Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren(1717)–Johannes d' Outrein– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Toe-zang, of Besluit. 1. O God! die my uiy min en magt bewaarde, Mijn middeer-nagt in daageraad opklaarde, Bevéstigt uw op nieuws geschonken gunst, Leidt my voorzigtig, wys, kloekmoedig, deftig, Dat my voortaan geen vyand schrik, hoe heftig Zijn aanval zy, nog nooyt verstrikk’ zijn kunst. 2. Leer my ervaaren en zagtmoedig hand’len Met uwe kind’ren, die in ‘t duister wand’len; Waar toe ben ik na zo veel druks verquikt, Dan om uw volk een moed in ‘t lijf te spreeken, Uit zelfs bevinding, als zy zijn besweeken, Wijl hen ‘t verbérgen van uw aanschyn schrikt. 3. En zoo ‘t ooyt weer beurt, dat tot mijn beproeving, Of tugt, ik weer quam in die ziels-bedroeving, Ag! dat ik dan in ‘t duist’re op u steun’, Uw stok en staf my dan vertroost en hoede, Dat ik verwin al ‘s vyands list en woede In Iesus kragt, waar op mijn ziele leun’. Vorige Volgende