zonder bitterheid of verwijt, en had zijn oude bedachtzame mildheid.
- Dominee, ging hij voort, als het er op aan komt moeten we allemaal door de knieën, recht of geen recht Het is vreemd, maar als je denkt dat je je ergens veilig op terug kunt trekken, en het gaat buiten de liefde om, dan zoekt God je wel in je kazemat op.
Ik moest erkennen dat ik mij tegenover de koster altijd staande had willen houden, en dat ik in mijn zelfhandhaving niet had kunnen zijn als een die dient. Ik heb moeten leren dat je rechtop niet dienen kunt, maar als Jezus bukken moet om de voeten der discipelen te wassen. Een dienaar is niet meer dan zijn Heer.
- God heeft mij langzamerhand doen inzien dat mijn eigen zaken niet belangrijker zijn dan mijn dienstwerk.
Hij begreep waarop ik doelde, want hij vroeg:
- Hoe gaat het met uw..., met...
Hij wist niet hoe hij mijn verhouding tot Agnes benoemen moest.
- Slecht en goed, zei ik.
Hij keek mij vragend aan.
- Ik ben bij haar geweest. Ze leeft in moeilijke omstandigheden, maar ze is in Gods hand en we wachten Zijn tijd. Soms valt het mij zwaar om dit als de rechte weg te zien. Dan vraag ik mij af of dit geen misplaatste lijdelijkheid is en een nodeloos offer. En in mijn twijfel ben ik soms geneigd om zelf ons lot in handen te nemen en een beslissing te forceren. Want opzichzelf hebben we toch gelijk! Maar mijn gelijk is ook mijn verzoeking. Ik heb liefde tot Agnes, maar had ik ook liefde tot de koster? Laat niemand zeggen dat dit niet met elkaar te vergelijken is. Stamt niet alle liefde uit God? Sluit de Goede Herder één van Zijn schapen buiten? Als wij hier samen zullen mogen zijn, dan zal dat alleen kunnen als dienende. Hoe zou ik mij anders ‘dienaar des Woords’ en ‘herder’ mogen laten noemen.
Mijn vriend bleef zwijgend naast mij lopen, als wilde hij mij tot verder spreken nopen. Ik voelde weer dezelfde neiging als bij ons eerste gesprek om mijn hart bij hem te luchten.
- Ik geloof, ging ik voort, dat ik hier alleen mag