Nuttige besteedinge der afgebrookene uuren
(1717)–Johannes d' Outrein– Auteursrechtvrij
[pagina 36]
| |
Wijze: O Kers-nagt schoonder dan de daagen.1.
Daar zijn de koude winter vlaagen,
Daar zijn die guure barre daagen
Vergaan, het water stroomt en vloeyt,
Het veld word groen, men ziet de toppen
Van ‘t jonge gras, ‘t geboomte knoppen,
‘t Gebloemte spruit, herleeft en bloeyt.
2.
De Zon, hervat op nieuws zijn kragten,
Dat lengt den dag, en kort de nagten,
De lucht word lieffelyk en klaar,
‘t Gevogelt schatert in de boomen,
Men ziet tijdkundig weederkoomen,
Den Swaluw, en den Oyevaar.
3.
Het Vee, ter stal uit, in de weiden
Gelaaten, ziet men zig verspreiden
En huppelen, in ‘t jeugdig groen,
Dat gaert den mensch, weer melk en boter,
Dat maakt des Huismans voorraad grooter,
Die juicht in ‘t vrugtb’re Lent-saisoen.
4.
Den Steedeling, die in de keuken
Te lang en paf had zitten meuken,
Steekt weer zijn hoofd ter Stadwaart uit,
Bezoekt het Dorp en ‘t Vlek der vreemden,
En ziet met vreugd de groene beemden,
In haar cieraad gelijk een bruidt.
5.
Het Werkvolk kan nu handen roeren,
Den Koopman, Schippers, Borgers, Boeren,
Zien weer haar winst en werk herstelt,
| |
[pagina 37]
| |
Die zorgt, wil nu geen kans verslaapen,
Nu ‘t aardrijck schijnt op nieuws herschaapen,
Maar elk naar zijn belangen snelt.
|
|