Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijVervolg van het voorige.1.
O God! wat is uw Kerk nog in veel strijd!
Daar zy wel eer in tal en magt aangroeyde,
Daar d’oeffening der vrye Gods-dienst bloeyde,
Is haar vergaader-plaats, helaas! ontwyt.
2.
De Moeder-kerk van ‘t vrye Neederland,
De Palts waar in wel eer uw waarheids luister,
Gelijk een flonker-star, blonk in het duister,
Is door de magt der boozen overmant.
| |
[pagina 98]
| |
‘t Hongaris rijk en het Boheems gebied,
Waar in uw volk, in vrydom, met veel klaarheid,
Belyen, en beleeven mogt, uw waarheid,
Daar is ‘t dat men naauw Kerk nog Leeraar ziet.
4.
In ‘t ooverzeesche groot Brittanjens rijk,
Heeft ook uw Kerk veel droevig weedervaaren:
Lang op en neergesolt op d’onrusts baaren,
Ziet men nog naauwlijks haar herstellings blijk.
5.
Ga naar voetnootaTwee Karels en een Iacob hebben t’zaam
Haar list gesplist, om die daar t’onder-mijnen,
Waar door uw Kerk reeds is geraakt aan ‘t quynen,
En daar by-naa was uitgeroeyt uw naam.
6.
Ten waar Ga naar voetnootbOranjens-vorst was door uw hand
Haar toegeschikt, scheen zy den geest te geeven,
Maar door zijn komst hebt gy die doen herleeven,
Dog door zijn dood ver-ergert is haar stand.
7.
Nu schijnt zy andermaal, zeer onverwagt,
Geredt van al haar dreigende gevaaren,
Haar sukkeling komt weeder te bedaaren:
Haar vreê en vryheid krijgt weer nieuwe kragt.
8.
O God der waarheid! doet daar meerder licht,
Van uw eenvoudig woord, uw Kerk bestraalen,
Verdrijv’ daar heersch-zugt en die drift tot dwaalen,
Dat zig uw volk in zuiv’re liefde stigt.
|