Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendBellingwolde.Ga naar margenoot+ Van de vroegere vestingwerken rest nog een BATTERIJ (in oorsprong XVII), een flèche aan den linkeroever der Moersloot onmiddellijk op de rijksgrens.
Ga naar margenoot+ Het voormalig RECHTHUIS (ankers 1648, doch in oorsprong vermoedelijk ouder; pl. X, 1), tot behoud aangekocht door de burgerlijke gemeente, is | |||||||
[pagina 29]
| |||||||
een gewijzigd rechthoekig gebouw met zadeldak tusschen zij-trapgevels, Het oostelijke kleinere gedeelte bevat een kelder met opkamer; het westelijk gedeelte zal een zaal gevormd hebben. De oorspronkelijke langwerpigsmalle, horizontaal gedeelde vensters met rondbogige ontlastingsbogen waren in den voor eenige jaren gepleisterden oostgevel het best te onderkennen. De topgevels hebben baksteenen waterlijsten, dubbel of (en) van een zaagtand vergezeld en correspondeerende met de afgebrokkelde (zadeldak-?) trappen, welke lijsten door de zoldervensters worden doorbroken. Afb. 11. Bellingwolde. Ned. Herv. Kerk. Plattegrond, situatie en doorsneden.
De NED. HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan den H. Magnus, enGa naar margenoot+ haar ten N.W. vrijstaande toren behooren aan de Ned. Herv. gemeente literatuur. joosting, I. - van der aa, II (1840), blz. 260. - Grafschr., blz. 56/9. -Ga naar margenoot+ Avm. zilver blz. 4. - Gron. Volksalm., 1891, blz. 89; 1920, blz. 21/2. Kerkereken. | |||||||
[pagina 30]
| |||||||
Afb. 12. Bellingwolde. Details Ned. Herv. Kerk.
dagteekenen. Het is intusschen denkbaar, dat het schip van ietwat later dagteekening is dan het koor, daar het o.m. aan de zuidzijde den door een keperboog gedekten voormaligen kooringang oversnijdt. Gezien het verschil in steenformaat tusschen kerkmuren en gewelven alsook het weinig correspondeeren der beeren en vensters met de gewelfvakken lijkt het wel zeker, dat de een geheel vormende overwelving achteraf is aangebracht.
Ga naar margenoot+ De kerk ligt vrij op een ruim kerkhof en is georiënteerd met een afwijking van 5½o naar het Noorden. Ga naar margenoot+ Het kerkgebouw (afb. 11) bestaat uit een schip en een over de dikte der schipmuren inspringend driezijdig gesloten koor. Tegen den westgevel zijn een trapportaal (ten behoeve der galerij in het westen der kerk) en een consistoriekamer aangebouwd. Ga naar margenoot+ Het is, zonder de moderne aanbouwen, in de as gemeten 28,50 M. lang. Het schip heeft een breedte van 10,10-10,20 M., het rechte gedeelte van het koor van 8,30-8,40 M. Dezelfde binnenswerksche maten beloopen 26,80 M., waarvan 18,40 M. voor het schip en 8,40 M. voor het koor, 8,40-8,55 en 6,75-6,80 M. De hoogte onder het midden der gewelven bedraagt in het schip 9,55-9,75, in het koor ongeveer 9 M. Ga naar margenoot+ Het steenformaat der kerkmuren is 28,5 × 13,7 × 9 cM., 20 lagen 1,94 M., dat der haaks op de rib of rondgaand gemetselde gewelven 24 × 11 × 7 cM. Van natuursteen is gebruik gemaakt voor de waterlijsten, en inwendig voor de kraagstukken en de ribben der koorgewelven. De toren is opgetrokken in baksteen van 26,5 à 27 × 12,6 × 6 cM., 20 lagen 1,39 M. De rondbogige ingang is verlevendigd met eenige natuursteenen blokken. Schip en koor zijn onder één hoog afgewolfd, met pannen belegd dak gebracht. De bekapping van het koor dagteekent uit den bouwtijd. Ga naar margenoot+ Het (vroeger sterk begroeide) gebouw wordt versterkt door steunbeeren, die geenszins zoo gunstig mogelijk geplaatst zijn om den druk der gewelven te neutraliseeren, doch waarvan niettemin de meeste geen latere toevoeging beteekenen. Aan de zuidzijde van het schip zijn de beeren weggebroken. Onder de hooge spitsboogvensters gaat een hol-geprofileerde waterlijst om. De toren bestaat uit een oud vierkant benedendeel en een gemetselde achthoekige moderne bekroning met naaldspits, die een afgeknot tentdak met | |||||||
[pagina 31]
| |||||||
open spitsje heeft vervangen. Aan noord- en zuidzijde bevinden zich rondbogige galmgaten. Boven den ingang aan de oostzijde bevindt zich de gedenksteen met opschrift: deze toren is neergestelt en gebout van kerkengelt. e. tamminga borgemeester kerkv., p. van der laan als rigter, j. borgesius als pastor. hommo porgers, hilwert engelkes doe ter tijd als kerkvoogden. anno 1720. Het schip is verdeeld in drie gewelfvelden, het koor in een smalle rechthoekige-Ga naar margenoot+ en een ruime eindtravee (afb. 11 en pl. X, 2). Ze worden alle overdekt door kruisgewelven met hol geprofileerde ribben, gescheiden door gelijke scherp spitsbogige gordelbogen, die opgaan van kraagstukken. Deze laatste bestaan uit door kraagsteentjes gedragen korte kolonnetten met naar verhouding forsche kapiteelen (vgl. afb. 12). In den westwand bevindt zich een zeer breede en hoog-opgaande geprofileerde spitsboognis. De sluiting is door de orgeltribune c.a. aan het oog onttrokken.
De kerk bezit:
Gesneden eiken preekstoel (1660, door den kistemaker Mr. Christopher), deGa naar margenoot+ op een zuil rustende kuip met gecanneleerde zuiltjes, waartusschen kussenpaneelen, het klankbord met versierd fries en opengewerkte opzetstukken. Te weerszijden van den lezenaar twee oude koperen dubbele kaarsarmen, waarvan een gemerkt pk (waarschijnlijk XVIIId). Een groot aantal eenvoudige oude banken en een galerij, waarvan de borstweringGa naar margenoot+ bezet is met boogpaneelen (XVII). Orgel met gesneden front. Tegen de tribune met Lodewijk XVI-opzetstuk isGa naar margenoot+ een cartouche aangebracht met opschrift: toen g.j. spandaw j.g. borchesius predikanten, feitke geerts feibe berends kerkvoogden waren is dit orgel met algemeene toestemming door f.g. snitger en h.h. freijtag gemaakt ano 1797. Koperen bolkroon, tweemaal acht-lichts, met opschrift ao 1798 gaf geeskeGa naar margenoot+ bregenbeek deze kroon enz. (namen als op orgel en steph. hk. brandt organist, waaronder i o 1798 p k). Twee zilveren bekers (1817). In tin: een groote kan, twee eenigszins ovaleGa naar margenoot+ schotels en een offerbakje (alle met opschrift: behoorende aan d'hervormde kerkgemeente te bellingwolde 1817); voorts een grooten schotel (roosmerk met kroon, SI, SO) en nog twee bordjes (opschrift: dese 12 borden zijn door albert botkes en trijntee tekkes geven, diaconie bw). Koperen collectebus (1797). In den toren hangt een groote klok, in middellijn 1,17 M. en hoog 98 +Ga naar margenoot+ 25 cM. en een kleinere klok, in middellijn 83 en hoog 70 + 15 cM., beide met opschrift: int jaer christi ao 1697 everard addens richter johannes ciprianus pastoor henrick schin(c)kel ellerus hilenius ter tijde kerc(k)vodden is dese klocke tot benningewolde gegoten. - johan fremi en mamees fremi hebben mijn bijde vergoten. | |||||||
[pagina 32]
| |||||||
Ga naar margenoot+ Koren-, pel- en zaagmolen, gebouwd in 1855, ronde steenen bovenkruier met stelling, houten kap. | |||||||
Friescheloo.Ga naar margenoot+ De NED. HERVORMDE KERK met toren behoort aan de Ned. Herv. gem. Ga naar margenoot+ literatuur. joosting, II. - Beantw. Vragen Comm. v. Onderwijs (Ms.). - van der aa, XI (1848), blz. 913/4 (uitvoerig). - brucherus, Gedenkboek, blz. 233/4. - Grafschr., blz. 378/82. - Avm.zilver, blz. 84. - Gron. Volksalm., 1901, blz. 187 e.v. - Verslag van het Museum van Oudheden te Groningen, 1939, blz. 96/7 en afb. 10. Ga naar margenoot+ De bestaande kerk ligt ten O. van den genoemden weg. Het is een althans in den tegenwoordigen vorm architectonisch weinig belangwekkend gepleisterd rechthoekig gebouw met een lateren toren (benedendeel 1841, bovendeel 1925 blijkens opschriften met de namen van predikant en kerkvoogden). Omtrent den bouw lichten in de zerken voor Ds. Petrus Eggens († 1719): ‘... 1717 den 14 junius in de schuure bevestigt, doe was dese kercke noch niet volvaerdiget en is also de eerste predicant van deese kercke geweest’ en Boelem Heyes († 1720), kerkvoogd tijdens dit werk.
De kerk bezit:
Ga naar margenoot+ Preekstoel (pl. XI, 2), de kuip geleed door gecanneleerde Korintische zuiltjes, waartusschen boogpaneelen met gecanneleerde pilasters en engelkopjes in de zwikken. Op het fries leest men: num quid non sapiencia clamitat et prudentia dat vocem suam (Spreuken 8 vs 1) en op het plint: ad vos clamito et vox mea ad filios hominum (Spreuken 8 vs. 4) doccumanus abbas me fieri fecit ao 1560. De ontstaansdatum van het klankbord met lambrequin-rand | |||||||
[pagina 33]
| |||||||
en gezwenkte lijstbekroning blijkt uit het opschrift: harbert engelkes en freerk eggens als kerkvoogden ao 1775. De trap is 19de-eeuwsch. Eiken avondmaalstafel (XVII) en een aantal oude banken (XVII-XVIII). In den toren hangt een klok, in middellijn 98 en hoog 79 + 18 cM., metGa naar margenoot+ opschrift: die rechte collators (even?) als ingeseten van vriescheloo hebben mij doen gieten. h.r. hoevenberch pastor hermen engelken cerckvoecht. claudius fremy me fecit anno 1679. Hieronder de wapens -Clant, -Ripperda, -Gockinga, -Emmius, -van Berum, -Ripperda en -Hoevenbergh, blijkbaar die van collatoren en den predikant. Zilveren avondmaalsbeker (1786, blijkens opschrift, b m).Ga naar margenoot+ | |||||||
Molens.
| |||||||
Oude-Schans.literatuur (dorp en kerk). blaeu, Toonneel der steden (446 en 448). - KronijkGa naar margenoot+ van Groningen, blz. 251 e.v. met afb. naar oudere gravure. - Brucherus, blz. 208/9 en 225. - Teg. staat, bl. 438. - van der aa, VIII, blz. 683/5 (uitvoerig). - Grafschr., blz. 289/290. - Avm. zilver, blz. 64. - Gron. Volksalm., 1903, blz. 108 e.v.De NED. HERVORMDE KERKGa naar margenoot+ Afb. 13. Oude-Schans. Ned. Herv. Kerk. Plattegrond.
en haar dakruiter, alsmede de aangrenzende pastorie, behooren aan de Ned. Herv. Gemeente. De kerk (afb. 13 en pl. IX), dieGa naar margenoot+ een geheel vormt met de voormalige, nu als woning verhuurde pastorie, werd gesticht in 1626, en in 1826 vernieuwd blijkens een gedenkbord inwendig: mdcccxxvi / twee eeuwen waren om / der vadren heiligdom / had sterkt en glans verloren: / daer bood zich 's konings | |||||||
[pagina 34]
| |||||||
hand / 't gebouw hernam zijn stand / werd schoner dan te voren / j. heres. Desniettemin vonden een dertig jaar later blijkbaar belangrijke wijzigingen plaats, luidens het opschrift boven den rondbogigen ingang aan de (noordwestelijke) wegzijde: vernieuwd 1858. Op het noordwesteinde staat op het dak een bescheiden dakruiter, waarin een klokje uit 1853, doch welk torentje van der aa reeds in 1846 vermeldt. Het kerkgebouw vormt in plattegrond een rechthoek, waarvan de (herbouwde) zuidwestelijke korte zijde eenigszins schuin toeloopt, waardoor de afmetingen 23 à 23,50 bij 7,50 à 7,80 M. bedragen. De korte noordoostelijke muur - tevens de scheidingswand met de pastorie, wier van den zuidoostkant toegankelijke kelder zich onder het aangrenzende kerkgedeelte bevindt - alsook de lange zuidoostelijke (achter-) muur zijn 50 cM., de noordwestelijke lange muur 40 en de korte zuidwestelijke muur 35 cM. dik. De baksteen meet bij den wegmuur tot 62 cM. boven den grondslag 27,5 × 6 cM. en daarboven 23,5 × 5,5 cM., 20 lagen 1,23 M. Dit laatste formaat komt overeen met de baksteen der pastorie, waarbij echter 20 lagen tot 1,30 M. reiken. Er teekent zich dan ook duidelijk een doorgaande voeg bij de aansluiting van kerk en pastorie af. De lange achtermuur bestaat uit steen van 22 × 4,5 cM., 20 lagen 1,065 M.; bij den korten vrijliggenden muur, die van afwijkend materiaal, gele steen, gemetseld is, bedraagt de grootte 22,5 × 4,7 cM., 20 lagen 1,105 M. Kerk en pastorie zijn onder omgaande zadeldaken gebracht. De kerk heeft eenvoudige rondboogvensters met houten ramen en behalve den ingang aan de wegzijde ook een rondbogigen toegang aan de achterzijde. De pastorie is een gebouw van stemmig vroeg-19de eeuwsch uiterlijk. Ga naar margenoot+ Inwendig is de kerkruimte gedekt met een gedrukt tongewelf, dat rust op balken en latere consoles. Het noordoostelijk kerkgedeelte boven den pastoriekelder vormt een soort galerij.
De kerk bezit:
Ga naar margenoot+ Geverfden preekstoel (± 1700), de kuip versierd met festoenstijlen en rankwerk in het plint. Naast den lezenaar een koperen zandlooperhouder en aan het achterschot een enkelen en een dubbelen koperen kaarsarm. Eenvoudige banken met knopbekroningen (XVIII A), waaraan bevestigd zeventien koperen en zes ijzeren bankkandelaars. Ga naar margenoot+ Grafzerk voor kapitein Jan Gerard Georg van Maneil († 1770), o.a. oudkommandeur der Bellingewolderschans, met Lodewijk XV-omlijsting van wapen en opschrift, van buitengewoon groot formaat. Ga naar margenoot+ Zilveren ‘kerck-beker van de bellingewolderschans’ met gegraveerde voorstellingen van Geloof, Hoop en Liefde, hoog 19,4 cM., geschenk uit 1758 van den Raad van State blijkens het opschrift, gemerkt: 7/K LvG (Groningen, Lambertus v. Giffen). |
|