Beperkingen. Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap
(1982)–J.J. Oversteegen– Auteursrechtelijk beschermdJ.J. Oversteegen, Beperkingen. Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap. HES Uitgevers, Utrecht 1982
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar DBNL
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Beperkingen. Methodologische recepten en andere vooronderstellingen en vooroordelen in de moderne literatuurwetenschap van J.J. Oversteegen uit 1982.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (1, 2, 4, 8, 14, 40, 76, 122, 240, 248) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 3]
BEPERKINGEN
[pagina 5]
Beperkingen
METHODOLOGISCHE RECEPTEN EN ANDERE VOORONDERSTELLINGEN EN VOOROORDELEN IN DE MODERNE LITERATUURWETENSCHAP
J.J. Oversteegen
H&S
HES UITGEVERS/UTRECHT
1982
[pagina 6]
Kavels 1
ISBN 90 6194 353 1
© 1982 J.J. Oversteegen
p/a HES Uitgevers B.V., Postbus 129, 3500 AC Utrecht
Behoudens uitzondering door de Wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgeefster van deze uitgave, door de rechthebbende(n) gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
De uitgeefster is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in het K.B. van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
[pagina 9]
Inhoud
Woord vooraf | 11 | |
I | Wat is (een) literatuurtheorie? | 15 |
Pluriformiteit van het theorie-begrip. Afhankelijkheid ten opzichte van literatuuropvattingen. Typen van theorieën: zoeklicht-theorie, verklaringstheorie, beschrijvingstheorie, ordeningstheorie. | ||
II | Literatuuropvatting, een blauwdruk | 41 |
Literatuuropvatting (LO) op verschillende niveaus van literatuurbenadering. Literaire kritiek en literatuurwetenschap. Struktuur van LO's: denkbeelden over de funktie van ‘de literatuur’, over de aard van ‘het literaire werk’, over preferabele strategieën.
Definitie van het begrip literatuuropvatting op p 66. |
||
III | Fiktionaliteit | 77 |
Diskussie over bestaande opvattingen: Maatje, van Zoest, Searle, Gabriel, Pelc, Ihwe e.a. Leesaanwijzingen en leeswijzen. Bespreking van Pirsig Zen, Multatuli Woutertje Pieterse, Capote In Cold Blood, Reve Moeder en zoon. Relatieve (historische) geldigheid van het fiktionaliteitscriterium als fundament van een literatuurtheorie. | ||
IV | Twee genres: aforisme en sonnet | 123 |
Intuïtieve opsomming van ‘kenmerken’ van het aforisme. Toetsing aan Bloem en Chamfort.
Verzameling van wetenschappelijke uitspraken over het aforisme. Signaal en leeswijze. Onmogelijkheid van een definitie. Genre als netwerk, intern en extern. Historiciteit en |
[pagina 10]
universalisme. Een beschrijvingsmodel.
Kontrole op teksttype ‘sonnet’. |
||
V | De grenzen van de wetenschappelijke interpretatie | 169 |
Interpretatieve bewegingen en symbolistische literatuuropvatting. Proefgeval: H. Marsman Vlam (aspekten-analyse). Rol van LO. Onhoudbaarheid van de stelling dat een interpretatie een toetsbare hypothese over de betekenis van een tekst is. Heromschrijving van het begrip ‘interpretatie’ (p 204). Vereisten voor een ‘wetenschappelijke interpretatie’. Bruikbaarheid van niet-wetenschappelijke interpretaties voor de wetenschap: informatie over LO's. | ||
VI | Konklusie | 219 |
Historiciteit van literairkritische en literatuurwetenschappelijke uitspraken. Geringe rol van verklaringstheorieën (standaard-theorieën). Dominantie van zoeklicht-theorieën binnen fundamenteel onderzoek, en van beschrijvings- plus ordeningstheorieën bij ‘veld’-onderzoek. Het waarde-oordeel. |