De rymwercken(1709)–Aernout van Overbeke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Op de Schildery of taffreel Ter gedagtenisse der zelfde Victory van Den Heere Cornelis de Witt, &c. Door de Stad Dordrecht in haer Raedhuys opgerigt. De Oudheyt werd nu kinds, haer luister is verdweenen; De Witt stapt alles, wat'er voor hem ging, verby: Dit is een kort begrijp van Deugd: dees' Schildery Daegt al het Marmer uyt van Romen en Athenen. Dit hoofd, en deze hand schonk 't Christenrijk de Vrede. Hoe vreeslijk trok hy uyt! hoe liefflijk quam hy weer! Die Carels Schepen brak tot houtskool; om't geweer Tot zagte zeyssens tot kouters to versmeden. Gelukkig Raedhuys en verheugde Galeryen! Wiens naem dat eeuwig werd door deze Schildery; Indien gy wild, dat ook de Vrede Eeuwig zy; Verçier de Spiegels van ons' Schepen met Copyen. Nog op de zelve. Dit is de Witt, die voor 's Lands Vryheyt was geschapen: Die zig, vrywillig, van het Kussen heeft berooft; Dat by zijn Vaderland geleyt beeft onder't Hooft; Op dat het, afgeslooft, eens mogt gerust gaen slapen. Vorige Volgende