De muzikale vriend der jeugd, of Bevallige zangstukjes voor het opkomend geslacht. Deel 1
(1834)–W. Oudshoff– Auteursrechtvrij
[pagina 38]
| |
[pagina 39]
| |
2.Reeds van onze eerste jeugd af aan,
Hebt Ge ons beschermd, geleid,
En op des levens kronkelpaan
Voor tegenspoed bevrijd.
U, Vader! eindloos wijs en goed,
Die zegent al wat leeft,
U looft en prijst ons jong gemoed;
U looft wat adem heeft.
| |
3.O wijken wij, wat immer zwicht',
Van 't pad der deugd niet af,
Vervullen wij steeds elken pligt
Getrouw tot aan het graf;
Zoo zullen wij, Uw liefde waarde, --
Die vlekloos is en rein, --
Schoon vreemdelingen hier op aard,
Eens hemelburgers zijn!
v. d. S.
|
|