Geestige wercken
(1678)–Aernout van Overbeke– Auteursrechtvrij
[pagina 135]
| |
2.Ick heb mijn sinnen weer althans,
Geen schoonheyt kan meer op my wercken,
Ick heb Cupido by sijn vlercken,
Om hem te plucken als een gans,
Adieu dan, &c.
| |
3.Sijn hooft-doeck wil ick binden los,
't Sou recht een slet sijn voor mijn schoenen,
Of om mijn laersen af te boenen,
Hem wil ick villen als een Os,
Adieu dan, &c.
| |
4.Ick hebb' sijn pijlen met sijn boogh,
Daer even op mijn knie doen breecken,
Die my 't hart plachten aen te steecken,
Door d'ingangh van mijn weeldrig hoogh.
Adieu dan, &c.
| |
5.Ick acht my nu geluckigh vrient,
Niet meer in slaverny te wesen,
'k Heb nu geen onrust als voor desen,
Doen ick vrouw Venus heb gedient,
Adieu dan, &c.
|
|