Buyten gaets. Twee burleske reisbrieven
(1998)–Aernout van Overbeke– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Verantwoording van de uitgaveAls basis voor de uitgave van de Geestige en vermaeckelijcke reys-beschryving naer Oost-Indien, de mannenbrief, diende een exemplaar van Van Overbekes Rym-wercken van 1678, uitgegeven door Jan Claesz. ten Hoorn in Amsterdam (Van Overbeke 1678 B). De Reys-beschryving begint er na katern R op een nieuw katern a en is apart gepagineerd. De brief beslaat de katernen a en b, bladzijden 1-32. Weliswaar hadden er al afzonderlijke gedrukte uitgaven van de mannenbrief het licht gezien, bij uitgever Jan Joosten te Amsterdam in 1671 en 1672Ga naar voetnoot1, maar die zijn als basis voor een tekstuitgave ongeschikt door de vele ‘ingesloopene druckfauten’. Ten Hoorn kon die uitgaafjes links laten liggen, want hij had de hand kunnen leggen op een ‘seer accuraet geschreven exemplaer’ van een groot liefhebber en dat had hij gebruikt als kopij.Ga naar voetnoot2 Er verschenen in 1678 bij Ten Hoorn drie verzameledities van Van Overbekes werk. Eerst De geestige werken (Van Overbeke 1678 A) en dan twee edities van de Rym-wercken. Ten opzichte van De geestige werken zijn in de Rym-wercken hier en daar aanvullingen en verbeteringen aangebracht. Ten Hoorn heeft kennelijk naar completering van Van Overbekes verzameld werk gestreefd. De beide edities Rym-wercken lijken erg op elkaar, maar hun chronologische volgorde is toch vast te stellen.Ga naar voetnoot3 Bij vergelijking blijkt namelijk dat de tweede editie (Van Overbeke 1678 C) herkenbaar is doordat de drukker daarin de Reys-beschryving niet meer afzonderlijk pagineert. In de Reys-beschryving heeft deze tweede editie een enkele tekstvariant - bijvoorbeeld Philia in r. 559 - die geen verbetering is. Op grond van deze overwegingen is Van Overbeke 1678 B gekozen als uitgangspunt voor de editie van de mannenbrief. Interpunctie en gebruik van hoofdletters zijn niet veranderd; een paar evidente zetfouten zijn stilzwijgend verbeterd. De vrouwenbrief is een autograaf van Aernout van Overbeke die als Reisbeschrijving van Aernout van Overbeke, 1669 in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag wordt bewaard.Ga naar voetnoot4 De tekst, geschreven in een | |
[pagina 40]
| |
schriftje met gemarmerde kaft, werd door Van Overbeke voorzien van het opschrift ‘Aen de Juffrouwen Clara Vlooswijck, Eva Hasselaer, -- Tromp of Brasser in Amsterdam of den Hage’. Waarom de auteur bij de laatste namen geen voornamen of -letters en voor de naam Tromp twee liggende streepjes heeft gezet, is niet duidelijk. Bij de transcriptie is zoveel mogelijk geprobeerd de intentie van de auteur ten opzichte van zijn publiek te volgen.Ga naar voetnoot5 In het gebruik van hoofdletters en interpunctie is niet ingegrepen.Ga naar voetnoot6 Afkortingen zijn stilzwijgend opgelost en het gebruik van de lange en korte i en de korte en lange s is genormaliseerd. De schaarse doorhalingen in het manuscript zijn niet weergegeven. Ze doen vermoeden dat Van Overbeke zijn tekst in het net heeft overgeschreven.Ga naar voetnoot7 Eén verbetering is aangebracht: in regel 294 staat in de translitteratie uijr in plaats van uij; de r lijkt in het handschrift op het eind van de pagina bij de overgang van folium 12 recto naar 12 verso te zijn weggevallen. Twee keer lijkt het dat Van Overbeke bewust geen punt gezet heeft aan het slot van een zin. In beide gevallen viel dat zinseinde eveneens samen met het einde van een pagina. Daarom is thans in regel 181 (de overgang van folium 8 verso naar 9 recto) en regel 231 (de overgang van folium 10 recto naar 10 verso) een punt gezet. Sommige woorden, vooral plaats- en persoonsnamen, werden door Van Overbeke in zijn manuscript met hoofdletters en/of cursief geschreven. Die woorden zijn hier cursief afgedrukt, net zoals de drukker dat in de uitgave van de mannenbrief heeft gedaan. De foliëring wordt niet weergegeven, omdat deze niet door de auteur zelf maar later, foutief, door een ander is aangebracht. De veertien bladen van de brief zijn niet met dezelfde inkt als die van het handschrift, maar met potlood genummerd. Lezing van de tekst in de volgorde van de foliumnummering blijkt geen logisch geheel op te leveren. De juiste volgorde van de bladen is: 1 (niet genummerd), 2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 5, 6, 13, 14. De bladen 7 tot en met 12 zijn in de loop van de tijd losgeraakt en op de verkeerde plaats teruggelegd en genummerd. |
|