Oost-Groningen
(1940)–M.D. Ozinga– Auteursrecht onbekendBeerta.De NED. HERVORMDE KERK, eertijds gewijd aan den H. Bartholomeus,Ga naar margenoot+ en haar vrijstaande toren behooren aan de Ned. Herv. gemeente. literatuur. joosting, B.I. - beekman, Voorm. zeeboezems, blz. 74. - Teg.Ga naar margenoot+ staat, blz. 219. - Beantw. Vragen Comm. v. Onderwijs (Ms.). - kremer-westendorp, blz. 206/7. - van der aa, dl. 2 (1840), blz. 231. - vinhuizen, Kroniek, blz. 54. - Grafschr., blz. 51/6. - Avm. zilver, blz. 3. | |
[pagina 26]
| |
Ga naar margenoot+ De kerk (afb. 10) is een rechthoekig gebouw van zes venstervakken, buitenswerks 33,80 bij 10,10 en binnenswerks 31,80 bij 8,50 M. De muren gaan op tot 10,50 M. Voor den bouw schijnt inderdaad afbraak gebruikt: de baksteen in het formaat van 30 à 32 × 9, 10 lagen 95 cM., bestaat meest uit brokken
Afb. 10. Beerta. Ned. Herv. Kerk. Plattegrond en lengte-doorsnede.
in zeer onregelmatig verband; de zes bovenste lagen uit kleine moderne steen beteekenen een toevoeging. Van tuf komt hier en daar een laag voor boven de omgaande waterlijst van witte natuursteen; voorts zijn de schuine kanten van enkele vensters in den zuidwand bezet met tufsteenen hoekblokken ter dikte der metsellagen. Het gebouw is gebracht onder een met zwart-verglaasde pannen belegd zadeldak, dat aan de korte zijden is afgesnoten. De vurenhouten bekapping is niet zeer oud. In den westwand en de tweede travee uit het W. van den noordwand bevinden zich gedichte rondbogige natuursteenen poortjes. Voor den overeenkomstigen ingang in den zuidwand is een tochtportaal gebouwd. Een natuursteenen waterlijst met hol profiel loopt om over de overhoeksche tweemaal versneden beeren op de west- en oosthoeken, doch niet over de | |
[pagina 27]
| |
latere lisenen van nieuwe kleine steen der lange zijden. Van de groote oorspronkelijke spitsboogvensters in den zuidwand is het westelijke gedicht. De vorm der vier vensters in den noordwand is gewijzigd. De toren is een eenvoudig vlakopgaand bouwwerk, met rondbogige galmgaten,Ga naar margenoot+ dat door een afgeknot pyramidaal dak met open spitsje wordt afgesloten. In het inwendige der kerk, waarvan de westelijke travee met het orgel van deGa naar margenoot+ preekruimte is afgescheiden en dat door een 19e eeuwsche flauw-gewelfde houten zoldering wordt overdekt, verdienen alleen eenige meubelen vermelding:
Geverfde preekstoel, de kuip met geblokte boogpaneelen (XVIIb, trapGa naar margenoot+ later). Orgelgalerij met gesneden borstwering (XVII), aan de preekruimzijde doorGa naar margenoot+ houten schotwerk aan het oog onttrokken, het noordelijk deel met gedraaide balusters, het zuidelijke over 1 M. met paneel- en snijwerk in het regelwerk. Oude ijzeren doopbekkenarm met koperen bekken en staande houder voorGa naar margenoot+ collecteschaal (vermoedelijk XVII); veertien koperen bankkandelaars (XVIII). Verscheidene grafzerken met wapens, o.a. voor hopman Walrich NantkesGa naar margenoot+ († 1623), Jr. Sebo Huninga († 1661; belangrijke zerk voor den bekenden voorvechter der Ommelander belangen, onder vloer), Jr. Doede Huninga († 1665). Zilveren beker, waarop Ao 1791 en merken: 8/S L v G (Groningen 1793,Ga naar margenoot+ Lambertus v. Giffen), hoog 21,7 cM., en een jongeren (1825); tinnen schotel, in middellijn 39,1 cM. (1671; merk: 5 bladerig roosje met kroon) en kan, hoog 36,5 (1791; merk: spinneweb, waarin roosje, de kroon met W Z). In den toren hangt een groote klok, in middellijn 1,29 M. en hoog 1,04 +Ga naar margenoot+ 0,23 M., met opschrift: onse hulpe is in den name des heeren, die hemel ende aerde gemaeckt heeft. psalm 124. de gemene caspellieden in de beerta hebben mij laten vergieten door mr. godfridius baulard lotharingius anno domini 1659. Voorts een kleine klok, in middellijn 89 en hoog 71 + 19 cM., met opschrift: deze klokke is omgegoten ten koste der ingezetenen van de beerta in het jaar 1814 onder direktie van j.h. geertsema en r.p. roelfsema als kerkvoogden en sebo o. van der wal en edzo h. detmers als volmagten door m. fremy en a. van bergen.
De DOOPSGEZINDE VERMANING, dicht bij den weg naar Winschoten,Ga naar margenoot+ is een zaalgebouwtje onder een zadeldak tusschen puntgevels (XVII). | |
Particuliere gebouwen.1. B 487, Hotel Buiskool (in den kelder zou een steen: 1648 gevonden zijn)Ga naar margenoot+ bevat een geverfden bedstedenwand (XVIII) met smalle glaskastjes, en een schouw. | |
[pagina 28]
| |
2. De oude boerderij Kloostergaerd bezit in een der vertrekken een zeer langen, met eenig snijwerk versierden bedstedenwand (1795).
Ga naar margenoot+ 1. Koren- en pelmolen, herbouwd in 1910 na brand van voorganger uit 1872. Zeskante bovenkruier met stelling, geasphalteerd hout op steenen tusschen- en onderstuk, gelijke houten kap. Het achtkant, kap en roeden zijn afkomstig van een koren- en pelmolen aan het Boterdiep Zz. te Bedum, gebouwd in 1813. 2. In den Kroonpolder aan den Middendijk een korenmolen, gebouwd in 1859. Achtkante bovenkruier met stelling, geasphalteerd hout op steenen tusschen- en onderstuk, gelijke houten kap. | |
Nieuw-Beerta.Ga naar margenoot+ literatuur. h. van berkum, Kerkelijke geschiedenis van Nieuw-Beerta, eene feestgave bij de inwijding der nieuwe kerk aldaar, Sneek 1856. - Teg. Staat, blz. 219. - Beantw. Vragen Comm. v. Onderwijs (Ms.). - van der aa, II (1840), blz. 232. - vinhuizen, Kroniek, blz. 303. - Grafschr., blz. 249/53. - Avm. zilver, blz. 47. Ga naar margenoot+ Op het kerkhof bevinden zich nog vele oude zerken, waaronder verscheidene met wapens of symbolen uit 1705-1827, kunsthistorisch zonder veel belang. Bij de vervaardiging der kerkbanken in 1856 werd een ruim gebruik gemaakt van het materiaal der oude. De kerk bezit aan avondmaalszilver van vóór 1850: Ga naar margenoot+ Twee eenvoudige bekers (1720; geen merken) en twee schotels (XVIII; merken: leeuwtje, Amsterdam, D.V.I. en R.). |
|