerkelijke gebouwenGa naar margenoot+ 1. De NED. HERVORMDE KERK en haar dakruiter behooren aan de Ned. Herv. gemeente, Ga naar margenoot+ geschiedenis. Het eerste voor de Hervormden gebouwde kerkje, dat in 1613/4 op overheidskosten was gesticht, lag op een eilandje binnen de gracht van het eigenlijke fort, waarmede het kerkhof door een brug verbonden was. Het was blijkens de afbeelding op de ‘Kerckenbekers der fortresse Delfzijl’ een van spitsboogvensters en steunbeeren voorzien driezijdig gesloten gebouw van vijf traveeën met westgevel, toegankelijk door een korfbogigen ingang in de eerste travee Zz. en aan den westkant bekroond door een forschen dakruiter op het hooge zadeldak. Dit oorspronkelijke kerkgebouw heeft in 1830 plaats gemaakt voor het huidige, waarschijnlijk onder leiding van den Waterstaatsingenieur J. van Essen opgetrokken.
Ga naar margenoot+ De kerk is een zaalgebouwtje met rondboogvensters, waarvan de omgrachte verhoogde ligging nog aan den vroegeren toestand herinnert. Het is in 1925, blijkens een gedenksteen in een kleinen aanbouw aan de zuidzijde, van een dwarsarm voorzien en inwendig gewijzigd. De ingangssluitsteen met het jaartal 1830 in den westgevel en de 17e eeuwsche preekstoel zijn daarbij verwijderd.
De kerk bezit:
Ga naar margenoot+ Twee gelijke gladde avondmaalsbekers (1657, merk: lelie; pl. XCIX, 2), hoog 13,5 en met deksel 19,5 cM., met de genoemde gegraveerde afbeelding. Ga naar margenoot+ In den dakruiter hangt een in 1690 gegoten klok, in middellijn 83 en hoog 67 + 16 cM., waarop staat: si deus pro nobis quis contra nos 1690 - groningen et omlanden, alsmede het provinciewapen.
Ga naar margenoot+ 2. De BAPTISTEN-KERK, in 1817 gebouwd als R.-K. kerk door de timmerlieden Gerben Jorna en Aldericus Wildervanck (gevel nieuw), bezit: | |||||
[pagina 59]
| |||||
Klokje in slanken kelkvorm met ruitversiering (XIV of XVa), in middellijnGa naar margenoot+ 44 en hoog 38 + 12 cM., dat afkomstig moet zijn uit een Ripperda-borg.
3. De moderne ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK (H. Josef) bezit:Ga naar margenoot+
Verguld koperen kelk waarop: 1661 en merken M O, onduidelijk teeken,Ga naar margenoot+ hoog 25,8 cM. | |||||
Particuliere gebouwenIn het moderne pand Markt 11-13 is een oude gevelsteen ingemetseld,Ga naar margenoot+ hoog 77,5 en breed 28,5 cM.: allegorische vrouwefiguur, waaronder in cartouche ‘in de hope anno 1637’. Korenmolen, gebouwd in 1875 ter vervanging van een 18de-eeuwschenGa naar margenoot+ afgebranden bovenkruier. Achtkante bovenkruier met stelling, hout op withouten tusschen- en steenen onderstuk, houten kap. Deze molen was vóór 1875 pelmolen te Bedum, waar hij in 1790 werd gebouwd als watermolen ‘Adam’ en in 1817 ingericht tot pelmolen.
Het HANDELSMUSEUM van nationale en overzeesche producten, ondergebrachtGa naar margenoot+ in het voormalig gemeentehuis aan de Marktstraat 39, bevat ook eenige oudheden betreffende Delfzijl en omgeving. | |||||
Farmsum.literatuur (dorp, kerk en borg). joosting, blz. 59. - Oorkdbk., I, No. 225. -Ga naar margenoot+ Oudh. en Gest., blz. 429 e.v. - Brucherus, blz. 59/62. - Teg. Staat, blz. 368/9. - Beantw. Vragen Comm. v. Onderwijs (Ms.). - kremer-westendorp, blz. 381 e.v. - van der aa (naar voorg. schrijver), IV (1843), blz. 301/6. - vinhuizen, Kroniek, blz. 301. - feith, Borgen, blz. 98/9 m. afb. v. teek. Pronk. - peters, Stad en Lande, blz. 61 en 277 m. afb. teek. Berghuis (no. 56) en Pronk (no. 344). - Farmsummer kerkblad, jrg. 2, Oct. 1939, no. 5. - Grafschr., blz. 86/7 m. afb. Ripperda-zerk. - Avm. zilver, blz. 15/6. - Bijdr., IV, blz. 233/4. - Gron. Volksalm., 1890, blz. 17; 1905, blz. 56 e.v. - Ned. Leeuw, 1923, blz. 188/94 m. afb. - Jaarverslag van het Museum van Oudheden te Groningen, 1928, blz. 8/9 en 17. Op het Marktplein staat een (verplaatste) achtkante hardsteenen GERECHTSPAALGa naar margenoot+ (1727, blijkens jaartal; pl. XX, 1), welks basement en stam versierd | |||||
[pagina 60]
| |||||
zijn met Lodewijk XIV-motieven en die bekroond wordt door een vaasvormige afsluiting met rechtssymbolen, zwaard en weegschaal.
Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE KERK is in 1869 gebouwd ter vervanging eener oudere. Ga naar margenoot+ geschiedenis. Volgens de toespraak bij de eerste steenlegging op 1 Mei 1869 was de nieuw te bouwen kerk iets minder breed en lang dan de oude, wier fundamenten rondom gingen en het nieuwe kerkgebouw steunden. Het gebouw bezit uit den inventaris van het vroegere:
Ga naar margenoot+ Als doopvont dienende geverfde zandsteenen vaas (XVIId, houten voet en deksel nieuw; pl. XXII, 3), welks zijden bezet zijn met telkens vier wapens houdende cartouches: 16 der kwartieren van Willem van Borck en Habbina Elisabeth Alberda op borg Haykema te Zeerijp (voor pendant zie blz. 64). Koperen doopbekken (1817) op ijzeren houder. Orgel (1828 door R.A. Lohman en Zonen te Groningen). Stoel (XVII). Ga naar margenoot+ Fraai gebeeldhouwde hardsteenen zerk voor Maurits Ripperda († 1633; pl. XX, 2), ingemetseld in den sluitwand, lang 2,30 en breed 1,425 M. Zij geeft in reliëf het beeld van den overledene op de tombe in een nis onder een zuilenstelling, waarboven een Iustitia-figuur in poortdoorgang binnen bescheidener zuilenomlijsting met fronton, geflankeerd door Fortitudo- en Prudentia-figuren. Boven de tombe staat het wapen-Ripperda en op de architraaf de kwartieren-Ripperda, -Wiss, -Hackfort, -Munster, -Clooster, -Houwerda, -Wehrdum en -Benninga. Verscheidene eenvoudige oude zerken op het kerkhof. Ga naar margenoot+ Twee bekers (1832); twee komvormige en drie platte schalen, kan (alles 1836).Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, in middellijn 119 en hoog 94 + 20 cM., met opschrift: in 't jaer ons heeren mccccc xxvii, en tweemaal een afgehakt wapen (-Ripperda?). | |||||
Particuliere gebouwen.Ga naar margenoot+ Twee van den Ripperda-borg ten O. van het dorp afkomstige groote schilddragende leeuwen met de wapens-Ripperda en -Welvelde, die na 1812 naar Oosterbroek onder Eelde waren overgebracht, zijn voor een tiental jaren geschonken aan het Museum van Oudheden te Groningen. | |||||
[pagina 61]
| |||||
De borg is in 1811/2 vrijwel geheel gesloopt, nadat in 1810 de laatste burchtheer Duco Gerrold Rengers zonder mannelijke nakomelingen was overleden. De laatste sporen zijn in het einde der 19de eeuw verdwenen, toen de z.g. Borghof werd afgegraven. Het gebouw is bekend uit teekeningen van C. Pronk en A. Rademaker (in atlas Gron. Museum) en de voorstellingen in het handschrift Schoemaker en op de kaarten van Coenders en Beckeringh. B 539. Ingezwenkte halsgevel (XVIII) met aanzetkrullen en topbekroning.Ga naar margenoot+
| |||||
Heveskes.De NED. HERVORMDE KERK, eertijds R.-K. kerk, en haar toren behoorenGa naar margenoot+ aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, blz. 60. - brucherus, blz. 65/6. - van der aa, V (1844),Ga naar margenoot+ blz. 566/7. - Grafschr., blz. 134/6. - Avm. zilver, blz. 28.Het ongeveer georienteerde kerkgebouw vormt oogenschijnlijk een rechthoekigeGa naar margenoot+ Afb. 21. Heveskes. Ned. Herv. kerk. Plattegrond.
ruimte met grootendeels ingebouwden toren (pl. XXI, 3). In werkelijkheid (afb. 21) bestaat het westelijkste gedeelte echter uit de beklampte oost-, noord- en zuidmuren en geringe resten van den westmuur van een zwaren- en naar verhouding vroegen middeleeuwschen toren, van westbouwachtig karakter. Zulks wordt gemaskeerd doordat van het middeldeel der torenresten is gebruik gemaakt voor het aanbrengen van een later torenfront en een boven het zadeldak der kerk uitrijzenden torentop met een van vier- tot achtkant ingezwenkte naaldbekroning. De tegenwoordige kerk sluit niet regelmatig aan bij het oude torenfragment en is daarmede niet in verband gemetseld, doch haar zijmuren kunnen niettemin voor een grooter of kleiner deel behoord hebben tot de voorafgaande, mogelijk aan de oostzijde ingekorte middeleeuwsche kerk van jongeren datum dan de oorspronkelijke toren. Slechts het fijn-gevoegde metselwerk van de dagkanten der vensters (voor zoover niet later vernieuwd) geeft duidelijk blijk uit den tijd van den herbouw te dagteekenen. Overigens is toen blijkbaar afkomend materiaal verwerkt. | |||||
[pagina 62]
| |||||
De eigenlijke kerk vormt een rechthoekige zaalvormige ruimte van 16 bij 7,20 M. binnenswerks, die verlicht wordt door drie breede rondboogvensters in de lange wanden en een in de rechte sluiting, en inwendig gedekt is met een vlak houten plafond. De muurdikte bedraagt aan noord-, zuid- en oostzijde resp. 97 cM., 84 en 70 cM. De torenpartij springt aan de noordzijde 4,20 M. bij de kerk uit, de frontbreedte er van beloopt 8,70 M. De oude toren is opgetrokken in baksteen van 32 × 10 cM.; de beklamping bestaat uit steen van 24 × 5 cM. Voor de kerkmuren is behalve bij de vensterneggen steen van 31 × 15 × 9 cM. gebruikt. De toreningang is versierd met natuursteenen blokken en het wapen-Rengers op den sluitsteen. Daarboven staat: dit kerkgebouw is begonnen vernieuwd te worden in den jaare 1778 door den hoog welgeb. gestr. heer l.s. rengers heer van farmsum, siddeburen en onderhorige dorpen, staat generaal der vereenigde nederlanden bewindhebber der west-indische compagnie ter kamer stad en landen curator van 's lands hooge school meesterknaip van het provintiale jagt-gerigte, unicus collator dezer kerke enz. enz. enz. en na de zalige overlijden in den volgenden jaare voortgezet door de hoog welgeb. vrouwe douar. a.e. rengers geb. bentinck van sch. vrou in diepenheim. ook deze in datselve jaar overlijden zijnde voltooid door de hoog welgeb. vrouwe moeder m.b. douairière rengers geb. tiarda van starkenborgh in den jaare 1780 toen kerkvoogden waren h. westendorp en b. hindriks.
De kerk bezit aan meubelen uit den tijd van den herbouw:
Ga naar margenoot+ Fraai gesneden en compleet bewaarden preekstoel (pl. XXI, 1), kuip, achterschot, klankbord en trap gesierd met Lodewijk XV-motieven. Verscheidene eenvoudige banken met koperen bankkandelaars en torendeur.Ga naar margenoot+ Het toegangspad is belegd met grafzerken, meest met wapens, uit 1674-1737.Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, in middellijn 107 en hoog 86 + 18 cM. met opschrift: anno 1634 hebben egenarffden tot heevensches mij doen gieten als den eerw. welg. johannes ulcken pastor ende willem bruns kerckvoget aldaer waeren. nicolas sicmans me fecit groningae en voorts bij het wapen-Ripperda onder het jaartal: bij tijden des weledlen vrouw anna margareta rengers weduwe des weledelen hero mauritius ripperda tho f(armsum) d(am) h(ellum) s(iddeburen) s(childwolde) o(ostwold) joncker en hofflinck.
Ga naar margenoot+ Op de boerderij D 275 staat een als waterbak dienende, geschonden zandsteenen doopvont (XII, A?), voor ± 60 jaar opgegraven. De door een rondboogfries versierde, cylindrische kuip rust op een afgerond vierkant, door vier zuiltjes geleed voetstuk.
Ga naar margenoot+ Korenmolen ‘De Valk’, herbouwd in 1855 aan den dorpsweg (gesticht 1830 aan ouderen weg). Achtkante bovenkruier met stelling, geasphalteerd hout op steenen tusschen- en onderstuk, geasphalteerd houten kap. | |||||
[pagina 63]
| |||||
Meedhuizen.De NED. HERVORMDE KERK, eertijds R.-K. kerk, en haar torenGa naar margenoot+ behooren aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, blz. 61. - brucherus, blz. 69/70. - vinhuizen, Kroniek,Ga naar margenoot+ blz. 200. - Grafschr., blz. 267. - Avm. zilver, blz. 40 m. afb.De sterk gewijzigde en met klimop begroeide kerk (afb. 22) is georiënteerdGa naar margenoot+ Afb. 22. Meedhuizen. Ned. Herv. kerk. Plattegrond.
met een afwijking van 3½o naar het Zuiden. Zij vormt in plattegrond een rechthoek van binnenswerks 16,60 bij 7,24 M. met muren van 90 cM. dikte. De oostelijke kerkhelft ter diepte van 3,65 M. vormt een afgescheiden ruimte. Het door den toreningang toegankelijke gebouw is opgetrokken in baksteen van 28 à 29 × 9 à 9,5 cM.; de westmuur, die een onregelmatig verband toont, echter in steen van 30 × 9 cM. De kerkmuren worden verzwaard doorGa naar margenoot+ lisenen. Op den zuidoosthoek is in het verlengde der sluiting een stuk metselwerk van 4 M. lengte aanwezig, blijkbaar een overblijfsel van een vroegeren zwaren beer. De verlichting geschiedt thans door de in nieuwe steen ommetselde rondboogvensters met houten ramen der lange wanden. In de sluiting bevinden zich twee oorspronkelijke zijnissen met rondstaafprofiel. In het afgeschut oostelijk kerkgedeelte ligt een vloer van oude lichtgroen geglazuurde plavuizen, groot 20 × 20 cM. De balkzoldering heeft in 1937 een beschieting met celotex gekregen.
De kerk bezit:
Zeer eenvoudigen geverfden preekstoel (waarschijnlijk XVII).Ga naar margenoot+ Rijk-gebeeldhouwde gave, doch ten deele onder den houten preekruimvloerGa naar margenoot+ verborgen zerk voor Ds. Jacobus Ringels († 1742). | |||||
[pagina 64]
| |||||
Ga naar margenoot+ Zilveren beker, hoog 16,5 cM.: kerkenbeker tho meedhusen anno 1639, merk H F B ineen (pl. XCVIII, 4) met gedreven en door een gevlochten rand afgesloten voet, en op de kelk versierd met ornamentaal graveerwerk, alsmede de beeltenis van S. Louwerens; voorts een ouden tinnen schotel. Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, in middellijn 85 en hoog 73 + 16 cM., o.a. versierd met het wapen-Ripperda en met opschrift: jonker joachim ripperda unicus collator joannes ten veenhuis pastor jan klasen ende frerick hebens kerckvoigden tot midhusen hebben mij laten gieten door mr. godfrid baulard lotharingius anno 1659. Ga naar margenoot+ Aan het einde der oprijlaan van de boerenplaats Nieuw-Oosterbroek onder Meedhuistermeer staat een zandsteenen vaas (XVIId), afkomstig van den borg Haykema te Zeerijp (pl. XXII, 1; vgl. blz. 60). De zijden toonen gevierendeelde cartouches met wapens onder een zwaren kroon. Vgl. Ned. Leeuw, 1923, blz. 188/94. Ga naar margenoot+ 1. Korenmolen, gebouwd in 1862. Achtkante bovenkruier met stelling, geasphalteerd hout op houten onderstuk, geasphalteerd houten kap. 2. Watermolen op den Meedhuisterpolder, gebouwd in 1795. Achtkante bovenkruier met schroef; hout op houten onderstuk, houten kap. | |||||
Oterdum.Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE KERK en haar toren behooren aan de Ned. Herv. gemeente. Ga naar margenoot+ literatuur. joosting, blz. 60. - brucherus, blz. 71. - van der aa, VIII (1846), blz. 633. - Grafschr., blz. 287. - Avm. zilver, blz. 62. - Almanak Dep. Leens Mij. tot Nut van 't Algemeen, 1832, blz. 30. - Gron. Volksalm., 1915, blz. 214. Ga naar margenoot+ De kerk is een bescheiden driezijdig gesloten zaalgebouw met groote spitsboogvensters, welks interieur door een gewelfde zoldering wordt overdekt. De onbeduidende toren met muren van 60 à 70 cM. is een vlakopgaand onversierd bouwwerk met lage vierzijdige spits; inwendig komt de kleine baksteen in het gezicht. De kerk bezit uit den inventaris van het voorafgaande kerkgebouw: Ga naar margenoot+ Preekstoel (XVIII A, trap gewijzigd; pl. XXI, 2), de kuip rijk versierd met late Lodewijk XIV-motieven en in het midden het door leeuwen gehouden wapen-Rengers. Naast den lezenaar een dubbele koperen kaarsarm (XVIII). Ga naar margenoot+ Bank (XVIII A) met gesneden opzetstuk, waarin de alliantiewapens-Rengers en -Tjarda van Starkenborgh; voorts enkele oude eenvoudige banken met koperen bankkandelaars (XVIII). Ga naar margenoot+ Op het kerkhof liggen enkele zerken uit 1670-1827. | |||||
[pagina 65]
| |||||
Zilveren diaconiebeker, hoog 18,8 cM.: anno 1705, merken: 5/C (Groningen)Ga naar margenoot+ en P K aaneen (pl. XCVIII, 1). In den toren hangt een klok, in middellijn 89,5 en hoog 72 + 17 cM., metGa naar margenoot+ opschrift: ao 1617 is dese klocke s. lambertus geheten. caspel oterdum heft mij laten geten den 8 may. do. jairus hermanni lambert luitiens gyse jacobs pastor un kercksworen wharen. hans nortmeijer me fecit. | |||||
Uitwierde.De NED. HERVORMDE KERK en haar thans vrijliggende toren behoorenGa naar margenoot+ aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, blz. 58. - brucherus, blz. 80. - kremer-westendorp,Ga naar margenoot+ blz. 373. - van der aa, XI (1848), blz. 379/81. - ferré jacobs, Voorheen en thans, blz. 124 e.v. - vinhuizen, Kroniek, blz. 250. - Grafschr., blz. 366/7. - Avm. zilver, blz. 81/2. - Gron. Volksalm., 1906, blz. 206/9; 1918, blz. 210; 1930, blz. 172.De tegenwoordige kerk is een pretentieloos Noord-ZuidGa naar margenoot+ Afb. 23. Uitwierde. Toren voorm. Ned. Herv. kerk.
gericht zaalgebouw ten O. van den aan de vroegere kerk verbonden toren (XIV of XV?). Zij liggen op het hoogste deel der ruime voornaamste dorpswierde (afb. 23 en pl. XXI, 4). Boven de klassicistische deuromlijsting der kerk is een gedenksteen aangebracht met opschrift: deze kerk gebouwd door de zorg van den weled. gestr. heer mr. r.t. mees collator en kerkvoogd dezer gemeente, de heeren mede-kerkvoogden p.g.g. groothof en jonkhr. mr. e.j. lewe van aduard, werd aan den dienst van god | |||||
[pagina 66]
| |||||
gewijd door ds. h.h. brucherus cleveringa den 8sten december 1839. Ga naar margenoot+ Hoewel toren en kerk met klimop zijn begroeid, is duidelijk na te gaan, dat aan het benedendeel van den toren in den vorm van banden veel tuf verwerkt is, hoogerop is hier en daar slechts een enkel blokje tuf te vinden. Overigens is hij opgetrokken in baksteen van 32 × 8 à 8,5, 10 lagen 90 cM. De toren is een vlakopgaand bouwwerk met zijden van ± 7,80, waarvan het muurwerk reikt tot 17,70 M., en die door een lage vierzijdige spits wordt afgesloten; de dikte der muren bedraagt ± 1,15 M. Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat de vloer der onderste verdieping 72 cM. beneden de huidige eerste stoeptrede ligt. Aan de kerkzijde teekent zich nog een groote rondbogige nis, waardoor de toren met de vroegere kerk in gemeenschap moet hebben gestaan. Nadat deze was volgemetseld, kan eerst de gedichte halfverzonken, smalle rondbogige doorgang zijn aangebracht, die nog te zien is. Ook het inwendig zichtbare trapje in de op 8,36 M. boven den benedenvloer aanvangende bovennis, die naar den kerkzolder zal geleid hebben, is niet oorspronkelijk. Aan de zuidzijde van den toren bevinden zich boven den rondbogigen ingang, binnen een latere omlijsting, een uit de kerk afkomstige fraai gebeeldhouwde Renaissance-grafsteen van 49 × 49 cM. met de wapens-Ripperda en -Van Buckhorst (pl. XXII, 4), waaromheen in randschrift: uneko ripperda hoeftlinck to witwert, holwerda und uuthwerda juncker und droste van sallant; voorts de plaat uit 1844 met opschrift: ter gedachtenis van den eersamen jan cornelis bos landbouwer te biesum aan wien dese toren zijn behoud verschuldigd is 1844 en een smal rondboogvenstertje. Ook de noord- en westmuur bevatten een spleetvormig venstertje, het eerste goed bewaard. De kelderachtige benedenverdieping is gedekt met een slordig gemetseld gedrukt koepelgewelf met ± 3 M. kruinhoogte, dat duidelijk blijk geeft niet oorspronkelijk te zijn. Een gemetseld trapje leidt naar de ruimte boven het gewelf, waarin daarvoor een gat is gebroken.
De kerk bezit uit den inventaris van haar voorgangster: Ga naar margenoot+ Eenvoudig spreekgestoelte. Op het achterschot staat te lezen: | |||||
[pagina 67]
| |||||
In het front van het blijkens opschrift den 16den Mei 1857 ingewijde orgelGa naar margenoot+ doen dienst onderdeelen van het vroegere kabinetorgel, met name het pijpwerk daarvan en de nu naar buiten gekeerde, met toepasselijke figuren beschilderde deuren, welke laatste rechts beneden de signatuur l.v.d. werf pinxit 1767 dragen. Van de zerken in het kerkpad zijn in 1918 twee bijzondere hardsteenenGa naar margenoot+ (XVIIa) voor leden van het geslacht Wijncken, van 1,98 bij 0,695 M., opgesteld te weerszijden van den kerkingang aan het zuideinde. Zij toonen de geharnaste ridderfiguren met gevouwen handen in reliëf en in de hoeken kwartieren (pl. XXII, 2). In de kerk een fragment der zerk voor Ds. Egbertus Mengerinck († 8 Oct. 1617). Door verplaatsing nadien van andere zerken liggen thans voor den toren: een zerk voor Haro Winken to Rengeheim († 1563) met Vredeman de Vriescartouche onder het wapen met helmteeken, lang 2,26 en breed 1,28 M., een voor Lucas Rooser der junger († 1623) met wapen en hoekmedaillons, alsook een gelijke zerk met hetzelfde wapen, een waaronder Helena de Blocq († 1659) en Ds. Arnoldus Treccius († 1662) begraven zijn, een voor Jan Gerdts van Byssum († 16...) zonder wapen. De wapenzerk voor Jan de Blocq, majoor in de fortresse Delfzijl († 1624) is verloren gegaan. Zilveren beker, hoog 15,6 cM., waarop anno 1650 (merk onduidelijk) en metGa naar margenoot+ de gegraveerde wapenemblemen van predikant, ouderlingen en diaconen, welke afhangen van het slingerwerk om het randschrift. In den toren hangt: 1, een groote klok, in middellijn 1,42 en hoog 1,115 +Ga naar margenoot+ 0,20 M., met opschrift:Ga naar voetnoot1) mcccccxvi fusa est campana in honore johannis baptista patronus magister bono pastor iggo fokes ad finserwolt nomine habbens in midwolde eemko banko advocati johannes bremensis me fecit dns. fredricus vicarius eltko... dns. wabbo vicarius; 2, een kleine oude klok, in middellijn 59 en hoog 55 + 13 cM., zonder opschrift. | |||||
Weiwerd.De NED. HERVORMDE KERK, een gepleisterd gebouw uit 1877, heeftGa naar margenoot+ boven den toreningang een alliantiewapen, afkomstig van een ouderen toren, welks afgehakte (?) schildjes vroeger mogelijk het wapen-Ripperda vertoond hebben.
De kerk bezit: Eenvoudigen preekstoel (XIXa). |
|