Toen ik mijn verhaal beëindigd had, was ik het die hem in gespannen verwachting aanzag. Maar hij zweeg en staarde nadenkend de boomgaard in. Aan het trekken van zijn mond merkte ik dat hij bewogen was.
Het is moeilijk, zei hij tenslotte, als voor zichzelf.
- En wat nu? vroeg ik gespannen.
Er was een glimp van medelijden in zijn trouwhartige ogen.
- U bent nog jong, zei hij. En u kent de mensen hier nog niet. Zo iets nemen ze zwaar op.
- Maar Jezus sprak die vrouw toch vrij, wierp ik tegen.
- Ja, zei hij, maar de mensen zijn minder vergevensgezind dan Jezus. En vergeet u niet dat u dominee bent.
- Maar een dominee is toch geen heilige! wierp ik voor de tweede maal tegen.
- Er zijn sommige dingen die men van een dominee niet verdraagt, zeker hier niet. Vooral als het 't zevende gebod betreft. Van een predikant verwacht men dat hij tot voorbeeld is voor zijn gemeente.
Ik moest plotseling denken aan de vele gedwongen huwelijken, die mij hier als een gesanctionneerde gewoonte waren opgevallen.
- Ik wil mij nergens van vrijpleiten, zei ik, maar als ik in dit opzicht tot voorbeeld zijn moet, dan zou ik in navolging van Jezus het voorbeeld willen geven van barmhartigheid jegens het gevallene. Kan ik haar soms aan haar lot overlaten?
Hij stond op en greep mijn hand.
- Dominee, zei hij, het zal strijd kosten, maar ik sta achter u. Als Jezus vrij spreekt durf ik niet veroordelen. Maar onderschat u de macht van de koster niet. Hij heeft in de gemeente en zelfs in de kerkeraad grote aanhang, en hij is zoals u wel gemerkt zult hebben fel tegen u gekant. Mag ik het u eerlijk zeggen? Hij vindt dat u eigenlijk geen dominee had mogen worden.
Ik voelde een gloed over mijn gezicht komen.
- Dat vind ik zelf ook, stamelde ik.
Hij keek verward langs mij heen en zocht naar woorden. Toen was het alsof hij het ineens gevonden had,