Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– AuteursrechtvrijOp de zelve wyze.1.
Iesus! die nu leeft,
Om in my te werken,
Die u aan my geeft:
Laat uw min ter dood,
Die my bragt uit nood,
In uw weêrmin sterken.
2.
Laat mijn liefd en lust
Los zijn van de wêreldt,
En ik toegerust,
Om steeds voort te gaan
Op uw leevens baan,
| |
[pagina 80]
| |
Met uw deugd beperelt.
3.
Ban dan uit mijn oog
Wat my ooyt bekoorde,
Dat mijn geest om hoog
Zig tot u opheff,
En in rein besef
Uw min beantwoorde.
4.
Ag! ontfing mijn ziel
Maar veel geest en leeven,
En dat u geviel,
Dat ik wierd bequaam,
Om u aangenaam,
Lippen-vrugt te geeven.
5.
Ag! was ‘t hert bereid,
Zig u op te draagen,
Tot uw heerlijkheid:
Ag! dat liefd en lust,
Staadig in uw rust’,
Met veel welbehaagen.
6.
Mogt mijn gansch gedrag
Dankbaarheid vertoonen:
Laat my in den dag
Wand’len, en een licht
Zijn dat ieder stigt,
Daar ik by moet woonen.
7.
Algenoegzaam Heer!
Bron van heil en leeven,
Stort uw Geest dan neer,
Die mijn hert bevloey,
Dat ik voor u groey,
En u vrugt mag geeven.
| |
[pagina 81]
| |
8.
U bied ik my aan!
Ziel en lichhaam t’zaamen,
Lust en kragt voortaan
Draag ik op aan u,
Dat betuig ik nu;
Alzoo zy het! Amen.
|
|